GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De filmiscbe roman.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De filmiscbe roman.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bg de bespreking van de reportage-kunst behandelde ik in het vorige artikel het boek van B. Strpman: „Stad" als origineel-nederlandsche proeve van het soort.

Met evenveel recht echter zou men het kunnen indeelen hij.de tweede categorie van nieuwezakelijkheidsboeken: de z.g. filmische romans. Want de karakteristieken van dezen filmischen rcman zijn er evenzeer in aan te virijzen, als die van de reportagekunst. De beide literatuurvormen liggen trouwens zeer dicht bij elkaar wat betreft htm effecten: het filmische is een belangrijk bestanddeel van den reportage-roman en de reportageconstructie ligt ten grondslag aan den filmischen roman.

Do benaming filmische roman is, als de meeste termen* der nieuwe-zakelijkheidskunst, aan het Duitsch ontleend. Op het eenvoudigst uitgedrukt beteekent ze: de roman, als een film. Het woord filmisch wordt immers betrokken op a: lles wat is als de film.

Deze filmische roman is dus niet, wat men allicht zou kunnen denken: de tot film omgewerkte roman.

We kennen deze moderniteiten in de practijk wel. Van den roman, die tot film werd omgewerkt, dat is dus, die gedramatiseerd en gespeeld werd ter vertooning op het witte doek, zijn vele voorbeelden te noemen. „De Negerhut" van Mevrouw Beecher ; . - -atp.w©^., „B8, .G: ebi»iedBrs .Kajamazow'..'. van.Qofsto-. jewski, „Quo Vadis" van Sienkiewitz, „lm Westen nichts neues" van Remarque, en andere bekende romans werden verïilmd '— meestal niet ten voordeele vtm hun artistiek gehalte. Om de actie te bereiken, die het spel vordert, moesten de regisseurs dikwijls tot toevoegingen en weglatingen hun toevlucht nemen, die aan bepaalde passages een heel ander karakter gaven.

Deze omwerkingen worden echter niet bedoeld, als WO van filmische romans spreken. Het verfilmdzijn is trouwens ©en bijkomstigheid, die met den roman als literatuur-vorm niets te maken heeft. En het „filmisch" heeft in de verbinding met roman juist wèl met den roman als literatuurvorm te maken; 't wijst het karakter en het type aan.

De filmische roman is de roman, die in zijn opzet en samenstelhng is als „het filmische procédé, de uitdrukkingsgestalte bij uitnemendheid van den snellevenden, •koortsachtigen, bijna machinaal levenden tijd, waarin de menschen door krant en bioscoop tot het korte en afgestootene gedreven worden", zooals een essayist schreef. De roman dus als een film, waarin het gebeuren snel en abrupt, zónder overgangen of ontleding, aan het oog van den lezer voorbij raast. Voor de continuïteit, het in volgorde samenhangende, is het tafreelmatig© in de plaats gekomen, voor het motiveerend© door berodeneering het verklarende door aanschouwing, voor het beeld-in-woorden het beeldin-lijnen. De optische zegging, waarover ik sprak in hot vorige artikel, is hier hoofdzaak, en het verhalende, dat uiteraard zekere continuïteit meebrengt, wordt gevonden in het telkens doen terugkeeren van dezelfde personen en een te voren al aanschouwde omgeving. Naast elkaar stelt de filmische roman verschillende situaties en hun onderling verband , komt alleen uit in de gelijkheid van locaal.

In dezen zin is dus „Stad" van Stroman zoo'n filmische roman. De gelijkheid van locaal is het eenig-verbindende van de vele korte en felle impressies, die het boek geeft. En hun totaliteit maakt er een geheel van: stad, d.i. Rotterdam, zo c als het leeft en werkt.

Toch verschilt Stromans werk in zooverre van den filmischen roman — daarom is het naar mijn meening jneer reportage-kunst —, dat het niet „een verhaal" brengt. De beelden staan en blijven opzichzelf, hebben elk voor zich wel iets verhalends, maar geven, opgeteld en samengevoegd, niet één verhaal. En dat is, bij den filmischen roman wèl het geval. Die heeft ook verschillende, in eens voorbijglijdende en in eens weer verdwenen f ragmen ten-van-het-levende beeld, maar in die fragmenten zijn telkens ilitsen van Tiet vorige: men herkent den man, de buurt, de fabriek, de situatie uit een voorafgaande „acte", maar ziet ze nu anders, onder ander licht en op een ander oogenbhk. En die verschillende andere beelden vormen dan met elkaar het verhaal.

Het nieuwe-zakelijkheidskarakter springt hier onmiddellijk in 'toog. Het dadelijke, korte, snelle, toegrijpeiide, dóór-brandende is ook hier de hoofdzaak, 't beeld van het reëele leven, zooals het is, ontdaan van all© uiterlijkheid en bijkomstigheid. En voorwaarde voor den auteur van den filmischen roman is evenzeer: temperament, snelle accomodatie, flair, scherpe kijk. De schrijver van den filmischen roman heeft geen tijd voor inleidingen en verklaringen: optische wegging moet ook bij hem alles doen, maar, precies als de filmregisseur, laat hij ter herkenning en verbinding van tijd tot tijd even iets van het vorige wéér op 't papier komen en de toeschouwer, in casu de lezer, maakt dan zélf wel het verhaal.

Zooals de naam komen ook de typeerende voorbeelden uit Duitschland.

„Metischen im Hotel" van Vichy Baum b.v. is een van de duidelijke Duitsche proeven: ni©t zonder reden wercl het boek dan ook aanstonds, onder régie van de Schrijfster zelf. tot film bewerkt. 't is een verhaal, maar niet een continuïteit. De beelden van een Otternschlage, Kringelein, Preysing e.d. staan op z'ichzelf, los van elkaar; hun met elkaar verschijnen is ©en absolute reden-loosheid; het tegelijkertijd gast zijn in eenzelfde hotel. En tóch zijn die beelden door een telkens, dikwijls slechts en-passant wéér-verschijnen, verbonden en wordt het geheel, het boek, een verhaal, een roman.

Het tegenwoordig veel gelezen boek van Hans Fallada, Was nim, kleiner Mann? (een sterk socialistische, door Nico Rost hier geïmporteerd© roman) is ©en tweede voorbeeld. Pinneberg, d© hoofdfiguur en zijn vrouw Emma Mörschel zijn d© uit de werkelijkheid der groot© stad (Berlijn) gefilmde paupers, wier onophoudelijk bewegen ©n zich verplaatsen tal van korte, scherpe, opzichzelf-blijvende beelden geeft, maar het verhalende element is weer hun telkens terug-verschijnen op 't tooneel, temidden van de baaierd van het groote-stadslev©n. Het grauwe van de armoede ©n 'h©t helle van de lichtende luxe, de holoogige honger naar levensmogelijkheid en de over-verzadigd© jacht naar l©vensgenot wisselden, zonder overgang, als de meest-scherpe contrasten elkaar af; bet jagende, razende, grijpende, parasiteerend©, zwoegende, onvermoeide en tegelijk oververmoeide van de wereldstad komt in ordeloos verband op 't doek maar Pinneberg en Emma schuiven ©r voortdurend door-203 heen-en In en door hun figuren wordt het boek een verhaal, een roman. (Tusschen haakjes voeg ik daarbij een voor onzen kring geheel ongewenschten roman, wijl een fel-socialistische charge).

En zoo zijn er meer — al zijn er weinig zóó sprekende vertegenwoordigers. „Blut und Celluloid" van H. E. Jacoh, „H©11 in Trauense©" van Vichy Bamn (beide ook in ' t Nederlandsch vertaald) kunnen ook als filmische romans worden aangemerkt, evenals het uit Amerika afkomstige „Twee en veertigste parallel" van Dos Passos) of „Joden zonder geld" (van Gold).

In onze eigen literatuur deed de filmische roman natuurlijk ook zijn intrede. Ik zeg natuurlijk, want d© nieuwste literatuur is een directe weerslag op buitenlandsche stroomingen, een bijna opzette^ lijke reactie tegen de hoUandsche „burgerlijkheid"', die in een vorig deoe^nnium 'hoogtij vierde.

Boeken als „Bed en Wereld" van Joh. Otten, „D© Haven" van Leo Ort, „De ontwakende stad" van P. Veen, „De kleine Parade" van Henr. v. Eyk zijn min of meer duidelijke representanten van het soort, 't Best als zoodanig geslaagd zijn nog de communistische propaganda-roman „Brood" vari Maurits Dekker en „Reflex" van denzelfden auteur; Dat boek „Brood" geeft óók zoo'n filmisch-bedid van Rotterdamsch leven, met telkens optredende figuren (de Manke, de communist Dolf, Anna Gronner, de fabrieksarbeidster, commissaris Clement, de kapitalist pernis, enz.) als de verbindende elementen. Als communistische roman is het boek een hol en mislukt tendenz-product, maar als filmisch© roman is het een specime van moderniteit, dat ik in deze artikelenserie van „aanteekeningen over nieuwe zakelijkheidsboeken" niet onvermeld kan laten.

Het behoeft, na wat ik ten voorbeeld aanwees, wel geen betoog, dat dez© filmisch© roman, zooals w© dien tot nu toe kennen, een roman-soort is, dat in onze gezinnen niet thuis hoort. Hij is ethisch, ' volkomen verwerpelijk en volgens het standpunt dat ik altijd in dez© rubriek verdedig, beslist dat over de in te nemen houding. Meer misschien dan eenig ander modern genre is de filmische roman, althans tot nu toe, een specifiek socialistisch eai communistisch literatuur-soort. Maar als nieuwe-, zakelijkheidsvorm is hij ^eer karakteristiek.

Of hij hterair iets beteekent? 't Is moeilijk ovet: een zoo gloed-nieuw© , uituig eenig oordeel uit te spreken. Hij voldoet aan de modemiteits-eischah, dat is in 't algemeen gesproken, wel zéker. Maar of die moderniteit literaire waarde zal blijken te bezitten is nog een vraag. Voor mijn gevoel is er tusschen een film ©n ©en roman een te groot wezensonderscheid, dan dat ©en filmische roman een artistiek© mogelijkheid zou zijn. Iri wat dé eigen literatuur ten dezen tot op dit moment heeft voortgebracht zie ifc althans die artisticiteit niet.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 maart 1933

De Reformatie | 8 Pagina's

De filmiscbe roman.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 maart 1933

De Reformatie | 8 Pagina's