Het kerkverband der Nederlandsche Gereformeerde Kerken, gelijk dat gekend wordt uit de handelingen van den Amsterdamsche Kerkeraad in den aanvang der 17e eeuw - pagina 52

50

HËEStËLLItïG VAN HET KEEKTEEBAND.

den Amsterdamschen kerkeraad daarvoor in de plaats werd gesteld. De subscriba had geschreven: »acte aengaende de a f s c h e y d i n g h e van de Herminianen"; müar, misschien welbij de collatie tot finale arresteering, werd de ch in eene n veranderd, zoodat er nu gelezen wordt: »acte aengaende de a f s n e y d i n g h e van de Herminianen" ^). Inderdaad was dat woord ook veel beter geschikt, om de zaak die bedoeld werd te kenschetsen ^). IV. Wat er van het kerkverband toen verbroken werd, was niet anders dan een valsche, onbestaanbare vorm. En juist daarom gingen die handelingen dan ook gepaard met andere, die de strekking hadden om het z o o v e e l mogelijk te h e r s t e l l e n . Bijna in heel Holland, en ook soms daarbuiten, is de Amsterdamsche kerkeraad daarvoor werkzaam geweest, en wel op allerlei wijze. Hij heeft de organiseering van doleerénde kerken zooveel mogelijk bevorderd. Hij heeft ze erkend als Gereformeerde kerken, zoo beslist en zoo ondubbelzinnig en zoo openlijk als maar kon. Hij heeft ze gediend met zijn goeden raad, bij de zoo veelvuldige moeielijkheden, waarin zij gewikkeld werden. Hij heeft in den tijd der verdrukking ze gedurig opgewekt en vermaand en getroost. Hij heeft hare belangen bij elke gelegenheid aan de Amsterdamsche Overheid op het harte gebonden. Hij heeft ijverig gezorgd voor genoegzamen onderstand, waar de eigen middelen te kort schoten. En hij heeft ze bovenal wel geholpen, door den dienst des Woords en der Sacramenten onder hen te bewaren; soms door de leening van een der Amsterdamsche predikanten, maar toch eerst en meest door te maken dat zij niet verlegen waren om een eigen predikant ^). 1) Uit de kerkeraadsnotulen van 9 Mrt d647. Zie hierachter Bijlage F. ^) Vgl., voor al het in de bovenstaande alinea gezegde, de hierachter in Bijlage F afgedrukte kerkeraadsnotulen, en de in Bijlage G en H afgedrukte Akten. ^) Vgl., voor al het in de bovenstaande alinea gezegde, de hierachter in Bijlage E afgedrukte kerkeraadsnotulen. Met betrekking tot de stoffelijke ondersteuning, die uit Amsterdam verleend werd, wordt nog medegedeeld door Brandt; «Van den Piedikant ï r i glandius verhaelt men, dat hij t' Amsterdam, ten liuise van eenen Juriaen Timmerman, ter maeltijdt geseten, den gasten voorhieldt, dat 'er geldt moest verschaft worden tot onderhout van afgesette Predikanten en van jonge studenten, als ook tot verval van andre onkosten, die de kerken hadden te draegen: en dat een der bijzitters tekende voor twaelf, d'anderen voor tien, twintig, dertig, en meer guldens 'sjaers: voorts dat men acht Hollanders en acht Brabanders stelde, om dese penningen in te samelen" {Hist, der Ref., Dl. II, blz.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen