GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Ons Avondmaals-Formulier.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ons Avondmaals-Formulier.

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het verheugt ons, dat Dr. B. Wielenga, trots z^n drukken en veelomvattenden arbeid als predikant te Amsterdam, nog tijd heeft kunnen vinden om zijn verklaring van de liturgische geschriften, die hij als redacteur van de Gelderscke Kerkbode begon, voort te zetten. Na eerst de rijke bondsgedachte van het Doopsformulier ontsloten te hebben, daarna in poetisch-schoone taal de heerlijkheid van het Christelijk huwelijk te hebben bezongen in zijn verklaring van het Huwelijksformulier, heeft Dr. Wielenga thans de kroon op dezen arbeid gezet door ons te verrassen met zijn verklaring van ons Avondmaalsformulier, die in ianigroystieken toon geschreven, wat diepte van geestelijk leven betreft, de beide voorgaande geschriften nog overtreft. Vermoedelijk zal met deze laatste studie Dr. Wielenga's arbeid ter verklaring van onze liturgie wel ten einde zijn, want de nog overblijvende Formulieren voor de bevestiging der Kerkedienaren en de oefening van de tucht, zijn voor de gemeente niet van zooveel belang en leencn zich ook minder goed voor een stichtelijken en practicalen commentaar. Doop en Avondmaal zijn de Sacramenten, die voor heel het kerkelijk leven beslissen. De Formulieren voor deze beide sacramenten zijn daarom van het meeste belang voor de gemeente en hierin spreekt de Kerk ook het rijkst haar geloofsleven uit. Neem hier desnoods het Huwelijksformulier bij, omdat de rechte beschouwing van het Christelijk huwelijk zoo groote beteekeuis heeft voor het ethische leven; maar met dit drietal Formulieren, die dan ook de oudste zrjn in onze liturgie, is de r^kste schat van onze liturgische geschriften u geboden. Wat hier nog bgkomt, raakt kerkelijke plechtigheden, die slechts een bijkomstig belang hebben.

Nu stel Ik dezen arbeid, dien Dr. B. Wielenga zich getroost heeft om de liturgie voor ons volk te verklaren, vooral daarom op zoo hoogen prgs, omdat dusver onze liturgie wel wat al te stiefmoederlgk bedeeld was. Aan verklaringen van onzen Heidelberger Catechismus zijn we zoo rijk, dat ge er bijna een boekenkast mee kunt vullen, maar al wat over onze liturgie verscheen, neemt aan plaatsruimte nog geen halve boekenplank in. En dat weinige wat over onze liturgie het licht zag, zooais de bekende werken van Eas, Barger, Gobius du Sirt en Blester veld, was meer van historischen aard en gaf meer de wordingsgeschiedenis onzer formulieren dan dat het ons inleidde in den rijken geloofsschat, die In deze kostelgke gedenkstukken van ons kerkelijk leven verborgen ligt. En wel bezitten we van het Avondsmaalsformulier een uitvoerige practic^le verklaring, door Jacobus van Houke, lidmaat der Hervormde gemeente te Valkenburg, geschreven in 1761, maar deze leekenarbsid uit het laatst der i8e eeuw is te breedsprakig en draagt te veel het stempel van den pruikentijd, om voor onzen tijd nog dienst te kunnen doen. Ook de met goud bekroonde verhandeling over onze liturgie van Menslnga, hoeveel geleerdheid hierin moge ten toon gesteld worden, is niet alleen door de nieuwere studiëa grootendeels verouderd, maar heeft ook daarom ons Gereformeerde publiek nooit kunnen aantrekken, omdat het een tendenz-geschrift uit de Groninger school is, feitelijk met geen ander doel geschreven dan om uit onze liturgie aan te toonen, dat de oorspronkelijke geest der Reformatie in ons land niet Calvinistisch, maar Zwingliaansch zou geweest zijn.

Er moest hier dus metterdaad pioniersarbeid verricht worden, en nu Dr. Wielenga deze studie voltooid heeft, mag een woord van hulde en dank hem niet worden onthouden. Van den lof, reeds bg de aankondiging van de beide voorgaande geschriften hem toegezwaaid, behoeft bg deze nieuwe studie geen woord te worden teruggenomen. Eer zou men kunnen zeggen, dat deze laatste vrucht ook de rijpste Is. In echt populairen toon geschreven, pakkend en boeiend van het begin tot het einde, getuigt deze verklaring van ons Avondmaalsformulier tevens van degelgke en grondige studie.

Van harte bevelen we daarom dit geschrift aan onze Kerken aan. Het is zoo noodig, dat de rechte beteekenis van Doop en Avondmaal weer uit de liturgische geschriften oczsr Kerk worde in het licht gesteld. Als droeve nawerking van de geestelijke icgezonkenheld eener voorgaande periode, worstelen we nog altoos met een beschouwing van deze beide Sacramenten, die lijnrecht in strijd Is met wat onze vaderen hebben geleerd. Wie het waagt In ocze dagen op te komen voor de echt Gereformeerde beschouwing van Doop en Avondmaal, wordt als een verkondiger van een nieuwe leer verketterd. Zal dit gebrek overwonnen worden, dan moet ons volk zgn liturgie wéér leeren verstaan, omdat onze Kerk daarin het rgkst haar belgdenis omtrent Doop en Avondmaal heeft uitgesproken.

Daarin ligt dan ook de verdienste van Dr. Wielenga's arbeid, dat hij dit op zoo uitnemende, Iaat me er bij voegen op zoo trouwe en eerlijke, wijze heeft gedaan.

Wel spaart hij de critlek niet en wijst h^ meermalen op hetgeen in onze litur^sche formulieren verbetering behoeft, maar deze critlek raakt den vorm, nooit den Inhoud. Met het geloofsstandpunt ^ onzer kloeke Gereformeerde vaderen is h^ het volkomen eens. Men voelt op elke bladzijde, hoe hg met heel zijn ziel is Ingedrongen In de rijke gedachtenwereid, die in onze liturgie is uitgesproken; dat ze al de liefde en bewondering van zgn h^rt gewonnen heeft; dat hij niet anders doen

wil, dan in de taal onzer dagen weergeven wat de opstellers onzer liturgie hebben gedacht. Er wordt nergens geknoeid om ia onze liturgie allerlei meeningen en gedachten in te leggen, die lijnrecht met de-bedoeling der opstellers in strgd zijn. Ge kr^'gt het echte goud, onvervalscht en puur, zoodat het in al z^n heerlijkheid voor uw zielsoog schittert. Met name blijkt dit bi wat hg in zijn tweede hoofdstuk over het nauw verband tusschen de belijdenis des geloofs en het Avondmaal en in het daropvolgende over de beteekenis van het Avondmaal zelf schrijft. Van een scheiding van belgdenis en Avondmaal wil hij niets weten, en nog veel minder gaat hij mede met de zoogenaamde Zwlogliaansche opvatting van het Avondmaal, die in dit sacrament alleen een gedachtenismaaltQd van Christus' dood ziet. De zooveel diepere mystieke opvatting van het Avondmaal, door Calvijn ons geleerd, wordt door Dr. Wielenga zoo beslist mogel^k gehandhaafd tegenover Mensinga en Gooszen. Gaarne vergeef ik om dit principieele pleidooi, door Dr. Wielenga geleverd, dat hij op een enkel ondergeschikt punt nog te veel concessies aan Prof. Gooszen doet, zooals met name in wat hij op bladzijde 397 in een noot schrgft over de ceremonie van het breken des broods, waar hij de voorstelling van Prof.Gooszen overneemt, alsof nl, deze ceremonie door Calvin eigenlijk niet noodig zou zi^n gekeurd. Ik kom echter op dit punt nader in een afzonderlijk artikel terug, omdat de legende, die hieromtrent door Prof. Gooszen in het leven is geroepen, toch eindelijk wel eens uit de wereld moet geholpen worden. Bij een herdruk van zijn boek, dien ik van harte aan Dr. Wielenga toewensch, zal hij dan op dit punt wel een correctie aanbrengen en tegel^k bij de literatuur over dit onderwerp met eere vermelden de studie van Dr. J. W. F. Gobius du Sart, wiens proefschrift over de liturgische geschriften ik niet ver meld vond, hoewel het toch een der beste verdedigingen van het Calvinistisch karakter onzer liturgie tegenover Mensinga en de zijnen is.

Behalve een uitvoerige verklaring van ons Avondmaalsformulier geeft Dr. Wielenga ook liturgische beschouwingen over de beste wijze, waarop het Avondmaal moet bediend worden. Met de door hem gegeven practische wenken kan elke Kerk winst doen, want Dr. Wielenga heeft een üjn tactgevoel voor wat bg de bediening van het Avondmaal stichtelgk is. Ik zou hem alleen willen vragen, of wat hij op bladzfjde 339 schreef, over de vaaag, of het geoorloofd is, dat elk Avondmaalsganger uit zijn eigen beker drinkt, wel klopt met wat hq op bladzijde 290 zoo bezielend schoon over de symboliek van het eten van één brood en het drinken uit één beker schreef. De ietwat nuchtere opmerking door hem gemaakt, dat in onze Kerken gemeenlijk niet één maar twee of meer bekers bij het Avondmaal gebruikt worden en er daarom geen bezwaar tegen is, evenveel bekers als er Avondmaalgangers zgn, op tafel te zetten, houdt m. i. geen steek. Voor het Avondmaal wordt evenmin één brood genomen, maar gebruikt men meerdere brooden, en toch zal hij zelf toestemmen, dat dit niet gelijk staat met het gebruik in de Roomsche en Luthersche Kerk om aan elk Avondmaalsganger een eigen brood of ouwel te geven. De symboliek, die schuilt in het eten van éen brood en 't drinken van één beker, gaat niet te loor, wanneer men twee brooden breekt en twee bekers bij het Avondmaal laat rondgaan, maar natuurlijk wel, als elk Avondmaalsganger zijn eigen brood .en zijn eigen beker krijgt.

Ook wat taal en stijl betreft, komt aan dit werk van Dr. Wielenga lof toe. Er zgn in dit boek wonderschoone bladzijden, die ook uit aesthetisch oogpunt een genot zijn om te lezen. Dr. Wielenga is een knap stylist, die de kunst verstaat boeiend te schrijven. Dat hij een zekere voorliefde heeft voor het gebruik van vreemde woorden duid ik hem niet te euvel; toch zou ik enkele uitdrukkingen liever vermeden zien: de frequentie van het Avondmaal, het geïnstrueerd worden door den Heiligen Geest, de functioneele werking des geloofs doen reeds ietwat vreemd aan, en nog meer, wanneer Dr. Wielenga spreekt van het „wonder onzer radicale verlossing". Ojk is het mij niet duidelijk, waarom Dr. Wielenga de Heilige Schrift altoos aanduidt als schrift zonder hoofdletter. Het sch^nt me minder eerbiedig toe en geeft bovendien tot misverstand aanleiding. Ook wordt door den schrgver wel eens tegen den stijl gezondigd.

Dat „de ; 7/Aw»»f der viering van het Avondmaal in onze kerken lang genoeg is" (blz. 368) sch^'nt me evenmin juist uitgedrukt, als wanneer hij op blz> 381 spreekt van een „dienst, die ^«/JcA/en gezegend wordt". Van de „warme weelde van ons Avondmaalsformulier" (blz. 324) kan ik me evenmin een voorstelling vormen als van „de geur die vaii de liefde afdauwt" (blz. 298). Terwijl, om nog een voorbeeld te noemen, een weduwe, „de tranen plengt bij de kist, waarin haar schat haar ontzonk" (blz. 293) bij mij een voorstelling wekt, die ik, om het tragische van het geval, maar liever niet nader aanduiden wil. Ook zijn enkele zinstorende fouten blieven staan, waardoor Dr. Wielenga soms lijnrecht het tegenovergestelde zegt van wat hij bedoelt, zooals op blz. 383, waar in het midden het woord dan uitviel. Er staat nu: „de lezing van het formulier, die, wanneer de prediking vervalt, niet na voorafgaand gebed en gezang mag ge schieden". Bedoeld is natuurlek: niet dan na voorafgaand gebed.

Maar al moest ik bij deze critiek op enkele vlekjes w^zen, toch doet dit niets te kort aan de waardeering, die ik .voor dit geschrift van Dr. Wielenga koester. Het is een geestelijk genot, aldus aan zijn hand te worden voortgeleid in den wonderschoonen hof van ons Avondmaals-formuUer. Hier, ik een gids, die elk pad kent, de schoonheid van elke bloem u toont, de sappigste vrucht u wijst en in de lommerr^kste priëelen u binnenvoert. Er is geen betere voorbereiding voor het Avondmaal, dan zoo aan zijn hand geleid ons Avondmaalsformulier te lezen. Hier is echte Gereformeerde mystiek, die uit den wortel van het Gereformeerde j geloofsleven opbloeit en daarom als van zelf u ook brengt tot het Sacrament des Avondsmaals, waarin de mystieke eenheid met Christus het rijkst wordt genoten.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 21 september 1913

De Heraut | 4 Pagina's

Ons Avondmaals-Formulier.

Bekijk de hele uitgave van zondag 21 september 1913

De Heraut | 4 Pagina's