GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Het zedelijk karakter der Reformatie gehandhaafd tegenover Rome - pagina 154

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het zedelijk karakter der Reformatie gehandhaafd tegenover Rome - pagina 154

Rede bij de overdracht van het rectoraat aan de Vrije Universiteit

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

144 opgeven, of dat de overwinning onmogelijk is. Hierin bestaat het onderscheid, zegt hij, tusschen den homo carnalis en den homo spiritualis, dat de „spiritualis pugnat cum came et gemit, quod non tantum potest, quantum vult", maar dat de „carnalis non pugnat, sed cedit atque consentit" (1, 2, p. 169). Wie dezen strijd nalaat, is reeds alleen daarom verdoemelijk voor God: „Igitur peccatum (se. concupiscentia) est in spirituali homine relictum ad exercitium gratie, ad humilitatem superbie, etc. quod qui non sedule studuerit expugnare, sine dubio lam habet, etiamsi nihil ampliiis peccaverit, unde damnetur" (1, 2, p. 178). Zelfs is het niet genoeg weerstand te bieden, de concupiscentia mag ook over ons niet heerschen: „cui autem dominatur peccatum, quamvis peccato resistat, adhuc sub lege est, non sub gratia", zijn de woorden van Augustinus, die Luther met instemming aanhaalt (I, 2, p. 151). Hij zegt daarom ook, dat het onze roeping is „concupiscentias carnis et veteris hominis/ra«jg-/labonbus penitentie et crucis ac sic de die in diem miniii eas et mortificari" (1,2, p. 156). Dat de strijd tegen deze concupiscentia zwaar kan zijn, erkent'Luther zeker: „semper similior est victo quam vincenti, dum tentatur et pugnat iustus"; slechts „cum extremo labore et dolore" en dan nog „vix" kan de geloovige wederstaan en de overwinning behalen (lipet vix resistat ac triumphet); maar het einde van de worsteling is toch, dat hij niet toegeeft; „stat autem firmus super firmam petram nee sequitur moUia, non quod non tentetur ad concupiscentiam nimia blandicia, . . sed finaliter non consentit (I, 2, p. 160.) Te danken is deze overwinning echter niet aan ons, maar aan God: „non ergo facile est peccatum in servitutem redigere. Immo nisi Dominus esset in nobis, qui fidelis non permittit nos tentari supra quam possumus, utique aqua absorberet nos. Incredulos autem permittit tentari et cadere, immo iam ceciderunt et nunquam stant coram, sed stantibus et invocantibus per fidem fidelis est" (1, 2, p. 161). Eerst door deze nadere toelichting kan duidelijk worden, wat Luther bedoelde met het „concupiscentia penitus invincibilis est", en dan blijkt wel, dat van een zedelijke inzinking, een opgeven van strijd tegen de zonde, zooals Denifle het voorstelt, hier geen sprake was. 101) Luthers Werke, E. A., 31, 278, 279. Denifle heeft wel beweerd (Luther, I-, p. 220 en v.v.), dat de door Luther gegeven voorstelling, alsof men hem verzekerd had, dat hij door in het klooster te gaan, een nieuwen doop zou ontvangen, een onwaarheid was, maar uit de

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 1910

Rectorale redes | 192 Pagina's

Het zedelijk karakter der Reformatie gehandhaafd tegenover Rome - pagina 154

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 1910

Rectorale redes | 192 Pagina's