GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Het kerkverband der Nederlandsche Gereformeerde Kerken, gelijk dat gekend wordt uit de handelingen van den Amsterdamsche Kerkeraad in den aanvang der 17e eeuw - pagina 63

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het kerkverband der Nederlandsche Gereformeerde Kerken, gelijk dat gekend wordt uit de handelingen van den Amsterdamsche Kerkeraad in den aanvang der 17e eeuw - pagina 63

Rede, gehouden bij het overdragen van het Rectoraat der Vrije Universiteit

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

tiEVBUSTÜCHT EN OPBÓUWiNG DËR

GEMÉESTË.

61

Godes kerk niet zou gelasterd worden, opdut zou geweerd worden wat bij lidmaten der gemeente Christi niet betaamt ^)! Welk een ijver voor de opbouwing en de stichting der gemeente, en om, bij de snelle uit-

') De kerkeraadsvergaderingen, die minstens eenmaal per week (maar ook vaak meer dan eenmaal) gehouden werden, en die doorgaans meer dan drie uren duuiJen (gelijk blijkt uit de notulen van 31 Jan. 1608, toen aan Ds. Helmichius, om hem tijd te geven voor de aan hem opgedragen bijbelvertaling, o. a. vergund werd om in de gewone vergaderingen seen ure twee ofte dry Later te comen na gelegentheyt"; Protoc. III, fol. 180 v), waren bijna altijd óf geheel óf voor ver het grootste gedeelte aan kei-kelijke levenstucht toegewijd. Zoo, om slechts één voorbeeld te noemen, zijn in de vergadering van 13 April 1617, toen er met betrekking tot den kerkelijken strijd zooveel gewichtigs overlegd en besloten is (zie hierachter in Bijlage C en F), toch vóór en na die besluiten niet minder dan tien gevallen van kerkelijke tucht, sommige vrij uitvoerig, behandeld: ook zelfs toen stond dat agendum nog op den voorgrond. Bij het laatste van die gevallen staat aangeteekend: «AIsoo D. P. drij mael ontboden zijnde, niet gecompareert en is: Is besloten datmen hem besenden sal nae gewoonte by eenen Predicant end Ouderlinck, Dit sullen doen D. Geldorpius end Karel Leenaerts" (Protoc. IV, fol. 215). En inderdaad was het «gewoonte", gelijk op bijna iedere bladzijde te zien is, hen die zich tegen de tucht verzetten, eerst tot driemaal toe te ontbieden, en dan nog, vaak bij herhaling, door eene commissie te bezenden. Reeds daaruit bleek het geduld en de liefde, waarmede die tucht werd uitgeoefend; en die straalt voorts overal door; niet alleen in de handeling n-et de geciteerden (ook b. v. in de reeds hiervoren blz. 34, noot 2, en blz. 35 aangehaalde handelingen met Remonstrantschgezinde lidmaten), maar ook hierin dat die handeling doorgaans goede vrucht droeg, al was het maar doordat de daarbij betrokken personen zich gewillig voegden. Er is waarlijk wel nooit aan gedacht, om, zooals in 1617 bij sommige Remonstranten het gerucht liep, «mondeling en schriftelijk aen de Magistraet te versoeken, sekre kerkelijke gevangenisse te maken, en daer in op te sluiten al de geenen die op de kerkelijke disciphne niet pasten". Brandt, die in zijne iïist. der Ref., Dl. II, blz. 512, van dat gerucht melding maakt, voegt er bij; sMaer dus gaf men, verstonden anderen [van de Remonstranten] d'argwaen al wat veel geloofs", en hij heeft er zelf blijkbaar ook geen geloof aan gehecht. Hetgeen echter niet verhinderd heeft, dat latere geschiedschrijvers dat gerucht toch voortdurend als een feit vermelden, en dan daarvoor verwijzen naar Brandt. Tegen zulk eene verdenking kan de kerkeraad gerust verdedigd worden. En zoo is het ook met de beschuldiging, die van burgemeester C. P. Hooft afkomstig is, als zou hij gewoon zijn «gemeene luiden voor de Consistorie te ontbieden, om saeken, die in persoonen van authoriteit (gelijk de groote vliegen onverseert door de spinnewebben passeren) over 't hooft gesien worden" (Brandt, Bist. der Ref., Dl. II, blz. 153). Ieder Amsterdammer wist dat toen wel beter; sommigen bij eigen ervaring. »Sender daerin yemant te verschonen", is het slot van een kerkeraadsbesluit van 13 Jan. 1611 (Protoc. Ill, blz 250r), dat ten aanzien van de tucht iets regelde. En dat dit werkelijk geschiedde, kunnen de Protocollen nu nog toonen. Kerkelijke censuur is wel degelijk toegepast, soms zelfs jaren achtereen, ook wanneer het gold een Bewindhebber der Oost-Indische Compagnie of een Raad ter Admiraliteit (volgens de notulen van 23 Dec. 1604, 27 Jan., 5 Juh en 9 Aug. 1607, 6 en 13 Aug. 1609, enz.; en de eerste der hier bedoelden is zelfs een in de geschiedenis zeer bekend en beroemd persoon); een Stadssecretaris of een bijzonder vriend van Burgemeesteren (volgens de notulen van 19 en 26 Juni, 3 Juli en 23 Dec. 1603, 1 Jan. 1604, 22 en 29 Deo. 16ll, ,2 Febr. 1617, enz.), een onderschout of andere stadsambtenaren (volgens de notulen van 12

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 oktober 1882

Rectorale redes | 196 Pagina's

Het kerkverband der Nederlandsche Gereformeerde Kerken, gelijk dat gekend wordt uit de handelingen van den Amsterdamsche Kerkeraad in den aanvang der 17e eeuw - pagina 63

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 oktober 1882

Rectorale redes | 196 Pagina's