OPVOEDING EN ONDERWIJS
„Onflerwijsvernieuwing".
Van alle kanten klinkt weer de roep om onderwijsvernieuwing. Men ziet zich namelijk in menig opzicht teleurgesteld. De verwachtingen waren zoo hoog gespannen. Men had veel aan het onderwijs ten koste gelegd: mooie scholen gebouwd, de beste leermiddelen aangeschaft, de leerstof nog al wat uitgebreid. En nu viel de oogst van kennis bij de jeugd toch nog tegen. In een vroegere periode had men van de school ook heel wat verwacht in betrekking tot de zedelijke vorming, 't Was toch uitgesproken, dat men gerust scholen kon bouwen: men kon het geld daarvoor wel aan de gevangenissen besparen. De raensch met een goed ontwikkeld verstand zou zoo goed eigen belangen en die van den naaste inzien, dat straf en rechtsverA'olging overbodig zouden worden.
En nog verdenk ik er heel wat menschen van^ dat ook zij nu nog te veel van de school verwachten. Zij meenen maar, dat alles wat we dte kinderen daar meegeven of trachten mee te geven, ook wordt meegenomen en bewaard'. Maar daar staat niets van in. Ze laten eenvoudig vallen, wat ze niet kunnen dragen. Dat doen wij ouderen toch ook. Onnoodigen ballast sleepen we toch niet mee door het leven.
Ook ben ik van meening, dat op de School met den Bijbel de klacht over teleurstelling wat de resuUaten van het onderwijs betreft, niet zoo groot zijn. Dat staat, dunkt mij, in verband met onze andere doelstellüig. De materieele kennis wordt door ons niet geminacht of verwaarloosd', maar is ons toch niet het een en het al. Ook al zijn dei kmderen wat van de leerstof vergeten, b.v. wat jaartallen, dan is daarmee de vrucht van het geschiedenisonderwijs niet weg; neen, de kinderen houden wel vast, welke beschouwing door den onderwijzer mede naar voren werd gebracht Het onderwijs behoefde niet gehouden te worden in de neutrale sfeer. De kinderen hebben leeren zien, dat Gods hand de draden der historie houdt en het leeft vol bewondering mee met de mannen, die goed' en bloed' veil hadden voor de vrijheid van godsdienst.
Zoo kunnen er heel wat détails vergeten worden, zonder dat wij constaleeren, dat het onderwijs vruchteloos geweest is. De kennis is ons niet het één en het al, hoe belangrijk wij ze ook schatten. Daarom tellen we ook nauwkeurig met de kinderen het aantal van de mppldraden van de plant, maar wij vinden niet noodig, dat ze die getallen onthouden. Neen, de wijsheid van den Grooten Werkmeester hebben ze leeren zien en die blijft hun bij en, merkwaardig genoeg, blijven in verband daarmee ook nog wel wat bijzonderheden in het geheugen hangen. Waar men van alle zijden gezocht heeft naar een vast aaneengesloten geheel van kennis, naar een middelpunt, waaromheen al het andere gegroepeerd ligt, daar hebben wij in onze scholen dat op de meest natuurlijke wijze, als we als doel van alle onderwijs stellen, dat het kind zijn Schepper moet leeren kennen. En als we dan de heerlijke overeenstemming zien tusschen wat de Heilige Schrift ons geeft en wat het boek der Natuur ons predikt, dan kunnen we onzen kinderen iets geven, waar ze hun leven lang vat aan hebben.
Hiermee is allerminst uitgedrukt, dat er bij ons geen mogelijkheid van verbetering ondersteld wordt. Integendeel, de Schrift houdt ons voor, dat men den jongen de eerste beginselen zal leeren „naar den eisch zijns wegs". En rusteloos behooren we daarom te zoeken naar de beste methodes, naar de meest geschikte stof voor de bepaalde leeftijden van de kinderen. En als de roep uitgaat voor onderwijshervorming, dan leggen wij ook ons oor te luisteren en dan willen we graag ons woord mee spreken.
Want daar komt nog iets bij. Als zoo algemeen
geklaagd wordt, dat we voor ons vele goede geld bij onderwijs nog zoo weinig gekregen hebben, dan dreigt het gevaar, dat van Overheidswege wordt ingegrepen, dat aan de scholen een leerplan wordt opgelegd. En daar schuilt dan weer voor de vrijheid van beweging bij het ondei"wijs een groot gevaar in. We zijn besliste tegenstanders van dat „van boven af". En daarom zal menigeen zich er over verheugen, dat men den roep om oriënteering in dezen ook in onze kringen heeft opgevangen. Zoo zal er in* de z.g. herfstvacantie een Paedagogische Conferentie voor het Chr. Lager Onderwijs worden gehouden, onder leiding van Prof. Dr J. Wateiünk. Er zal daar worden gesproken over de principiëele grondslagen, de wettelijke en de practischio mogelijkheden van de Onderwijsnieuwmg, terwijl dan meer in het bijzonder zullen worden besproken de vakken: Taal, Geschiedenis en Rekenen op de Chr. School. Als ik nu nog de sprekers noem: Prof. Waterlnk, de hoofdinspecteur Van Nes, de heer Stemerding, Dr Kalsbeek icn de inspecteur Van der Zweep, dan zal menigeen goede verwachtingen gaan koesteren.
De Conferentie wordt gehouden: 27—29 October op de Ernst Sillem-Hoeve. Men kan zich voorloopig reeds aanmelden bij J. Nauta, M. H. Trompstraat 9, Amsterdam (W.).
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 juli 1938
De Reformatie | 8 Pagina's