BACH.
Ik hoor de donderende branding in zwarteii [wolkennaoM, dow rotsenkust in spattend schuim omhoog- [gestuwd, die neergestort opnieuw de golvenmassa's \hwwt, steeds opwaarts worstelend in nooit vermoeide [kracht. 'k Zie in een trotschen Dom gothieke bogen- [pracht; verheven stemmenvlucht wordt in een klanken- [zuil gekluwd. Het duister leed is hier tot goddelijke rust [geluwd, gezuiverd in kristaXlenglans van onverganke- {lijk smaragd. Ik hoor in doffen tred den Man van Smarten [gaan, tot vallens toe gekromd door eeuwenlangen [last; de doodsche heUekloof moet tot den bodem [afgetast. Het luid verlossingswoord scheurt in een [breede baan den ouden scheidingswand ter eeuw'ge sege- [vaan: de toegang tot den Troon ligt aJs een anker [vast.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 27 april 1946
De Reformatie | 8 Pagina's