GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De onfeilbaarheid der Apostelen en Petrus” houding te Autiochie.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De onfeilbaarheid der Apostelen en Petrus” houding te Autiochie.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

M. d. R. te 's-H. zond de volgende vraag in:

Mag men met een beroep op Matth. IS : 17 en 18 zeggen, dat de Apostelen onfeUbaar waren, en, zoo ja, hoc is daarmee dan te rijmen het feit, dat Paulus Petrus bestraffen moest omdat Petrus te Antiochië het hield met degenen die uit de besnijdenis waren, en zich afscheidde van de heidenen (Gal. 2)?

De vraag is een tweeledige. Ze geldt in de eerste plaats het onfeilbare gezag der Apostelen; en in de tweede plaats, in verband daarmede, de houding van den Apostel Petrus te Antiochië, waarvan de Apostel Paulus in Gal. 2 melding maakt.

De eerste vraag heeft me verwonderd, eerlijk gezegd ook bedroefd. Ik mag toch veronderstellen, dat M. d. R., trouw lezer als hü is van ons blad, behoort tot de Gereformeerde kerk. En dan boude hij het mij ten goede, dat zijn vraag naar de onfeilbaarheid der Apostelen me smartelijk aandeed.

Ik kan me niet voorstellen, dat ze voor een lid eener gereformeerde kerk, in vollen ernst een vraag is. Ze raakt toch waarlijk niet iets dat aan den omtrek onzer belijdenis ligt. Ze staat in het middelpunt. Ze geldt niets minder dan de goddelijke autoriteit en onfeilbaarheid der H. Schrift, den eenigen grond en regel van ons christelijk geloof. Ze behoort daarom tot de dingen, die op elke catechisatie aan de orde komen, en waaromtrent niemand, die het catechetisch onderwijs trouw volgde, in onzekerheid behoeft te verkeeren.

Ik ben er dan ook eigenlijk verlegen mee, deze vraag hier nog te beantwoorden, 'k Heb het gevoel, er onze lezers mee te' beleedigen. Maar misschien willen ze me toestaan den vrager althans van eenig bescheid te dienen.

En dan moet ik beginnen hem den eenigen tekst, waarop hij meent het Apostolisch gezag te kunnen gronden, te ontnemen. Als hij Matth. 18 : 17 en 18 even in ziJn Bijbel naleest, zal hij zélf dadelijk ontdekken, dat Christus het daar niet heeft over het gezag der Apostfr len, maar over het gezag der kerkelijke tucht.

De onfeilbare autoriteit der Apostelen is gegrond op de volgende feiten: e. dat onze Heere Jezus Christus zelf hen verkoor en riep tot hun ambt (Joh. 6 : 70, 13' 18, 15 : 16 en 19); 2e. dat Hij ze stelde om na zijn heengaan door woord en geschrift, voor de Joden en voor heel de wereld, zijn getuigen te zijn (Luk. 24 : 28, Joh. 15:27, Matth. 28 : 19, Joh. 17 : 20, Hand. 1:8); 3e. dat Hij yooi de vervulling dezer roeping hun schonk den Heiligen Geest (Joh. 15:26 en 27, Matth. 10:20, Joh. 14:26, 16 : 7, 13 en 14, 20 : 22, 16 : 14); 4e. dat Jezus van het geloof in hun woord de zaligheid afhankelijk stelt (Matth. 10 : 14 en 15, Lukas 10 : 16); 5b. dat de Apostelen zich bewust waren van de waarachtigheid van hvm getuigenis (Joh. 19 : 35, 1 Joh. 1 : 1-^, 3 Joh. vs 12). als het eenig Evangelie (Gal. 1 : 12), als het woord GOOB (1 Thess. 2 : 13), als regel voor geloof en wandel (ƒ Thess. 3 : 14), als het fundament der Gemeente (Ei-2 : 20). Een reeks van getuigenissen die gemakkelijk m» een vijfvoud te vermeerderen zouden wezen, doch die op zich zelve afdoende zijn en den weg wijzen tot andere-MaUr — zoo luidt de tweede vraag van d. R. — ooe nu met deze onfeilbaarheid der Apostelen te rijmen M feit, dat de Apostel Paulus te Antiochië den Apostel Petrus bestraffen moest, omdat deze weigerde zich met de christenen uit de heidenen aan één tafel te zetten !• De oplossing is zeer eenvoudig.

Wat Paulus in Petrus te bestraffen had was gee» dwaling in de leer, maar een afwijking van de ook doo Petrus op het Jeruzalemsche Convent (Hand. 15) s.» waar erkende leer, in zijn gedrag jegens de christene uit de heidenen. Een struikeling in den wandel au»; De Apostel Paulus zélf zegt in Gal. 2, dat Petrus mei deed zooals hij deed uit dwaling ten opzichte van o waarheid, maar „uit vreeze voor degenen, die uit de nesnijdenis waren.”

Met de onfeübaarheid der Apostelen, die niet hun

wandel, maar uitsluitend hun leer gold, heeft dit geval derhalve niets uit te staan.

Correspondentie. G. v. d. M. te P. (Z.-A.). Uw vraag is te onbepaald om beantwoord te worden. De beantwoording vcreischt ook intiemere kennis dan men over zóó grooten afstand van elkander kan hebben. Wees met hartelijke broedergroete Gode bevolen.

F.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 december 1925

De Reformatie | 8 Pagina's

De onfeilbaarheid der Apostelen en Petrus” houding te Autiochie.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 december 1925

De Reformatie | 8 Pagina's