Schuld en straf - pagina 46
Rede, gehouden bij het overdragen van het rectoraat der Vrije Universiteit
4o Niet echter als verantwoordelijkheid van, maar veeleer als verantwoordelijkheid aan de maatschappij, zij het al dat velen tevens den mensch, den misdadiger, juist als product van de maatschappij, van het milieu social, als Objekt der Verhaltnisse, voorstellen. LÉVY-BRUHL heeft een uitvoerig betoog geleverd om de zedelijke verantwoordelijkheid in het strafrecht door eene objectieve te vervangen. Hij ontkent de zedelijke verantwoordelijkheid niet. Doch met haar valt niet te rekenen, wijl zij niet tot het gebied der ervaring behoort. Welke voorstelling dan wordt aangedrongen op de maar al te gewone wijze door de bestreden opvatting te vervalschen; in casu als ware het rekenen met die verantwoordelijkheid een volkomen willen afwegen van de zedelijke schuld 223). Na haar op deze gemakkelijke manier aan een kant te hebben geschoven, wordt bepleit het „dédoublement de la notion de responsabilité." In de plaats der subjectieve verantwoordelijkheid moet voor het strafrecht de objectieve, of wettelijke, komen, die „ne s'applique pas du tout a l'homme, personne morale, mais seulement a l'homme unite sociale." 224) WJe in staat is zijne handelingen te begrijpen en de gevolgen er van te overzien, is verantwoordelijk tegenover de maatschappij, die in haar belang de misdadigers straft, „quelle que puisse être leur condition aux yeux de la justice absolue." 225) De mensch is verantwoordelijk, zoo hij in staat is zijne handehngen te begrijpen en de gevolgen er van te overzien. Maar de mensch, die door den stormwind wordt voortgeduwd, begrijpt in den regel maar al te goed wat zijn loopen is, en dat hij, als gevolg daarvan, straks in de gracht terecht komt. Wiens paarden op hol gaan, kan zelf, al doen de beestjes wat abnormaal, nog wel voorzien, dat zijn blijven zitten in het rijtuig, hoezeer hij dit boven het uitspringen verkiest, hem met een ernstig ongeval dreigt. Maar LÉVY-BRUHL vlecht dan ook vrij onverwacht er nog een ander element in. Na gezegd te hebben, dat krankzinnigheid is, „un malheur repugnant", gaat hij dus voort: „Le crime aussi est un malheur, et un malheur plus repugnant encore, parce qu'il est volontaire." 226) Dit is heel wat anders dan, ja, eigenlijk de ontkenning van het „unver-
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 oktober 1900
Rectorale redes | 130 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 oktober 1900
Rectorale redes | 130 Pagina's