OPVOEDING EN ONDERWIJS
Resultaten van een Enquëte.
Zooals men weet zou de Commissie voor Onderwijsvernieuwing Chr. Onderwijs een onderzoek instellen bij het moderne bedrijfsleven naai- de resultaten van het gewoon Lager Onderwijs. Bij' de bedrijven toch komt men dagelijks in aanraMng met de jongelui en daar kan men zich rekenschap geven van de vraag, of deze leerlingen van de Lagere School zoO' toegerust zijn als voor dat bedrijfsleven nuttig en noodig is.
Het resultaat van deze enquête werd dezer dagen gegeven in een Rapport, dat bij de firma Oosterbaan en Le Gointre, Goes, vei'scheen. (Prijs f 1.—).
Dat boekje moet door alle scholen aangeschaft worden en geen onderwijzer mag het ongelezen laten. Hier worden verscMllende stemmen uit de praktijk gehoord en dan moet de school luisteren.
De commissie vat die hoofdzaak van de klachten uit de ingekomen brieven in drie' punten samen:
lO'. De jongelui zijn niet in staat om vooral op het gebied van rekenen en Nederlandsche taal eenvoudige verriclitingen te doen zondelr fouten.
2o'. Hun persoonlijkheidsvorming laat veel te wenschen over; verantwoordelijldieidsgevoel en karaktervastheid! ontbreken al te zeer.
3o. Het gericht zijn naar de levenspraktijk, waarbij 't vooral aankomt op' rustig, heglrijpend zich instellen en met inzicht voor die cortcrete situatie de dingen te doen, ontbreekt schier te ©enen male.
Punt 1 brengt dus de bevestiging van wat in de laatste jaren over het onderwijs werd geklaagd. Do school had zich te veel laten leiden door lOischen, die door het latere ondörwijs werden gesteld en zich te weinig gericht op de praktijk. Ik meen, dat de school m de laatste jaren al heel wat anders geworden is. De methodes die verschijnen, ik noem nu ook maar de vakken rekenen en taal, leveren het bewijs, dat de school die eindonderwijs geeft, krachtige pogingen doet, meer in praktische richting te gaan. Ook dit rapport geeft weer een gezonde prikkel in die lijn voort te werken.
De klacht van punt 3 sluit zich daarbij aan. Als ik die klacht lees, vraag ik mij af, wat men toch van kinderen van 13, 14 jaar verwacht.
Ik ben erg dankbaar, dat de rapporteur (Prof, Waterink) er op wijst, dat voor den eisch, die daar gesteld wordt, een groote mate van intelligentie noodig is. En nu heeft de school ook de taak da intelligentie te activeeren, waar die aanwezig is, maar zij is niet in staat die te wekken, waar ze ontbreekt. Telkens blijkt weer, hoe langzaam vele menschen de noodige routine krijgen in velerlei werk. Al doende leert men. En daalrom mag men den eisch niet stellen aan 'de Lagere School^ dat ze de kinderen in dit opzicht reeds klaar moet maken.
Nog meer overdreven komt het mij voor, wat in punt 2 wordt geklaagd. Ik vraag weer, wiat men toch verwacht van kinderen, die pas van school komen. „De persoonlijkheidsvorming laat te wenschen over, verantwoordielijkheidsgevoel en kaïraktervastheid ontbreken al te zeer". Ik moet er even aan herinneren, dat het hier gaat over onderwijsvernieuwing en nu is het wel zeer de vraag, of de school aansprakelijk kan worden gesteld voor het tekort, dat hier bij de jeugd wordt geconstateerd. Het is daarom goed, dat Prof. Waterink herinnert aan de rede, die hij over „karaktervorlming" in 1937 op de vergadering van , jDe Unie" hield. Hij haalt er een groot stuk uit aan. En dan wijst hij er b.v. op, dat de school het niet gemakkelijk zal hebben, wanneer zij aan de karakteropvoeding mee zal werken. „Allerlei elementen werken in ongunstige richting. Valsche lijdelijkheid, en tegenzin tegen een gezonde en noodzakelijke opzettelijkheid, een sleurhouding van geslacht op geslacht en bovenal de ontzaglijk uitgebreide gemakzucht bij vele ouders, zijn evenzoovele gevaren voor de recht christelijke opvoeding, speciaal voor de christelijke karakteropvoeding".
Zonder twijfel heeft de school hier een taak. En zij heeft reeds veel invloed ten goede geoefendl Ik geloof niet, dat de vernieuwing van de school op dit terrein moet worden gezocht. Daarom hoop ik, dat ook dit Rapport weer een nieuwen prikkel mag geven aan onze onderwijzers, om bij' de keuze van de leerstof en bij de verweridng van die stof met de leerlingen vooral de toekomst van de kinderen in bet oog te houden.
Men heeft de school wel eens het meest conservatieve instituut van onze samenleving genoemd. Ik meen, dat idie beschuldiging al lang gelogenstraft is. Maar de school heeft altijd wel veel geleden van de medicijnmeesters. Daarom staat ze wel eens een beetje in afweerhouddng. Ze moet het goede dat er is, bewaren. En vendelr dienen dia onderwijzers altijd maair open te staan voor goeden raad. Daarom moeten ze dit rapport lezien.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 november 1939
De Reformatie | 8 Pagina's