De werkwijze der Generale Synode.
V. (Slot.)
Het eerste artikel gaf een overzicht van de verschillende verbeteringen door de pers voorgesteld.
Het tweede liield zich bezig met den eersten maatregel, ter verbetering aangewezen: verlenging van den tijd, waarin de Commissies vergaderen voor de Synode weer iti pleno vergadert.
Het derde gaat hierop nog even door en bespreekt voorts do tweede „verbetering": behaiideling der opderwerpen volgens het agendum.
Het vierde bespreekt de aangeprezen, veranderingen, waarvan het eene neerkomt op tijddistributie en het andere op een verbreeding van de opdracht aan de Synodale Commissies.
Om aan het ouvol, wa.axaan de Utrechtsclie Synode leed, een' einde te maken, verwachten wij, deirhalve van tweeërlei verandering heil.
Ten eerste behoort O'. i. de geheele eerste week, aitgenomen de opening', te worden gereserveerd voor het commissoriaal onderzoek, behalve natuurlijk, wanneer het agendum zeer schraal zou zijn.
En ten tweede moet de praeses, als hij voorziet dat alle zeilen zullen moeten worden bijgezet, met de Synode in overleg treden om tot een go-ede distribmeering van den tijd te komen. Zoo behoeft men. voor machtsusurpatio, diktatorschap of hoe men het ook noemen wil, niet te vreezen. En de praeses zelf heelt ook niet zoo angstig te waken, dat zijn leidino; op deze Idip zal stran. den. Want hij vaart óp het' veilige kompas van hel Synodale besluit.
Wij voor ons gelooven, dat deze beide maatregelen ook toereikend zullen zijn en dat er naar geen andere behoeft gezocht.
Of men moest nog ééns een extra dringend beroep willen doen op de afgevaardig; den om kortheid in 'hel spreken te betrachten.
Ik zeg: een extra.-dringend beroep.
Want • ean dringend beroep beeft de praeses dei Utrechtsche Synode herhaaldelijk gedaan.
Zulke beroepen helpen weleens.
Maar de kracht is er spoedig af.
Ook van. een extra-dringend beroep verwacht ik niet veel.
Onze landaard komt toch spoedig weer boven.
Het is mij opgevallen, hoe buitenlanders de Icunst verstaan om op vergaderingen kort en kernachtig ta speechen.
In het Zuiden van Europa is bijna ieder een spreker.
Maar tenzij hij obstructie wil drijven maakt hij het kort.
Het Nederlandsche volk echter telt tal van zwijgers Maar de anderen, ' die spreken, nemen gewoonlijk den tijd van dc^ zwijgers er bij.
Ons parlement en onze gemeenteraadsvergaderingen m'unlen uit door breedsprakigheid.
En als de burgemeester van Amsterdam het waagt even op te merken, dat over eenige dagen de discussies over de begrooting-25.000 gulden zullen hebben gekost, krijgt hij den wind van voren en van achteren.
Ook onze kerkeraadsvergaderingen kunnen soms zoo gezellig lanig duren. Als het niet laat geworden is, heeft men het gevoel alsof men niets heeft uitgevoerd.
Dat iets daarvan ook op onze Synodes overslaat, heeft niets bevreemdends. ^
Hot eenig afdoende middel daartegen is niet een extradringend beroep, maar tijddistributie.
Het zou zeer wensohelijk zijn, wanneer deze voorstellen ter verbetering van de werkwijze der Synode tijdig in do kerkeraden besproken werden.
Do pers mag natuurlijk niet met voorstellen tei Synode komen.
Ook een pi-aeadviseorind lid, b.v. een ho-ogleeraar, mag dat niet.
Alleen de afgevaaxdiigiden voorrecht. der kerken bezitten dit voorrecht.
Wanneer een kerkeraad ze echter tot, de zijne maakt on die bij voorkeur langs den weg van classis ©n Particuliere Synode ter Generale Synode brengt, ko^men ze op het Synodaal agendum.
Nu weet amen, dat de weg, hier aangewezen, een lange is. '
Men moet dus niet wachten tot het volgende Synode. jaar.
Men kan er in dèn loöö'van dit jaar reeds mee beginnen.
Als zo dan in 1925 'op 'dè Particuliere Synode komen, gaat men veilig en zeker.
Trouwens, deze voorstellen zijn gewichtig genoeg om ze eens rustig te bespreken.
Ditteraard komen hiervoor vooral die werken in aanmerking, Avaarvan een predikant of ouderling te Utrecht Synodelid was, ofschoon' da andere niet zijn Uitgesloten.
Dan bestaat er de kans, dat zulke voorstellen in Assen reeds bij het begin der' Synodale vergadering worden overwogen en dat die Synode, welke n'a reeds op een stapel werk kan rekeneii, daarvan de vruchten plukke.
Natuurlijk vraag ik niet, dat alleen onze voorstellen worden overwogen.
In ons eerste artikel' — ik mag er wel even aan herinneren - vindt men ook andere.
Een veteraan.
Op 1 Februari is het voor een ond-strijder en nogsteeds-sixijder, zoo God wil, een ontroerende dag.
De alom in den lande bekende heer Jb. van Oversteeg, zal dan 40 jaren als amanuensis aan onze Vrije Universiteit zij'U verbonden.
Gedurende dien tijd is hij niet alleen amanuensis geweest, maar hi| was een factotum. Op velerlei gebied was hij thuis. "Voor Dr Euyper stond hij ook in do politiek dag en nacht klaar. Hoe dapper hij zich in den politieken strijd heeft geweerd, is niet te gelooven. De Bond onzer jongelingen, kon rekenen op zijn werkkracht. Ook diende hij de kerk van Amsterdam als ouderling.
Het vóórvorige en het vorige jaar moest hiji olies neerlegigen. Ziekte noopte hem tot nietsjdo'cn. Maai zijn nietsjdoen was ook doen. Toen ik hem in Sonnevandv bezocht, vond ik hem-aan het plannen smeden voor de propaganda voor onze Universiteit.
'Toch leefde in veler hart de vrees, dat hiji het gebouw der Vrije Universiteit niet weer zou terugzien.
Niet zoodra was zijn temperatuur gedaald of ze begon weer te stijgen.
Maar de Heere nam. hem niet weg. Integendeel.
Sedert maanden zit hij weer op zijn bureaustoel in zijn werkkamer.
Veel arbeid moest hij prijs geven. '
Alaar de arbeid als amanuensis mocht hij gelukkig hervatten.
Want in onze Vrije Universiteit leeft hij.
Zou in onzen tijd, waarin zooveel jubilarissen worden gehuldigd, zijn jubileum onopgemerkt mogen voorbijgaan ?
Ik zou haast zeggen: wanneer er geen jubdleumhulde bestond, nioost ze vO'or hem worden uitgevonden.
Waarlijk, er zijn er wel gejubileerd, die tienma'al minder voor ons Gereformeerde 'volk bobben gépl'st^rd.
Oud-studenten, die vroeger zoo graag met hem eens een praatje maJaktet in dat hokje, dat b'j - de verbou. wing is gesloopt, politieke vriendem, geestelijke vrien. den, jongelingen, het zal u welkom zijn te vernemen dat er een huldigingsco-mité is opgericht.
Es Ferwerda, de geroutineerde in zulke aangelegen, beden, is ©r voorzitter van.
De heer S. Balcker de penningmeester. Z, ijn adres kunt gij gemakkelijk onthouden. Het is: Bureau „De Standaard".
•Als gij ons blad ontvangt schrijven we 12 Januari. 1 Februari is de huldiging: sdag.
Gij kunt nu zelf wel uitrekenen, . hoe weinig lijd er tusschen ligt en dat dus de geldelijke bijdragen niet druppelen mogen, maar regenen moeten.
Gelieve daarom-, zoo'dxa ge dit stukske gelezen hebt, ons blad even neer te leggen ea een.-postwissel. te schrijven. ^ï^^ti^^«^? i; '^'*|j^*S^ •--
Bij voorbaat onzen dank. ' ' '
- Naljetrachtino.
Hier en daar wordt nog nabetrachtirug geho'aden over den „Tiendaagschen Veldtocht". "Wij ontvingen er een brief over.
Ook kon men in een enkel persorgaan er iets over lezen.
Een paar kleine opmerkingen.
'Wanneer een predikant in bedoelde tien dagen zelf gaarne negen-of tienmaal preeken wil, ondanks de aanbieding van den kerkeraad, dan is het natuurlijk beter daartegen geen bezwaar te maken. Alleen is het dan te hopen, dat de geestelijke maag! zijner hoorders zooveel voedsel niet alleen 'opnemen, maar ook verteren kan.
De tweede Kerstdag als kerkdag afschaften is geen nieuwigheid, maar uit het hart onzer vaderen gegrepen. Dat de tweede dagen werden aangehouden, geschiedde voornameiijk om de zwakheden van het volk. Men redeneerde volkomen terecht, dat het volk beter naai' do kerk kon gaan, dan zich aan uitspattingen overgeven. Doch zouden in dit opzicht onze tijd en onze Gereformioerden niet wat veranderd zijn?
Wanneer het zenuwgestel van een predikant meer lijdt, onder de kritiek van sormnige gemeenteleden dan onder den Tiendaagschen Veldtocht, handelt hij; het verstandigst hiervan nooit iets te laten blijken. De kritiek zal hiero-m niet zwijgen. "^Vat meer rust rond Kerstmis en Nieuwjaar zal hem misschien niet in psychisch evenwicht brengen, maar het zal hem toch zeker geen kwaad doen.
Voor verdere nabetrachting zie ik op het oogenblik geen reden meer.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 januari 1924
De Reformatie | 8 Pagina's