GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vakantie en Zondag.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vakantie en Zondag.

14 minuten leestijd Arcering uitzetten

Naar aanleiding van een vraag, doo-r een onzer lezers gesteld, willen we over boyenstaaud onderwerp iets zeggen.

Eigenlijk zouden we ér de heele Sabbatkwestie bij - te pas moeten brengen.

Doch men gevoelt, dat dit zoo' ter loops en dan in een vakantie-nummer niet aangaat.

Laten we daarom met enkele opmerkingen mogen volstaan.

Onze korrespondent meent, dat, wie met het Sa.bbatsgebod ook in den tegenwoordigen tijd ernst maakt, geen vakantie noodig heeft — zieken en zwakken dan uitgezonderd.

Zelf neemt hij' ook nooit vakantie en Tiij bevindt er zich Wijkbaa.r wel bij.

Nu zijn er van die gelukkige menschen, die aan vakantie geen behoefte hebben.

Men denke slechts aan den beroemden Edison, die, wij weten niet in hoeveel jaren, zich geen vrijaf heeft gegund en dag aan dag op zijn laboratorium doorbracht.

Men zal - wel niet' durven beweren, dat Edison zich aan zijn tijd niet heeft gestoord en de'voorvaderl-ijke kalme gewoonten heeft bijgehouden.

Integendeel, de snelle polsslag van onzen gejaagden tijd is het rhytme van zijn leven.

Hiji behoort tot hen, die zich volkomen bij het tempo van het hedendaagsche samenleven hebben aangepast.

Zelfs heeft hi| niet weinig tot de versnelling bij'gedragen.

Ook zal niemand de stelling voo-r zijb rekening nemen, dat zijn frischheid vjan geest er onder geleden heeft.

Natuurlijk blijft het altijd een vraag of hij door zich op geregelde tij'den ontspanning te veroorloven niet nog genialer vondsten zou hebben gedaan.

Dit staat echter wel vast, dat menschen aJs' hij tot de zeldzamen van ons geslacht-behooren.

De praktijk wijst uit, dat harde werkers, aan wïe menschheid en maatschappij', kerk en, volk veel verplicht zijn, van tijd tot tijd voor uitschakeling van allen arbeid moeten zorgen, willen zi| hun werkkracht behouden.

Nu mogen de uitzonderingen, die op dezen regel voorkomen en waa, rtoe wi| ook gaarne onzen vriendelijken korrespondent rekenen, zichzelf niet ten maatstaf stellen' aan aü'dere menschen. sterk-Zij' zijn gezegend met - een. bovennormaal gestel.

Maar daarom kunnen zi| anderen ook geen norm zijn.

Hoeveel vakantie ieder behoeft, valt'vanzelf niet uit te maken.

Ook onder de noTinalen zal de een met weinig toekunnen, terwijl een ander, hef dubbele of driedubbele zich moet reserveeren, wil hi| de verloren kracht herwinnen.

Vaste regels kunnen hiervoor niet op'gesteld.

Wel is het een bekend feit, dat inzonderheid hoofdarbeiders zulk een uitschakeling minder kunnen missen dan andere.

En onder die hoofdarbeiders hebben zij', die initiatief-en inventie-arbeid hebben te verrichten, die telkens voor gewichtige vragen woxden gesteld en nieuwe wegen hebben te bedenken, er weer meer behoefte aan dan zij; , bij wie de routine voor efficiency, voor Taezuiniging en besparing zoïgt.

Toch is ook voor andere dan hoofdarbeiders dei vakantie, mits zij goed wordt besteed, ' een verkwikking en komt, naaï wi| vast gelooven, den arbeid ten goede.

Vakantie is een. sociaal belang.

Wijmgezjen. , ^m0^'^^¥f-mm< mmmwm-Dat ook m deze ..overdreven word.fcyi; ^.|^ingezien.

Maar nooit mag van deze overdrij-'ving een stok' ' .gesneden om daa.rmee hen, wier' a, rbeidsvreugdel door eenige ontspanning wordt verhoogd, te slaan.

Men hoort "er in onze dagen wel eens sairkastistische nootjes over kraken, — dit alles is natuurlijk niet gericht aan het adres van onzen koTrespondent, maar zijn schrijven bood ons gereède aanleiding om ook hiervoor kttentie te vragen — dat menschen, die er vroeger niet aan dachten om de plaats hunner inwoning te verlaten, thans, danlc zij! de zorgen eener reisvereeniging, met autoi's het.

Alpenland doorjagen. Wij voor ons verblijden er ons in, dat het genieten van grootsche natuurwonderen niet het privilege blijft van enkele elieten, die over veel geld, veel vrijen tijd en v-èel talenkennis beschikken, maar dat ook meer eénvoudigen en minderbedeelden door treffelijke organisatie en vermeerdering van welvaart in staat worden gesteld om de taial der berg.en, . waardoor. God den öiensch en inzonderheid den geloovige, zoo machtig toespreekt, te "beluisteren.

In plaats van daarop kritiek te oefenen, uitem Wij juist den wensch, . dat de gelegenheid om de schoonheden van Gods schepping ook in den vreem­ de in te drinken, nog' ruimer worde.

Wij' zouden, alle zwartkijkers tgn-spijt, wel willen, dat de maatschappelijke welvaart zóó klom, dat ieder zich eens zoo'n reisje permitteeren kon.

Men stelle zich gerust: de bezwaren, welke zich. ook hier voordoen, verliezen we niet uit het oog.

Wij' gelooven ze voldoende te 'kennen.

Wijl willen er best een paar opnoemen. Sommigen, die aan zulke reizen deelnemen, leven daarin boven hun inkomen. Andere levensbehoeften moeten het vaak ontgelden, vooral de lektuur en vele middelen ter geestelijke ontwikkeling. Men steekt zich soms in schulden.

Anderen zien het schoone van eigen land voorbij', om den waan voedsel te-geven, 'dat alleen de schepping buiten onze grenzen' door God met heerlijk­ heid is bekleed.'

Die bezwaren achten we niet gering.

Zij' moeten worden bestreden. ' Als we, onzen laatsten cent verteren aan uitstapjes, alleen maar sparen voor reizen, deugt het niet.

Als wij onder die genoegens misschien onze armen, onze kerk, allerlei belangen in Gods koninkrijk laten lijden, zal God er bezoeking over doen.

Maar men generauseere niet.

342 Men verdenke niet allen, die zoo'n vakantiereisje ondernemen, van een dezer ondeugden oi zonden.

Laten wij oppassen, dat de nijd zieh-niet in onze beenderen, nestele.

De jaloezie vermeestere noch het hart van hem, die tot nog" toe het buitenland als het speciale jachtterrein van hem en zijn bentgenooten beschouwde, noch van hem, die zich-de uitgave daarvoor niet getroosten kan.

De groote Schepper aller dingen heeft het boek der natuur na den zondeval niet verzegeld.

Hij' staat het ons toe, daarin te lezen.

En hoe meer we daarin lezen mogen, des te dankbaarder hebben we te zijn.

En hoe meer onze naaste daarin lezen mag, des te hartelijker hebben we het hem te gunnen.

De vakantie heeft alzoo tweeërlei doel.

Allereerst om middellijkerwijs verloren krachten te herstellen.

Vervolgens om ons toe te eigenen de gaven, welke de 'Vader der lichten in natuur en — vergeten we het niet — ook in kunst ons schonk.

Kan lau de Zondag de vakantie vervangen?

Dan zou hij ook hetzelfde doel moeten hebben.

Inderdaiad bestaat er een sabhatsopv; atting, welko daarop neerkomt.

Helaas wordt die ook nog onder Gereformeerden aangetroffen.

De Zondag wordt door velen zoo volstrekt mogelijk opgevat als rustdag.

Behalve dan de uren, die aan den kerkedienst worden gewijd, wordt het overige van den Zondag aan lichamelijke rust besteed.

Toch wordt zóó de beteekenis van den Nieuwtestamentischen sabbat geheel miskend.

De Zondag is geen rustdag zonder meer.

Als men het igoed verstaat, kan hij' evengoed worden genoemd: dé werkdag bij' uitstek.

Het rusten op den Zondag is een rusten vain beroepsarbeid, of zooals onze vaderen het noemden: van allen slaafschen arbeid.

Maar niet van allen arbeid.

Juist wordt van ons op dien dag intensen geestelijken arbeid gevorderd.

De sabbat is niet de dag van ons, nog minder van ons lichaam.

In het vierde gebod wordt ons duidelijk voorgehouden: het is de dag des Heeren uw Gods.

We zijn geroepen dien te heiligen.

Die heiliging vraagt hooge spanning van onzen geest.

En geestelijke inspanning eischt ook lichaamskrachten op.

Over het algemeen maakt men zich ook onder de ernstigste christenen van de Sabbatsviering veel te-gemakkelijk af.

De geestelijke aktiviteit is op dien dalg doorgaans te gering.

De Zondag lijkt in de praktijk te Veel opi vakantie.

Maar welbeschouwd mag dat niet.

Zeker, de eerste dag der week brengt, voor wie God vreest, aangename afwisseling aan.

Van die afwisseling gaat versterking uit, welke ook ons lichaam ten goede kan komen.

Toch staat dit laatste niet voorop.

En te bewijzen valt het niet, - dat de verbruikte lichaanjskracht daardoor genoegzaam wordt - aangevuld.

Misschien wel bij hen, die den sabbat misbruiken ten behoeve van hun lichaam.

Maar vaak niet bij' hen, die ook op dien idag Tiun physieke krachten ten offer brengen aia, n de heiliging van dien dag.

Daarbij' komt nog iets.

Verlustiging in Gods scheppingswerk is op dien dag stellig geoorloofd.

Maar genieting van 'het verlossingswerk' in Christus Jezus behoort toch boven alles te gaan.

Daajop moeten gebed, dankzegging, gesprek, - onderzoek, bezinning zooveel mogelijk geconcentreerd.

Dat brengt, de rechte heiliging met zich.

Echter volgt daaruit ook, dat het opmerken van Gods wondermacht en wonderwij'sheid in de schepping niet zóó kan geschieden, als in vakantiedagen, wanneer men er op' uit kan trekken om in verre streken prachtige natuurmomenten te bewonderen.

Verschillende konsekwenties van deze Sabbatsbeschouwing kunnen hieruit licht worden getrokken.

Maar bovenal deze, dat de Zondag nooit als vakantie mag worden opgevat.

Hij is geen rustdag, wanneer men onder rust begrijpt lichamelijke rust.

Hij' is geen ontspanningsdag, wanneer men met ontspanning speciaal bedoielt herwinning van lichaamskracht.

Hij is heiligingsdag.

Een dag, wa, arop niets u in den weg staat om te toonen, dat gij voor. den Heere leeft.

Dat gij Hem boven alles liefhebt.

Liefliebt met geheel uw hart, met geheel uw ziel, met geheel uw verstand.

Maar liefhebt ook met al uw krachten.

Geen vakantie kan daarom ooit denZondag overbodig maken.

Miar in den tegenwoordigen, drukken, nerveUsen lijd kan ook de Zondag, wanneer hij waarlijk wordt geheiligd, de vakantie niet overbodig maken.

Ook in dit opzicht begrij'pe men zijn tijd.

Vakantie èn onopzettelijke evangelisatie.

Opzettelijke herkersteningsarbeid mag niet achterwege blijven.

De roeping daartoe moet de kerk des Heeren in onzen tijd rusteloos worden voorgehouden.

Maar er is ook een onopzettelijk herkersteningswerk.

De waarde daarvan mag evenmin worden onderschat.

Met het oog op de kerstening, scihrijït de apostel, dat de mannen zonder woorden gewonnen worden, ziende den stillen wandel in vreeze van de vrouwen.

Van den waarlijk vromen wandel gaat machtige trekkracht uit.

Ook op het evangelisatiewerk is het van toepassing, dat leeringen wekken, maar voorbeelden trekken.

Het leven der eerste christenen heeft onder medewerking des Geestes de prediking van het evangelie ondersteimd.

Hoezeer de christenen van onzen tijd in die onopzettelijke, evangelisatie, in eenvoudig, ongekunsteld getuigen en in nauwgezetten wandel tekort schieten, dit middel ontbreekt toch niet geheel.

Het is de vrijzinnigheid, welke ons hierop attent maakt.

In de „N. R. Ct." vonden we over deze zaak een opmerkelijk stukje.

Het schijnt, dat men van moderne zijide er niet geheel gerust op is, als de aanhangers van die richting hun vakantie in ons • land doorbrengen.

Een verblijf in het buitenland zal wel minder gevaren opleveren voor verschieten van modernistische verven.

Doch binnen onze grenzen dreigt het.

In de „N. R. Ct.' 'wordt er op gewezen, hoe de bevolking van de mooiste punten in ons land orthodox is en hoe ©r van die orthodoixie op den vrijzinnigen pensiongast dikwijls groote bekoring uitgaat.

Het zou niet onmogelijk wezen, een stelselmatig loverzjclit ts geven van da onderscheiden factoren, die oorzaaJï zijn van het oogenschijnlijk zonderling verschijnsel, dat de orthodoxie zwaai-der wordt naar gelang het landschap toeneemt in lieflijkheid. De plekjes natuur, die bij de toeristen met drie sterretjes gemerkt staan, onderscheiden zich gewoonlijk door e& n bevolking; , die, zoo zo niet Roomsch is, de recht zinnigheid, in haar" verschillende schakeeringen naar den eisch vertegenwoordigt.

Voor de meeste zomergasten behoort het „stoer©'' Calvinisme tot de aantreldielijkheden van de streek. .41s in-vvoners der groote steden jDehooren zij goeddeels tot degenen, die met godsdienst en kerk hebben gebroken, of zelfs vaak het verschijnsel van te geringe beteekenis achten, om 'zich de moeite te getroosten, er officieel mee te breken. Als 'ter op aankomt, zijn zij, misschien .nog wel door de instelling van den kinderdoop tp.t de Hervormden te rekenen. Maar van die dingen hebben ze zoo geen verstand en het grootestadszakenbedrijf of amusementsleven leent er zich niet toe, zich er in te verdiepen.

Anders wordt dit met de vacantie. 'Wanneer zulke wereldlingen verpoozing hebben gezocht op ©en 'Zeeuwsch visschersdorpje of bij ©en Veluwscben boer, achten zij het tot de kuur te behooren, met het vrome landvolk 'vroom t^ zijn. Er gaat een gezondmakende kracht van den landelijken godsdienst uit en hoe karalcteristiek is-dat gebed voor den ©ten, dat 'Bijbellezen en die kerkgang door d© korenvelden op den Zondagochtend!

Is het onbegrijpelijk, dat deze pensiongasten, in de stad thuisgekeerd, den godsdienst vereenzelvigen met wat ze daarbuiten hebben gevonden en dat ze, bij de herinnering aan den idyllischen vacantietijd. de ultra-orthodoxie idealiseerei^ en niet den minsten lust gevoielen, ook zoo ze zich zelf overigens tot de „vrijzinnigen" rekenen, mede te werken, om Amsterdam, Rotterdam of Den Haag voor de - vrijzinnige Hervormden te veroveren? Niet zonder geprikkeldheid, Icunnen zij zelfs hooren spreken over hetgeen zij voor een laf en flauw surrogaat houden van den „echten", stevigen .godsdienst, , dien zij zich uit hun pensiontijd met zooveel vreugde herinneren.

Men leest hier tusschen de regels door bezorgdheid.

Wel worden dan later nog ïroostgronden aangevoerd.

Maar die kunnen het bovenstaande toch niet van. kracht berooven.

Onbedoeld wordt hier een eerepalm uitgereikt aan onze „stoere" Calvinisten.

Op pensionplaatsen is de verleiding om in den vacantietijd van de beginselen wat te laten vallen, vanzelf sterk.

Moge dê Gerefoirmeerde bevolking in die plaatsen door dit sfukske-van de „N. W.' Ct." een spoorslag te meer ontvangen om van het pad der beginselen, om van den \^eg van Goids geboden niet af te wijken.

Wie weet, waartoe de Heere hen nog gebruiken wil.

La, at het hun een eere zijh, de schrik' der 'vrijzinnigheid te wezen.

De „Reformed Herald".

Met bijzondere ingenomenheid maakten we kennis met de „Reformed Herald", de Amerikaansohe „Gereformeerde Heraut".

Dit blad is feitelijk de samenvoeging van het vroegere „Religion and Culture" en „The Witness".

Stonden deze bladen soms weleens tegenover elkander, tha, ns heeft de tweedracht voor eendracli't plaats gemaakt.

Zouden we ons daa, rover niet verblijden?

Vooral nu de Chr. 'Ger. Kerk telkens in beroering wordt gebracht, stemt het tot daiukbaarheid, dat leidende mannen, die hierin het woord voeren, elkandej' vonden.

Natuurlijk moesten er offers worden gebracht.

Van de beide redakties kon er moeilijk één wor-ï den gema, akt.

Dan. zou de staf te uitgebreid worden.

Daarom moesten enkele redakteuren uitvallen.

De nummers, welke verschenen, maken een goed figuur.

Zij bieden een belAngrijken inhoud.

Aan het taalprobleem wordt inzoover tegemoetgekomen, dat het blad gedeeltelijk in het Engelscb, gedeeltelijk in het Hollandsch is geschreven.

Als hoofdredakteur fungeert Prof. L. Kerkhof, die daarin geassisteerd wordt door Ds G. Hoeksema.

De meditaties zijn van de hand der predikanten P. J. Hoekenga en 1. va, n Dellen.

„In eigen kring" wordt verzorgd door de predikanten H. 'J. Kuiper en H. Schultze.

Voor het „Kerkelijk leven in "breeder zin" zijn'! aa.ngewezen Ds W. Stuart en Prof. Dr S. Volbeda.

Artikelen van meer algemeenen aard sTaa, n onöer redaktie vaiU de professoren J. G. van den Bosch en M. J. Wijngaarden.

Ook medewerkers zetten hun schender onder dezen arbeid.

Kortom, het blad schijnt ons uitnemend georganiseerd te zijn.

Moge de ontwikkeling van het onvervalsclite Calvinisme er onder den zegen Gods sterk door bevorderd worden.

De jubileerende G. G. V. D.

Het orga, an van de 'Gereformeerde Vereeniging: voor Drankbestrijding trok voor den Augustusma, a, nd het feestkleed a, a, n.

De vereeniging viert haar zilveren jubileum.

En ofschoon wijzelf een eenigszins ander stand-; punt innemen, zoO' weerhoudt dit ons , tooh niet haar oiizen weigemeenden gelukwensch te bieden.

Al wat den strijd , a, a, nbindt tegen het afschuwelijk kwaad van het alkohoiisme heeft onze sympathie.

Met name hebben we groot respekt voor het gevoelen van de Gereformeerde mannen, die deze vereeniging in het leven hebben geroepen en in haar voortbestaan geleid.

Er was voorzeker moed toe noodig om dat te doen.

We k-unnen i-iiet anders Ua, n dien moed waaxdeeren.

De volhardende voorzitter Ds Wi-H. Gispen vaU; Scheveningen mag in dit jubileum zijb. werk be-' loond zien.

Den volijverigen secretaris, J. Minderaja, was dit voorrecht niet beschoren.

Het is niet voor betwisting vatbajar, dat deze vereeniging gezegend heeft gewerkt.

Worde ha, ar streven o, ok in de nieuwe'periode met kostelijke resultaten gekroond.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 augustus 1925

De Reformatie | 4 Pagina's

Vakantie en Zondag.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 augustus 1925

De Reformatie | 4 Pagina's