GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Ina Boudier-Bakker, De Moeders.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ina Boudier-Bakker, De Moeders.

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

In het vorige artikel spraken w© naar aanleiding van een nieuw boek van Marie Di©rs, oyer het gevaar, dat voor den romanschrijyer verbonden is aan het bij herhaling bewerken yan een zelfde thema. Daarbij betoogden we, dat, zoo niet telkens weer die gedachte voor het besef van den Auteur loeft en de kracht ervan niet steeds in haar vollen omvang wordt gevoeld, de bewerking van dat gegeven noodwendig zwakker worden moet en de kans op infectie met wat we noemden het psychopathologische aldoor grooter moet worden.

Daartegenover nu willen we in dit artikel trachten te doen zien, hoe de beteekenis van zulk een voortdurend behandelde stof onverminderd blijVen kan, als de Schrijver telkens zich er weer geheel inleeft en uit versterkte overtuiging er over schrijft.

Het boekje, dat ons tot een beschouwen yan deze mogelijkheid aanleiding geeft, is de pas verschenen novelle van Ina Bioudier — B, akker „De Moeders" 1).

We weten, dat in de Vel© romans van deze begaafde romancière altijd eenzeMe beeld wordt geteekend, dat van geestehjke armoede met al "de levensversombering, die daaruit voortvloeit. Na het bekend© „Armoede", dat op schier elke bladzijde daarvan sprak, keerde in lederen roman dit gegeven terug, kort geleden nog in het door ons besproken boek „De Straat", telkens met onverminderde kracht.

We weten ook, dat de SchrijtEster zich niet bepaalde tot een bij herhaling constateeren van die' geestelijke armoede alleen, maai-dat ze ook fle oorzaken daarvan trachtte 'aan te geven en als ©eu der voornaamste aanwees, dat in de moderne vrouw verloren ging wat boven alles het eoht-vrouwelijfce is, de begeerte naar en het besef yan den rijkdom van het moederschap. Met bi|zonder© klem betoogde zij dit in haar eenigen tijd geleden yerscilienen: brochure „De moderne vrouw en haar tekort", een gloedvol geschreven boekje, dat allerwege in' druk maakte en z'n beteekenis niet bet minst bevestigd zag door de vele tegengeschriffcen, die het uitlokte.

Niet in haar gewonen yorm, den roman, kleedde ze daarbij haar bedoelen in, maar rechtstreeks formuleerde zij die, als e©n aanklacht, fier maar fel, omdat, meer dan ooit misschien, in haar brandde het vuur der overtuiging. En rondom deze brochure groepieerden zich gaandeweg verschillende romans en novellen, die den aangeslagen toon overnamen en verder droegen, zoodat hij' in de nieuwere romankunst niet meer een yreeind en opzienbarend geluid is.

Thans is Mevr. Boudier—Bakker opnieuw met deze gedachte voor den dag gekomen, maar nu andersom gesteld en in novelle-vorm gevat. Andersom gesteld allereerst, want in dit boekje toont ze juist aan hoe zwaar het gemis yan 't moederschap wordt gevoeld en hoe groot de kracht ervan is; en in novelle-vorm in de tweede plaats, want ze spreekt niet in algemeen-betoogende woorden, maar vertelt van menschen en toestanden.

Op de sobere, maar dadelijk typeerend© manier, die we van deze Schrij'fster gewoon' 2ijn, doet ze ons kennis maken met een onderwijzeres, Tea Lamers, die vernieuwing van ~haar bestaan zoekt door uit de stad weg te gaan en een plaats , te aanvaarden op een dorpsschool. Zoo komt ze op een dorp, waar al de menschen wonen, die we eerder in Boudier—Bakker's romans hebben ontmoet, de burgemeester en de notaris, de doktei? en de ontvanger, al die „notabelen", wier dtoor verveelde-conventie-holheid en achteirhandsche jalouzie lichtloos geworden leyen steeds weer door de Schrijfster is ontleed, in een beschouwen van oorzaken en gevolgen. Tea, „het knappe meisje met beschaafde manieren" wordt in hun kring binnengehaald, omdat ze „anders (is) dan de burgermannen met him aanhang boyendien van vervelende vrouwen”.

Zij echter begeert iets geheel anders dan deze conversatie. Haar groote eenzaamheid is het gemis van 't moederschap; haar „boven alles moederlijke natuur" doet scherp en wrang haar gevoelen haar tekort, door geen notabelen-visities weg te nemen. En in haar hunkering naar het kind, begint ze met in een leegstaande schuur van haar kostbaas een clubhuis te stichten, waar de kinderen pa schooltijd komen kunnen en zij zich een groot, eigen gezin vormen gaat, waar z© al haar liefde en heel haar hart aan geven kan. Het clubhuis, , ongewone zaak op een dorp als het onderhavige, bloeit met zeldzame snelheid op. D© kinideren komen er graag, in steeds grooter getal, alle dagen opnieuw en ze vermaken er zich met allerhande hand-en knutselwerkjes, vriJ! en niet-gedwongen. en daardoor te beter. Tea is de spil van alles, overal tegelijk, helpend en gevend, maar yoor alles toch nemend, dat wat haar ziel zoo vurig begeert en ze nu volop genieten kan, kinderliefde en kindervreugde.

Al spoedig wordt het bestaan van 't clubhuis: in de gezinnen gemerkt, en aanvankelijk zijn de moeders er zeer mee ingenomen. „Ze hebben geen kinderen" aan hun jongens en meisjes; verveling en humeurigheid, lastige moeder-plagers, zijn uit de huizen weg, sinds de kinderen na schooltijtl! en Qp vrije middagen in het clubhuis zijn en daar bezigheid vinden voor hun geest. En de mannen bewonderen het energieke meisje, deels uit zelfzucht, omdat ze het gemak ondervinden, dat haar werk him geeft, maar toch ook uit respect voor haar geestkracht en tact om met kinderen om te gaan.

Twee van deze mannen doet de Schrijifster to 't bijzonder op den voorgrond komen: den dokter, ^ die, menschenkenner en „nieuwsgieriger vorscher' van de menschenpsyche, gevoelt, dat achter het doen van dat fiere meisje een macht is, die haar zweept, en door enkele gesprekken al gauw heeft uitgesponnen, welke die macht is; en tegeuwver hem, den jongen dominee uit Buurten, een nabi| gelegen plekje, die (ongetrouwd) met een liefdevol enthousiasme voor z'n werk bezield is, maar weinig aanvoelen vindt en nu in deze ernstige jonge vrouw iemand ontmoet, levende voor idealen als de zijne-

Men lette er op, hoe fijta. de Scihrijfster door dezö beide ^figuren haar hoofdpersoon belicht en «e psyCho-analyse verdiept. En ze zijn niet de eenigen, ^ die alszoodanig in dit verhaal hun rol vervullen' daar is de oude domineesvi'ouw, die zich schaamt voor haar kinderloosheid ©n verstard' in haar eenzaamheid, niet begrepen door haar man, haar martelende gedachten doodt door altijd maar te lezsa; daar is de doktersvrouw, die, kinderloos als "^ andere, mokt en stug-ongenaakbaar is geworden en, verveeld, ver leeft van haar man; daar is p meestersvrouw, die, moeder van een groot gezm> met een karig loontje moet rondkomen en zwoeg

en tobt van 's morgens tot 's avonds, gejaagd, neiveus om haar te veel aan zorgen zich beklaagt En zie nu, naast deze vrouwen. Tea staan, reageerend op haar manier opi de schrijliing van haar ziel, vechtend en zich bevrediging losworsteïend welbewust en welovierlegd, uit den niet ge waardeerden rijkdom van anderen, 't Is haar grootste overwinning, als het schoolhoofd, bij' een bezoek aan haar clubhuis, zich ondanks erkent:

Ze zijn hier thuis — als in één groot gezin". Hij had geen woord kunnen zeggen, dat haar dieper bevredigde, en 't is haar diepste zijh.', dat in haar antwoord zich openbaart: „Dat moet het ook zijii, dat wil ik ook. Ze moeten hier thuis zijln, in een ideaal huis..."

Allengs echter wordt in de moeders tegenzin wakker. Ze .gevoelen het, eerst onbewust en vaag, straks precies omlijind, dat die onderwijzeres zich meester maakt van wat het bezit der moeders is, van de kinderen, en hier en daar steekt ook al eenig verzet van de zijde der moeders opi, in een kwaadaardig praatje, een verkapte hatelijkheid, ©en boos woord aan de uithuizige kinderen. In het meestershuis maakt de afgesloofde vrouw zelfs een scène jiit jalouzie, zoo, dat de dokter er aan te pas komen moet. 't Wordt een stille strijd tegen de juffrouw, die daardoor tot te meer energie geprikkeld wordt en nog ïiauwer de kinderen aan zich tracht te binden.

De dokter en de jonge dominee zijin daarbij aanschouwers, de eerste steeds meer begrijlpieind, dat Tea zal moeten verliezen, de laatste aldoor vuriger bewonderend, eerst de kraaht van dit meisje, straks haar persoon, een bewondering die tot liefde groeit. Maar dan .komt de catastrophe. Tea heeft de kinderen van de vele schippersgezinnen, die telkens in 't dorp komen, in haar clubhuis ontvangen, en een van deze kinderen wordt ziek aan de mazelen. Snel verbreidt zïoh de ziekte over 't heele dorp — en de mare doet weldra de rondte, dat 't clubhuis de oorzaak is van de epidemie. De kinderen bUjven thuis, mogen niet meer naar de club. Tea blijft alleen — en als ze zich aanbiedt als verpleegster der zieken, wordt haar door da moeders de deur gewezen! De moeders zullen voor de kinderen zorgen, niet een vreemde!

Fel woedt de ziekte, meerdere kinderen sterven en in alle huizen wordt een zware kamp gevoerd. De moeders vechten voor het leven van hun kinderen, dag en nacht, elkaar helpend en steunend — Tea, werkeloos, omdat de school gesloten is, moet toezien, op verren afstand gehouden uit haat! De jonge dominee, die haar met bepaald' doel enkele raalen bezoekt, wordt afgewezen. Haar liefde is een andere, heeft een ander O'bject, en in die liefde is ze teleurgesteld en vernederd. Ze maakt een felle crisis door, die haar lichamelijk en geestelijk breekt; ze wordt ziek, .vereenzaamd en uitgestooten door allen en, als de kostjuffrouw de schuur terugvordert, zoogenaamd, om'dat haar man die noodig heeft, breekt ze eigenhandig haar clubhuis af, verslagen, volkomen overwonnen door de moeders. In die vernedering is het dan de dokter, die njet wij's beleid haar verlost van zichzelf en tot den jongen dominee brengt.

Zoo is het verhaal, met ongemeen s'terk'e kleuren door de Schrijfster geschilderd en door strakke belijning het eigenlijke onderwerp-cientraliseerend. En dan is het de fijiie psycho'-analyse van de hoofdiiguur zelf, van 'de nevenfiguren daar naast, de stage groei van een onvermijdelijk conflict en de •ontleding van de wo-rsteling, die, aan de ziekbedden der kleinen, tusschen de gezamenlijk© moeders en die eene vreemde wordt uitgevo-chten, die hier de gedachte spreken do-et met dezelfde duidelijkheid, als in de bovengenoemde brochure, waar ze in 'Woorden was geformuleerd.

Hier nu hebben we het bewijs, dat we geven wilden, dat n.l. de beteekenis van een bij' herialing bewerkt gegeven onverminderd blijVen kan, zoo de Schrijver telkens opnieuw het innerlijk beleeft. Er is niets verloren van den gloed van overtuiging, die straalde uit de brochure ©n uit „De Straat" (zij het, dat daar het gegeVen meer O'p den achtergrond bleef); er is ook niets ingeboet van de gezonde kracht, die de beste waarborg is tegen' de gevreesde infectie.

Want het slot, 't huwelijk' met den jongen dominee, moge op 't eerste gezicht wat roman-achtig ^'P, 't is metterdaad de precies juiste oplossing, 'Aangezien het den weg ontsluit en 'aanwij'st, die tot de eenig-reëele bevrediging voeren "kan van d© begeerte, die, zooals ze thans werd nagestreefd, niets dan desillusie brengen kon. Als de onderwijzeres, verslagen en gebroken, zich met haar verdriet nad opgesloten, zou het verhaaltje 'zonder beteekenis zijn geweest en noodzakelijk tot psyöho-piathologische gevolgen, geleid hebben — nu groeit net uit tot een krachtig getuigen, niet het min^ ook door de fijne trek, dat 'de oude domineesvrouw, plotseling, in de dagen van de felst© epidemie-I branding, in de gezinnen gaat "om te helpen en I ttiet vreugde aanstonds wordt ontvangen. Daar in fiet gezin, niet in een clubhuis, is het de o-mgeving, Waar zich het moederschap ontplooien kan. D'aar 'igt de taak voo-r de vrouw, daar ook levert de arbeid .jjer liefde haar beste en bhjtvende vruchten •% En dat dus'Tea geleid wordt'uit haar clubhuis naar het gezin, is de eenig juiste oplossing, om dit verhaal kracht en beteekenis te verleenen.

We weten het en 't behoeft wel niet afzonderlijik te worden gezegd, dat de sfeer van dit boekje niet een christelijke sfeer is. De geheele literaire arbeid van Mevr. Boudier—Bakker staat buiten den kring van het christelijk leven en denken. De bezwaren, die daaruit voortvloeien voor ons, behoeven , jve echter niet te herhalen. Meer dan eens reeds hehben we ze aangegeven, als we over het overigens zoo fijne werk van deze begaafde styliste schreven. De beteekenis van dit boekje behoeft evenwel volstrekt niet aan ons voorbij!, te gaan .Want in z'n diepste strekking, de vrouw te wijzen op wat het beste is van haar - vrouwenziel, de begeerte naar het moederschap', en op de plaats, waar dat beste alleen zich ontplooien kan, het gezin, draagt het een gedachte, die ook' - de onze is. Als oudere meisjes dit boekje lezen, en ze er over ..nadenken, kan die lectuur inderdaad van 'beteekenis zijn.


1) Uitgave van Em. Querido, Amsterdam.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 oktober 1925

De Reformatie | 8 Pagina's

Ina Boudier-Bakker, De Moeders.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 oktober 1925

De Reformatie | 8 Pagina's