GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De nieuwe Kerkorde van de Ned. Herv. Kerk en de Geref. Bond

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De nieuwe Kerkorde van de Ned. Herv. Kerk en de Geref. Bond

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

KERKELIJK LEVEN

Dat behalve Dr G. P. van Itterzon ook de Geref. Bond in de Hervormde Kerk weinig gesticht is over de nieuwe kerkorde, is verstaanbaar voor ieder, die iets van geschiedenis en streven van deze Bond weet.

Een studie-commissie uit zijn midden was in Mei 1948 eenparig tot de conclusie gekomen, dat het ontwerp-Kerkorde volstrekt onaanvaardbaar was. Mede namens het Hoofdbestuur van de Geref. Bond heeft ze dit ook aan' de synode meegedeeld.

Tevens zijn de redenen genoemd, waarom men meende tot zulke conclusie te moeten komen; enkele van de geopperde bezwaren volgen hier.

Art. 1 van de nieuwe kerkorde zegt, dat de Ned. Herv. Kerk „bestaat uit al de Hervormde Gemeenten". Hier wordt, zegt de Studie-commissie, de plaatselijke gemeente gezien als deel van de algemene Kerk, en wel als samenstellend deel. Daardoor wordt tekort gedaan aan de zelfstandigheid van de plaatselijke gemeente. De macht wordt verlegd naar de Synode, die dan van boven af dicteren kan.

Art. 5 spreekt over de ambteUjke vergaderingen; de Studie-comm. merkt op, dat de bestudering van dit artikel leidt tot de verklaring, dat het synodale karakter zó het presbyteriale overheerst, dat van het presbyteriale niet veel tot zijn recht komt. In het gehele ontwerp wordt aan de meerdere vergaderingen, raden, commissies en organen zoveel bevoegdheid gegeven, dat de zelfstandigheid van de plaatselijke gemeente schier verdwijnt.

Over organen van bijstand, ingesteld door generale synode, prov. of classicale kerkvergadering, handelt art. 6. De studie-comm. is van oordeel, dat dergelijke organen en raden, die veel meer dan een raadgevende en helpende functie hebben, daar waar hun hulp en raad gevraagd wordt, thans vormen een episcopale bedreiging voor het leven der kerk. Gevreesd wordt, met al de in de nieuwe kerkorde voorkomende raden, organen en commissies, voor een o v e r o r - g a n i s a t i e, die niet alleen ondragelijke financiële lasten met zich mee zal brengen, maar het kerkewerk zeer bemoeilijken zal.

De ernstigste bezwaren zijn intussen gerezen tegen art. 10: Van het bel ij den der Kerk. Het begin daarvan luidt: „In dankbare gehoorzaamheid aan de HeiUge Schrift als de bron der prediking en enige regel des geloofs, doet de gehele Kerk, ook in haar ambtelijke vergaderingen, in gemeenschap met de belijdenis der Vaderen en in het besef van haar verantwoordelijkheid voor het heden, zich strekkende naar de toekomst van Jezus Christus, belijdenis van de zelfopenbaring van de Drieënige God".

De Studie-comm. corrigeert aldus: Men kan wel spreken van dankbare gehoorzaamheid aan God, maar niet van: dankbare gehoorzaamheid aan de Heilige Schrift. — Achter „de Heihge Schrift als bron" worde ingevoegd: „en maatstaf". — De uitdrukking: „in gemeenschap met de belijdenis der vaderen" houdt nog niet in kerkelijke binding aan de belijdenis; men leze daarom: „i n overeenstemming met de belijdenis." — In plaats van „belijdenis der Vaderen" kome: „haar belijdenis". Het is voor de kerk niet genoeg, uit te spreken, wat de belijdenis der vaderen is geweest, doch het is voor haar noodzakelijk uit te , spreken wat haar eigen belijdenis is.

Zo heeft de Gereformeerde Bond willen amenderen.

Nog zo dwaas niet, zal men zeggen. Inderdaad.

En die wijzigingen wogen de Bond héél zwaar. De kerkorde zou er voor zijn besef mee staan of vallen.

Werden ze niet aangebracht, dan was de nieuwe kerkorde volstrekt onaanvaardbaar.

Van de voorgestelde verbeteringen kwam echter bitter weinig terecht.' De synode verwierp vrijwel alle ingebrachte bezwaren.

. Dus nu verwierp de Gereformeerde Bond ook de kerkorde? Hij zei: we hebben van te voren gezegd: als 't ontwerp blijft zo als het is, kunnen wij 't n i e t aanvaarden? Hij hield voet bij stuk, en persisteerde, gedachtig aan het Schriftwoord: laat uw ja zijn ja, en uw neen, neen? u

Misgerekend.

De Geref. Bond boog al sputterend het hoofd en aanvaardde het onaanvaardbare. Maar men troostte zich. Op de Jaarvergadering, 19 April 1951, te Utrecht gehouden, zei de secretaris van 't Hoofdbestuur: „Vervult de invoering van de nieuwe kerkorde ons met smart, omdat deze toch practisch hierop neerkomt, dat er ondankê de gemeenschap met de belijdenis der vaderen een compromis blijkt te zijn tussen orthodox en vrijzinnig, toch blijft het een historisch moment in de geschiedenis van de kerk, toen de leden der Synode, die tot de Geref. Bond behoren op een enkele uitzondering na neen hebben gezegd. Het is waar, dat we bij de totstandkominp' van de nieuwe kerkorde weinig hebben kunnen bereiken; daar staat echter tegenover, dat de invloed van het gereformeerd beginsel aan de winnende hand is "

Zeven van de negen leden van de Geref. Bond durfden tegen het ontwerp stemmen. En de Bond maakt het best, breidt zich uit!

Aldus getroost gaan we verder.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 3 mei 1952

De Reformatie | 8 Pagina's

De nieuwe Kerkorde van de Ned. Herv. Kerk en de Geref. Bond

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 3 mei 1952

De Reformatie | 8 Pagina's