De wetenschap van den Logos - pagina 16
Rede bij de overdracht van het rectoraat der Vrije Universiteit
lO
f:
Toch zouden deze „bedachtige, reinlich fleissige Bataver," reeds toen de zelfstandigheid der philologie in eene eigene faculteit hebben belichaamd en aan de gemüthliche Duitschers ook in dit opzicht de loef hebben afgestoken, indien de Universiteiten maar vrij waren geweest van de staatsvoogdij. i)
Doch zoover waren we
toen nog niet. Eerst tegen het einde der i8de eeuw verschijnt eene Encyclopaedie der Philologie, die tracht haar als een zelfstandige wetenschap en een organisch geheel te omschrijven.
Friedrich August
Wolf
verwierf zich door haar den naam van Schepper der philologie als wetenschap.
Ik zal u hier niet vermoeien met zijne lang gerekte
definitie, noch met zijne verdeelingen. Alleen dit merk ik op, dat de philologie voor Wolf niets anders is dan de kennis der klassieke oudheid.
Hij onderscheidt drie grondwetenschappen: de
gram-
m a t i c a , de h e r m e n e u t i e k en de k r i t i e k ; deze zijn meer van formeelen aard; daarop volgen als materieele disciplinae : de oude geographie, de politieke geschiedenis, de antiquiteiten, de mythologie, de literatuurgeschiedenis, de geschiedenis der sprekende kunsten en wetenschappen, de geschiedenis der oude kunstwerken met de numismatiek en epigraphiek en de geschiedenis der philologie 2). die Dienerin der übrigen Wissenschaften; eine selbstandige Stellung, einen bestimmt abgegrenzten Berufszweig halte sie in Holland so wenig als in Deutschland. So waren denn speciell philologische CoUegiën nur vereinzelte Aiisnahmen". Lucian Muller, Geschichte der klassischen Philologie in den Niederlanden. Leipzig, Teubner 1869, pag. 137. i) Dit meen ik te mogen afleiden uit het „plan tot stichting eener nationale Universiteit" medegedeeld in de dissertatie van Dr. H. Kuyper: de opleiding tot den dienst des Woords bij de Gereformeerden, pag. 619 vlgg. (vergel.) pag. 6o5 vlgg.). dit plan schijnt tusschen de jaren 1619 en 1628 gesteld te moeten worden. Naast de Theologie, de Rechten, de Medicijnen en de Natuurwetenschap, worden hier gesteld de artes 1 o g i c a e waaronder ook de talen behooren en de H i s t o r i a als zelfstandige wetenschappen. 2) Fr. j\ug. Wolf's Encyclopaedie der Philologie herausgegeben von Stockmann, Leipzig 1831, pag. 15. Boeckh in zijne Encyclopaedie, pag. 39, geeft de verdeeling op door Wolf vroeger gegeven in het Museum der Alterthumswissenschaft 1807. Zijne definitie bij Boeckh, pag. 40.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 20 oktober 1891
Rectorale redes | 70 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 20 oktober 1891
Rectorale redes | 70 Pagina's