GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De „Matthäus-Passion”.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De „Matthäus-Passion”.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De aanmoediging van den eersten onzer vier Redacteuren - waarvoor mijn vriendelijken dank —-slbeg blijkbaar bij onze lezers in. Er kwamen weer enkele vragen los.

Ook uit waardeering voor de belangstelling, die ik onlangs uit den kring onzer abonné's mocht ontvangen, lïaast ik me, nu een griepaanval, die even tot uitstel dwong, me losliet, mijn taak weer op te vatten. ""

De eerste vraag, die ik ontving, en die daarom ook recht heeft het eerst beantwoord te worden, geldt de „Matthiius-Passion", beter gezegd: haar uitvoering en het bijwonen daarvan.

Onze lezer M. te J. acht het gaan hooren van zulk een uitvoering voor een Christen ongeoorloofd. Docli in zijn naaste omgeving zijn er, dié dit oordeel niet deelen.

In de hoop van, zoo hij dwaalt, terecht g^ewezen te zullen worden, vraagt hij nu het mijne.

Gemakkelijk te geven is het niet, oimdat de vrager het bezwaar of de bezwaren, die hij tegen het gaan hooren van de „Matthaus-Passion" heeft, niet erg nauwkeurig omschrijft. Uit zijn zeggen, dat in gevallen als dit z.i. geldt het woord des Heeren tot Mozes bij den brandend en braambcsch en tot Jozua bij Jericho: „Trek uwe schoenen van uwe voeten, want de plaats, waarop gij staat is heilig", maak ik op, dat de openbare uitvoering van een stuk als de „Matthaus-Passion" naar zijn oordeel in strijd is met den eerbied, die ons tegenover het heilig karakter en den ontroerenden ernst van het lijden onzes Heeren Jezus Christus voegt.

'k Stel me voor, dat hij er geen bezwaar tegen hebben zou, zoo hetzelfde stuk — stel, dit ware uitvoerbaar — door de .gemeente, in een van haar kerkgebouwen, vocaal en instrumentaal ten gehoore werd gebracht.

Omgeving, verhouding van de handelende piersonen tot de heilige stof, die ze bezingen, en doel zouden hem dan, althans in beginsel, in overeenstemming schijnen met het 'heilig karakter van het onderwerp.

En hij zou daarbij dan, naar 'k denk, nadruk leggen op het laatste. vooral

Want wat het eerste, de plaats van uitvoering, betreft die is van bloot-formeele en daarom van ondergeschikte beteekenis.

En wat het tweede: de zielsverhonding der handelende personen aangaat — die is door niemand dan de personen in kwestie zelven te oontroleeren, en komt derhalve ook uitsluitend voor hiin rekening; in geen geval voor die van de toehoorders, (overigens gaf ik hierover mijn gevoelen reeds vroeger).

Wat .mi betreft het doel der uitvoering — laat me Jïeginnen met aanstonds te zeggen, dat - er ten opzichte daarvan veel in 't bezwaar van vrager is, dat me toespreekt. Een stof, zóó heilig en zóó vol van den diepst-ontroierenden ernst, als de ai-beid der zi.el onzes Middelaars tot onze verlossing en zaligheid, mag door menschen, door zondaars, als voor wie Christus dien volbracht, • niet dan met de diepste .eerbiedenis en met de bedoeling er Zijn onuitsprekelijke liefde in te verheexlijken, tot onderwerp van hun muziek en zang worden gemaakt.

Te denken, dat ze hun kunst niet stellen in den dienst van Christus, maar dat ze, onigekeerd Christus in Zijn bitter lijden en sterven trekken in .den dienst hunner kunst, . of — want in den grond beteekent dit niets anders — in dienst van eigen eer en de eer van hun kunstkring — is inderdaad stuitend, ergerlijk, afschuwelijk.

Intusschen, voor de bedoeling van zulk een uitvoering, zijn, gelijk ik boven zeide, alleen ..verantwoordelijk de handelende personen zelven, indivièueeï en gemeenschappelijk.

Toch doet dit niets tekort aan de roeping oazer Christelijke pers, voorzoover ze ook op het terrein v'.an .de kunst heeft op te Isomien voor de e& re Gods en van onzen Heere Jezus Christus, allem, die in de Christelijke kunst .een werkzaam aandeel nemen, in de eerste plaats hen, die daarbij leidend optiieden, ernstig en rusteloos deze heilige verantwoordelijkheid voor te houden.

Als christenen, als gered'ormeerde ehristenen, vooral, mogen we er niet mee tevreden zijn, en met de vlaggetjes zwaaien, als er bij een „christelijke'' uitvoeiing maar mooie stukken, .op loff? lijlk: e wijze ten gehooie worden gebracht, maai-moeten WO oQik aandringen op waarhei.d in alle kunsU uiting. Het „de Jiunst om de kmist" is een leuze uit de geestelijke cevolutie, uit de zonde, uit den booze. En alles in hemel .en oip' aarde, tot het hoogste en heiligste toe aan zich dienstbaar te willen maken, is een aanmatiging die wij, christenen, in de kunst even weinig mogen dulden en verdragen als in de wetenschap., de politiek of den handel.

Bez.waren als die van onzen lezer M. mogen we derhalve niet met een luchtig gebaar opzij schuiven, maar moeten we plaats geven, als zooveel vragen, die ons fcomeB. onderzoöken in onze tronw aan het heilige óók in de fcunst.

Doch in die trouw kunne.n we — en dat is, dunkt me, - de meest praktische zijde van M.'s vraag — óók tekort schieten zonder medewerkend persoon te zijn, alleen in ons hO'Oren.

Het hooren van een stuk als de „Matthaus-Passion" kan, ook bij een opienbare opvoering, in zich-zelf n.0.oit zondig zijn.

Dat zal de inzender thans wel met me eens z'ijn. Ware het anders — we zoiuden geen enkele christelijke zang-of muziek-uitv©ering imoigen bijwonen.

Want dat ze christ-elijk is, zal, onder meer, ook hie-ruit moeten blijken, dat ze de lieilige mysteriën van ons christelijk geloof: Schepiping, Voorzienigheid Gods, Gods liefde in ^Christus, de menschwording van Gods Zoon, Zijn lijden en sterven. Zijn opstanding en hemelvaart, oipneemt onder de stof .waarom ze zich beweegt. Neen, niet in het hooren op-, zieh-zeM ligt vergrijp aan bet heilige, doch wèl kan het liggen in de 'W ij z e waarop, in de ste-miming waarin, em. in het doiel waarmee we hooren. En het kan er nog in heel anderen vorm zijn, dan in die van onverschilligheid, van ongeloovigheid of van minachting ten opzichte van het lijden en sterven des Heilands.

Het is er óók reeds, als we de „Matthaus-Passio-n" zouden gaan hooren enkel en alleen om aestlietische genieting, om streeling van ons oor door de beurtelings roerend-teedere en o-verweldigend-krachtige harmo-niën van den componist.

Dat te doen is heiligschennis.

Niet minder erg dan van wie een welsprekende prediking van het Evangelie zou gaan hooren, alléén om het kunstgenot, dat ze'hem .verschafte.

Niet minder dan die van een schilder, die, toen Jezus aan 't kruis hing, naar Golgotha getrokken zou zijn, om er de stof te zoeken voor een prachtig doek, of er zijn kunstenaarsziel te vergasten aan de wisseling der smartelijnen o-pi Jezus' gelaat.

Niet alsof het vroo.mheid ware hier de kunst met een gebaar van minachting de deur te wijzen, en alleen plaats te ruimen voo-r het kunstelooze en wansmakige.

Zóó zou ons ten slotte geen geestelijk lied overblijven, en zouden we uit enkel vromigheid heel onzen Psalmbundel, den onberijmde zoowel als den berijmde, op-het vuur moeten werpen.

Neen, laat er plaats bij o-ns zijn voor de waardeering en de genieting van de kunst óók in den dienst onzes Gods, zooals er in onzen Bijbel plaats is voor den Psalmbundel, maar laat, bij het hoo, ren van .een stuk als de „Matthaus-Passion", de ..aesthetische genieting niet het een-en-al en zelfs niet het eerste zijn.

Laat onze eerbied-en liefdevolle aandacht ten volle gericht zijn op het lijden en sterven onzes Heeren Jezus.

Laat ons zoeken zijn, al luisterend, in Oiuze ziel te worden aangeraakt doo-r het mysterie van Jezus'; kruis, om er door verootmoedigd, getroost, gehei-j ligd en tot dankbare wederliefde gedrongen te warden. den En aanvaarden we, met het woo-rd des Evaa- gelies vóór ons of in onze gedachten — want van het Woo-rd blijft ook hier al onze stichting -uitgaan — dankbaar de hulp van^^ de geheiligde kunst, zooals ze, naar de wondere kracht die God- zelf haar inschiep', de stem van het Woord in al haar modulaties, kan ondeTsteunen en vertolken.

En zóó en niet anders voegt het een ohristen het te doen.

Zóó de „M^atthaus-Passion" te gaan hooren, dat is inderdaad de voeten o-ntschoeien in het naderen tot het heilige.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 april 1928

De Reformatie | 8 Pagina's

De „Matthäus-Passion”.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 april 1928

De Reformatie | 8 Pagina's