GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Martelaren

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Martelaren

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

ccxin.

JOHN HOOPER.

De eerste Puritein van Engeland mag John Hooper wel genoemd worden. Hij werd geboren in Sonwird-shire en studeerde een tijdlang aan de Universiteit van Oxford in de letteren. Toen het Gode behaagde hem de oogen te openen voor de waarheid, die in Christus Jezus is, zooals die door de Reformatie der i6e eeuw gepredikt werd, raakte zijn leven in groot gevaar. Vooral was dit het geval, nadat Gardiner vergeefs beproefd had, hem van de Reformatie afkeerig te maken. Hij werd vervolgd, krachtens de zes artikelen, binnen welke Hendrik VIII, die toen regeerde, de Reformatie wilde beperken, en die hij overschreed. Verkleed kon hij echter nog wegkomen, eerst naar Frankrijk en daarna naar Zwitserland, waar hij te Bazel en te Zurich langen tijd vertoefde en door innige banden van vriendschap aan BuUinger verbonden" werd (1537), Met warme liefde wierp hij zich in het land der vreemdelingschap op de studie der theologie en der oude talen, vooral van het Hebreeuwsch, Te Zurich trad hij, op raad van Bullinger, in den echt. Met dezen zelven bleef hij, zelfs na zijnen terugkeer, in correspondentie. Een zijner merkwaardigste brieven is wel die, waarin hij zijnen vaderlijken vriend mededeelde, dat Cramner en de andere bisschoppen van Engeland in alles met de Zwitsersche kerken overeenstemden.

Nadat Eduard VI in 1549. den Engelschen troon beklommen had, keerde Hooper in zijn vaderland terug. Terstond trad hij toen als prediker op, In het begin beklom hij daartoe niet den kansel, omdat zijne kleeding verschilde van die, welke de geestelijken dier dagen gewoon waren te dragen, en de bisschoppen hem nog geene toestemming hadden gegeven om te prediken, ofschoon de hertog van Sommecret, de voogd des jongen konings, hem die wel verleend had. Dit was hem echter geen hinderpaal in de prediking. Onder eenen grooten toeloop van menschen van allerlei rang en stand predikte hij en bestreed daarbij de leer des Pausdoms, Zijn ijver en welsprekendheid maakten hem tot den meestgeliefden prediker van .Engeland na Latimer, Dojr zijn toedoen verloor ook de Roomsche bisschop Bonner het bisdom Glocester, Onverschrokken trad Hooper dagelijks tweemaal, soms zelis driemaal, op met de prediking van Christus en Dien gekruisigd. Over het algemeen was hij minzaam, ofschoon sommigen wel klaagden over zijne deftigheid en teruggetrokkenheid.

De graaf van Warwich koos Hooper tot zijnen kapelaan en wist te bewerken, dat hij tot bisschop van Glocester werd benoemd, Den isen Mei 1550 kreeg hij deze benoeming, maar niet vóór den 8en Maart 1551 werd hij gewijd.

gewijd. De oorzaak van dit uitstel lag in het bezwaar dat hij had, om dit bisschoppelijk ornaat aan te trekken. Ofschoon dit wel * eenigszins verschilde van dat des Pausdoms, was het hem toch nog te Roomsch, Evenmin was hij gezind den eed van den aartsbisschop Ie doen, omdat die eindigde met de woorden JZOO helpe mij God.^ alle heiligen, enz. Deze laatste woorden ergerden hem. Cramner, die toendertijd aarts­ bisschop van Canterbury was, trachtte zijn bezwaren op te lossen. Tevergeefs, De graaf van Warwich verzocht Cramner om toegeeflijkheid, doch deze zag er tegen op haar te betoonen uit vrees, dat de Roomschgezinde bisschoppen ook om concessies zouden komen op punten van hooger belang. Toch zocht hij den raad van Bucer, professor van Cambridge en van Petrus Martyr, professor van Oxford, De eerste verklaarde zich in het algemeen tegen het bisschoppelijk ornaat, daar dit het bijgeloof in de hand werkt. Evenwel was hij van oordeel, dat Hooper zich dit gewaad moest laten welgevallen, omdat zij wettig was ingevoerd. Zoo oordeelde ook Martyr, Toch veranderde Hooper hierdoor niet van inzicht. Hij zond zelfs een geschrift in het licht, waarin hij zijnen tegenstand rechtvaardigde, terwijl hij ook predikte tegen het ornaat, waardoor hij aanleiding gaf tot oproerige bewegingen onder het volk. De geheime raad stelde Hooper toen onder toezicht van Cramner. Doch ook dit joeg hem geen vrees aan. Ten leste werd hij gevangen genomen. In den kerker werd hij toegeeflijker. Hooper verklaarde zich bereid om den eed te doen, mits hij niet bij alle heiligen behoefde te zweren. Dit geschiedde en Hooper predikte voor den koning in bisschoppelijk ornaat. Sinds echter vertoonde hij zich zelden in het zoogenaamde geestelijk gewaad. Alleen wanneer hij voor den koning, of in de hoofdkerk, of bij eene feestelijke gelegenheid moest optreden, droeg hij het. Nadat hij nu m Maart 1551 zijne wijding ontvangen had, was hij zoowel in het bisdom van Glocester als in, dat van Worcester ijverig werkzaam als prediker en herder. De scholen trok hij zich bijzonder aan, terwijl hij de tucht, zonder aanzien des persoons, handhaafde. Dat niet allen dit goedkeurden, kunnen wij begrijpen. Eens kwam het zelfs zóóver, dat een edelman, dien hij bestraft had. omdat hij zijnen echt gebroken had, hem mishandelde.

Toen onder de regeering van Maria de Bloedige de Roomsche kerk weer tot aanzien kwam, ondervond Hooper spoedig, boevele machtige vijanden hij had, die hem haat'ten om zijne belijdenis der waarheid en getrouwheid in zijn ambt. De koningin riep , hem naar Londen onder voorwendsel, dat hij aan de kroon eene groote somme gelds schuldig was. Zijne vrienden rieden hem aan te vluchten. Maar de martelaar weigerde dit. Hij toog naar Londen en werd daar gevangen genomen, Eenigen tijd daarna werd hij voor een geestelijke rechtbank gedaagd en met hem de bisschop Rogers. De laatstgenoemde bezweek voor de stem der verleiding uit vreeze en herriep zijne belijdenis. Doch Hooper bleet staande door de hulpe Gods. Derhalve werd hij verklaard een ketter te zijü en van zijne priesterlijke waardigheid ontdaan. Toen moest de wereldlijke rechter het vonnis uitspreken. Wat kon dat anders zijn dan een doodvonnis, dat te Glocester zou uitgevoerd worden ? I-Iierover verheugde zich de martelaar, omdat hij hoopte in zijn stervensure die gemeente nog te kunnen stichten, wier herder hij gedurende zijn leven was geweest. Te voet werd Hooper naar Glocester gevoerd. Toen hij aan den brandstapel stond, werd hem verboden lot het volk te spreken. Daarom droeg hij in een luid gebed het volk den Heere op. Drie kwartier duurde zijn lijden aan den brandstapel. Vooreerst wilde het groene hout niet goed branden. Hooper verzocht meer hout aan te voeren, daar slechts zijne voeten konden branden. Toen hierin voorzien was, blies een sterke wind het vuur gedeeltelijk van hem at. Men zag hem dan ook nog, nadat zijne linkerhand was afgebrand en afgevallen, met de rechterhand op de borstslaan eii hoorde hem töt Jezus Christus roepen. Toen stierf hij.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 15 maart 1896

De Heraut | 4 Pagina's

De Martelaren

Bekijk de hele uitgave van zondag 15 maart 1896

De Heraut | 4 Pagina's