GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Over schuimende golven.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Over schuimende golven.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Afgaande op den titel vaji den nieuwen roman „Over schuimende Golven", zou men geneigd zija te meenen, dal dit boek wear is een vertegenwoordiger van het meest-moderne genre romanliteratuur.

Immers, onder titels als „Over hooge Golven", „In de Branding", „Naar de diepite" e.dl. verschenen in den laatsten tijd psychologisch-analyseerende ro^ mans, die een tot in bijizonderheden ' uitgewerkt beeld geven van allerlei beroering in een menschenziel, ten gevolge van ongunstige omstandigheden, buiten hun macht staande invloeden, onberekenbare factoren, van wind en storm en tegentij op de levenszee dus. Veelal zien we daarbij den worstelenden mensch „in de branding" „naajr de diepte" gaan en, noodzakehj'k gevolg, daarom is de stemming in deze boeken somber, triest, ziekelijk pessimistisch, of cynisch en rauw.

Leest men dan den titel „Over schuimende Golven", dan denkt men onwillekeurig weer een dergelijk product te moeten begroeten.

Alaar de werkelijkheid is hier anders dan de schijn.

De naam van de Schrijïster, Johanna Breevoort, doet trouwens ook iets anders hopen. Wiant, waar zij in haai-veelvuldige productie over zoodanige verhoudingen, als de hier genoemde, geschreven heeft; was toch de toon een andere, dan die van wanhoop of onverschilligheid. En, waar inderdaad de titel van dezen nieuwen roman juist is in verband met den inhoud, mogen we toich een geheel andere stemming met reden verwachten.

Welnu, deze roman is een historische roman, een verhaal uit den tijid, toen Ide golven op de levenszee werkelijk heel hooig gingen en de branding zwaar was, den tijd van het begin der vrijheidsworsteling tegen Sp^anje en van den strijü om 't gelooi en het recht. De geschiedenis, hier verteld, gaat inderdaad „over schuimende golven", maax, ze staat niet in den toon van triest en troosteloos pessimisme, doch in de krachtige sfeer der verzekerheid, der standvastigheid ondamks alle bekommering.

We mogen wel aanstonds zeggen, dat we zulk een historischen roman met vreugde begroeten, èn om den inhoud èn als historischen roman.

Om den inhoud, want die brengt in beeld een periode van geloolsheroïsme en nationale kracht.

Als historischen roman, want dit genre van romankunst raakt bij den aanwas der psychologische en pathologische boeken steeds meer opi den achtergrond. En de beteekenis van zulke romankunst wordt door de nog altijd waardevolle romans van Mevr. Bosboom bewezen.

Een historische roman, van een ernstig Schrijifster als Johanna Breevooirt, is dus zeker onze aandacht waard.

Het verhaal, dat hier wordt verteld is gelocaliseerd in het Rotterdam van 't midden der 16e eeuw. Van deze opkomende stad, met haar noest werkende, vredelievende burgers, die met eerlijken handel en in goede rust hun brood willen verdienen, geelt de Schrijfster een nauwkeurige teekening. Ze heeft er breede voorstudie voor gemaakt en legt daarvan in toegevoegde noten getuigenis af. En dan zien we Rotterdam, met haar kloosters en kloosterkerken, haar kleine-luyden-bevolking van brouwers, lakenwevers en graanhandelaars duidelijk voor ons geestesoog staan. Ook wordt de historische omgeving in den breede geschilderd: de intocht van Filips II, als graaf en opvolger van Karel 'V, de geus-achtige 'siiemming "der burgers, onder wie het Protestantisme woTtel geschoten heeft, de dwingende en nog overheerschende macht der geestelijkheid, strats ook, als Alva .gekomen is en met z'n wreed geweld ide "hervorming tte keer gaat, de zwarigheid en nood, de jammer en bloedstorting door oorlogsrumoer en Inquisitiedwang. Dit alles leeft klaar en duidelijk in dezen roman en is met die verdienstelijke getrouwheid weergegeven, die we uit andere zoodanige boeken van Joh. Breevoort kennen. Wat dus aangaat den achtergrond tegen welken het verhaal is geprojecteerd, is dit boek alleszins geslaagd. We mogen ons misschien afvragen of de historische fundeering niet wat al te massielf is en de, voor een roman toch ook onmisbare fantasie daardoor niet wat te zeer is ingeperkt, de basis van het verhaal is in elk geval voortrefielijk.

In deze omgeving nu teekent de Schrijfster ons verschillende personen: te veel haast, om ze in eenigszins geregeld verband te vermeiden: Pastoor Duyfhuis, die in 't geheim huwt met Quirina; Anneke, de dochter van een Roiomschen lakenhandelaar: Wever; haar broer Geurt, een ketterhater; diens dochter Machteld, op wie de hervormingsgezinde Anneke grooten invloed heeft; haax jongere broer Ebert, die in dienst treedt van den Prins 'V'»'^ Oranje; Keter van Werken, een stille verklikker van de Spaansche Inquisitie, en vele anderen.

Al deze personen te samen zijin de 'dragers van het eigenlijk gebeuren in het boek, den strijd om 't geloof, die immer zwaar wais, door de tegeiistel-

lingen in eigen familie en in eigen gezin, die veelal ook was een conflict van liefde en plicht, , vian hart en geweten. De Spaansohe geweldenarij over de stad, als de troepen van Bossu ér hun intoicht hebben gedaan, de tergende wreedheid en losbandfgheid der soldaten, tegenover den groeienden tegenzin en de onderlinge saambinding der burgers, is de actie, die de personen handelen doet: Geurt en Pieter Wever als ketterjagers, Anneke en Machteld als stille getrouwen, Ebert als moedig geus. Daardoor ook ontstaat de zieleworsteling bij Duyfhuis, bij Elisabeth van Werken, Geurts vrouw, bij Anneke zijn zuster, een worsteling tusschen betrriipelijke vrees en vermeerderende gelooifskraioht, die op een glorieuze overwinning der laatste uitloopit.

Verschillende deelen uit dit gecompliceerde geheel zijn heel ^oed; ook is de psycho-analyse van sommige figuren verdienstelijk. Maar we missen in dit bonte tooneel van handelende personen de eenheid, die de kern van het verhaal moet zijh. Elks gebeuren heeft een eigen lijln, die wel die der anderen raakt, maar niet naar één gemeenschappelijk middelpunt gaat, waarin zich al de kracht van het boek samentrekt. Aanstonds zij toegegeven, dat we hier voor vrijwel de zwaarste roman-conceptie staian, die zich denken laat, omdat meerdere geheel tegenstrijdige krachten hun invloed in het verhaal doen gelden en allerhande omstandigheden den groei der verhoudingen belemmeren, maar in een historischen roman verwachten we toch zulk een compositie, mogen we die ook verwachten, omdat daarin toch eigenlijk zijn beteekenis ligt als roman.

In dit opzicht nu blijven we hier ietwat onbevredigd: tegenover de scherp-ingelij'ste historische terhoudingen en de iduidelijk aangegeven contonren, blijven de personen vaag, omdat ze te veel afzonderlijk de aandacht vragen en psychologisch in hun onderlinge relatie, hun tegenstellingen en verbindingen, niet altijd even duidelijk worden gezien. De overwegend historische bouw van het boek is hiervan wel de voornaamste oorzaak. Op zichzelf behoeft daarin geen oorzaak te liggen — getuige Mevrouw Bosboom's „Het huis Lauemesse", dat zelfs een zeer sterke psychologische eenheid is, ofschoon het niet minder historisch is van hjn ~ maar hier lijkt mij dit toch go'eddeels de verklaring.

Intusschen, deze opmerking verhindert ons niet het boek met ingenomenheid te begroeten. Het moge als historische roman niet zonder feilen zijta, als bijdrage tot de historische lectuur is het door z'n goede teekening, z'n vlotten verteltrant, z'n rijkdom aan historische gegevens, alleszins aanhevelenswaa.rd. En door de positief-christelijke kleur, de uitnemende uitbeelding van geloofsmoed en geloofskracht, van geloofstroost ook in het a, angezicht van den dood, is het opbouwend en verrijkend, een getuigenis, dat van niet viele nieuwere romans kan worden gegeven.

De typografische uitvoering van het boek i) is loffelijk. Alleen is er een niet verklaarbare tegenstelling tusschen de eenigszins ouderwetsche penteekening-illustraties in den text en den modem gestyleerden omslag. Ook daarin missen we de eenheid van conceptie.

Correctie: In het artikel j, Besnoeiing gewenscht", in „De Reformatie" van de vorige week, leze men, 2e alinea regel 8 in plaats vaa waardeering: vermeerdering.


1) 't Is uitgegeven door „Neerlandia" te Arnhem.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 juni 1925

De Reformatie | 8 Pagina's

Over schuimende golven.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 juni 1925

De Reformatie | 8 Pagina's