GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Wijsbegeerte in de laatste vijf-en-twintig jaren.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Wijsbegeerte in de laatste vijf-en-twintig jaren.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Achter ons ligt een periode, waarin meer de filo-filosofie dan de filosofie zelf bloeide.

Naar den aard van dit jubileum-nummer vat ik daarbij vanzelf alleen de beoefening der wijsbegeerte binnen de grenzen van ons eigen land in het oog.

De filo-filosofie, de liefde tot de filosofie dan, is er sedert het begin dezer eeuw belangrijk op vooruitgegaan.

En dat niet alleen onder de akademieburgers, maar ook onder hen, die geen eigenlijk wetenschappelijke opleiding genoten.

Cursussen over filosofie werden gehouden voor niet-klassiek gevormden en verheugden zich niet zelden in ongewone belangstelling.

In dit kwarteeuw verschenen eenige goede handboeken over de geschiedenis van de filosofie en nog zien er nieuwe studiën het licht.

Daaruit spreekt de begeerte om in alle tempelgangen van de filosofie te worden rondgeleid en te bewonderen de trotsche denkconstructies, den machtigen systemenbouw aller eeuwen.

Zou [het diepste motief niet zijn om daiaruit een systeem te zoeken, waarin eigen peinzen over wereld-en levensraadsel tot rust komt?

Want met enkele filo-filosofie komt men niet toe.

Die onbepaalde liefde tot de filosofie moet het gebrek aan een eigen filosofie bedekken, maar ze kan het toch hooit vergoeden.

Het gemis blijft voelbaar.

Na Opzoomer hebben we eigenlijk geen groot filosoof meer bezeten. En als we hem groot noemen, dan doen we dit nog vergelijkenderwijs, want met wijsgeeren als Kant, Kegelen ook C o m t e, bij wien hij zich in zijn tweede periode aansloot, kan hij niet worden gemeten of hij wordt lilHputter. Zijn voornaamste volgeling, een minder systematische, meer artistieke en in sommige opzichten genialer geest dan hij, de bekende A Hard Piers o n, werd twee jaren vóór de kroning van H. M. de Koningin, ten grave gedragen. Van nu af had het positivisme (de filosofie, die zich uitsluitend beweegt binnen de perken van het waarneembare en daarvan de wetten opspoort) hier te lande geen invloedrijk vertegenwoordiger meer. Wel vindt het nog altijd aanhangers, vooral onder wis-en natuurkundigen, biologen enz.

Aan de Universiteiten waren in deze periode Leiden en Groningen de brandpunten voor de filosofie.

In Leiden doceerde tot voor korten tijd de veelbesproken en veelbestreden G. J. P. J. Bolland. Eerst Hartmanniaan werd hij later Hegelia, an. De Hegelsche filosofie werd door hem geprezen als het inbegrip van alle wijsheid. Dit systeem sloot naar zijn gevoelen zóó deugdelijk en omving alles zoozeer, dat hij het ondenkbaar achtte, dat het ooit kon worden overtroffen. Ondanks zijn overdrijving en fanatisme maakte Bolland toch school. Maar allengs rees er twijfel of Holland's Hegelianisme wel orthodox was. Vooral werd hij hierop aangevochten door K. J. P' e n. Ook J. Clay huldigde afwijkende meeningen. Als een der meest eminente Hegelianen verdient vermelding H. W. Ph. van den Bergh van Eysinga. Ook J. D. B i e-rens de Haan oriënteert zich voornamelijk aan Hegel.

In Groningen was het G. Heymans, die zich tal van discipelen wierf. Op Neo-Kantiaanschen grondslag bouwde hij zich een eigen systeem, door hem psycho-monisme geheeten. Al het bestaande is volgens hem tot het psychische, het ziellijke, te herleiden. Deze theorie vond ingang bij vele beoefenaars der psychologie, ook bij theologen.

Het meeste terrein won echter in ons land het Duitsche Neo-Kantianisme. Jhr B. H. C. K. van der W ij c k, hoogleeraar te Utrecht en C. Be 1-laar Spruyt, professor te Amsterdam, behoorden hier tot de wegbereiders. Meer gearticuleerd wordt het thans voorgedragen door Professor 'B. J. H. O V i n k te Utrecht en met eenige reserve door Professor A. J. d e S o p p e r te Leiden. Diaarbij mag het de aandacht niet ontgaan, dat het rationalistisch getinte Neo-Kantianisme van de Marburger-school hier niet recht wortel wilde schieten, maar des te meer dat van de Baadensche school, dat met het „virationeele" rekening houdt en de religie, (zij het dan niet speciaal de christelijke, maar een religie in algemeenen zin) een plaats geeft boven de eigenlijke kultuurgoederen. Ook de phaenomenologische theorieën van H u s-serl en Scheler (welke zich concentreeren op' .een scherpe analyse van de innerlijke ervaring) bleven hier niet zonder weerklank.

Ja, van welke buitenlandsche filosofie vloeide geen zijtak naar ons land? Het Bergsonisme, dat de wijsbegeerte wil gronden op intuitie, verkreeg toegang tot aristokratische kringen, al bezit het hier geen tolk, die met autoriteit is bekleed. In de etalages onzer boekhandelaren worden de pikante filosofische werken van graaf Herman Keijserling uitgestald als artikelen, welke om de Oostersche geur, die er uit opstijgt, gretig aftrek vinden. Het Amerikaansche pragmatisme vormt nog immer den ondergrond van zekere jeugdbewegingen.

Filosofisch teerde onze wetenschap op het buitenland. Zij moest leven van den import. Dit moge niet streelend zijn voor het na.tionaal gevoel, als een oneer kan dit ook niet worden aangerekend, omdat de wetenschap een bij uitstek internationaal karakter draagt.

Wel zou het rechtma.tige trots opwekken, indien ons land op dit gebied meer voor het internationale leven had beteekend.

Dwingen laat zich dit niet.

Van hooger belang dan een zelfstandige nationale filosofie is een zelfstandig christelijke filosofie, en met name eene, die de Gereformeerde wereld-en levensbeschouwing tot wetenschaippelijke uitdrukking brengt.

Dat hiervoor belangrijke bijdragen zijn geleverd. K u y p e r schonk in het tweede deel van zijn „Encyclopaedic", Bavinck in zijn „Christelijke Wetenschap" waardevolle bouwstoffen voor een eigen wetenschapsleer. De laatste ontwierp bovendien in zijn „Christelijke Wereldbeschouwing" de schets eener filosofie. W o 11 j e r liet in zijn oratiën ons menig filosofisch fragment na. Ook de eerste twee deelen van G e e s i n k' s „Van 's Heeren Ordinantiën" zitten, schoon populair uitgewerkt, vol wijsgeerige gedachten. Om nu van studiën der jongere generatie niet te spreken.

Als vóór-arbeid is dit alles niet te versmaden.

Moge echter een nieuwe periode ons verra, ssen met een filosofie uit eigen beginsel gegroeid.

Onze tijd roept er om.

De vooruitgang der Gereformeerde wetensohi'ap hangt er voor een groot deel van af.

Bestudeering van de historie der filosofie is uitnemend, mits ze leide tot een eigen filosofisch systeem.

Met filo-filosofie mag geen genoegen genomen.

Met minder dan het scheppen van een filosofie krmnen we niet tevreden zijn.

Van Roomsche zijde werd de scholastieke filosofie zooveel mogelijk aangepast aan de gedachtenwereld onzer eeuw. Daarbij trad vooral op' den voorgrond J. Th. B eys ens, hoogleeraar te Utrecht.

Een poging om elementen uit de wijsgeerige stelsels van Hegel, Schopenhauer, Von Hartmann vermengd met christelijke ideeën, saam te smelten, is gewaagd door den Amsterdamschen predikant A. H. de Har tog. Het gelukte hem echter niet deze elementen tot een eenheid te verbinden. Vandaar de algemeene klaciht over het duistere van zijn systeem. Zijn syncretistisch streven bedoelde al te heterogene bestanddeelen tot een geheel te verwerken.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 september 1923

De Reformatie | 18 Pagina's

De Wijsbegeerte in de laatste vijf-en-twintig jaren.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 september 1923

De Reformatie | 18 Pagina's