GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Be Synode van Assen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Be Synode van Assen.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

(Vervolg dertiende zitting.)

De voorlezing door Dr Dijk van het rapport en de conclusies der exegetisch-dogmatische commissie nam ongeveer twee uur in beslag. Het rapport zelf beslaat 33j4 bladzijden druks, de conclusies bijna 3 bladzijden.

Na lezing van elk der onderdeeien vroeg de praeses, of iemand bezvraar had tegen dat gedeelte. Niemand meldde zich daarvoor aan.

Hierop werd eerst hoofdelijk gestemd over de conclusies A en B. Eerst stemden de prae-adviseurs, daarna de afgevaardigden met keurstem. De afgevaardigden van Noord-Holland werden niet afgeroepen voor de stemming over de conclusies A en B, daar zij dan zouden moeten meestemmen over het oordeel in hun eigen zaak.

Met algemeene stemmen werden deze conclusies aangenomen. Op een vraag van den praeses verklaarden de afgevaardigden van Noord-Holland, elk voor zich, dat zij zich met het besluit der Synode konden conformeeren.

Daarna werd gestemd over de conclusies C en D en tenslotte over het „besluit". Ze werden met algemeene stemmen aangenomen.

De praeses bracht namens de Synode de commissie dank, van welker arbeid de vrucht in dit rapport belichaamd is. Wie van nabij het werk der commissie heeft gadegeslagen, weet, wat er taat. We weten ook, hoe God de Heere van 't begin, niet gerekend de wolk, die over de commissie heentrok tengevolge van het overlijden van Dr De Moor, de goede hoop voor den uitslag van haar arbeid aan de Synode gaf. Wat geldt van de kerkrechtelijke commissie, geldt niet minder van de dogmatische, dat zij heeft mogen arbeiden in zeldzame eenparigheid. Niet alleen is er een overeenstemmende gezindheid in het rapport, maar dit geldt ook van het inzicht, dat ons de blijde boodschap bracht van de verhooring onzer gebeden, dat ons God heeft doen danken voor Zijne kennelijke leiding.

Aan het eind van dezen arbeid gekomen, past ons innige dank aan God, Die ons gaf in commissie en daarbuiten, allen saam als Zijn knechten, door Hem geleid, Zijn arbeid te verrichten.

Spr. wenscht de Synode met dezen „halven" arbeid geluk. Spr. hoopt, dat het rapport een goeden indruk mag maken ook op onzen br. Geelkerken, dien we allerminst bedoelen te treffen, noch hem af te stooten. God is onze getuige. Zelfs in dit rapport wordt hem de hand der liefde toegestoken en God geve, dat hij die moge grijpen en vasthouden. Het rapport wordt hem nu toegezonden, achtervolgd door onze gebeden, dat het hem toespreke, zooals onze liefde het begeert.

De Synode ging hierop in Comité-Generaal. Ook 's avonds werd een comité-zitting gehouden.

Veertiende zitting.

Vrijdagmorgen 9 uur werd de 14e zitting geopend. De praeses liet zingen Ps. 122:2 en ging voor in gebed. Het appèl nominaal werd gehouden, de acta vastgesteld.

Voor Dr Thijs nam als secundus zitting Ds T. Gerber van Assen, die door opstaan zijn instemming met de belijdenis betuigde.

Hierop bracht de kerkrechtelijke commissie bij monde van Ds D. P. Koopmans van Sneek rapport uit. De voorlezing van het rapport duurde ruim 3 uur.

Na voorlezing van het rapport, waarvan de conclusies door Ds A. H. van Minnen, van 's-Gravezande, gelezen werden, ging de Synode tot stemming over. De afgevaardigden van Noord-Holland stemden niet mee. Met algemeene stemmen werden de conclusies bij hoofdelijke stemming aangenomen. De afgevaardigden van Noord-Holland conformeerden zich met dat besluit.

De voorzitter sprak hierop als volgt:

Aan het eind van de tweede helft van wat het voornaamste was in onzen arbeid op deze Synode gekomen, wil ik namens de Synode hartelijk dank brengen aan de kerkrechtelijke commissie, wier arbeid wij danken dit kostelijk rapport. Haar werk was niet het meest dankbare en 't was alsof de plaats, waar de dogmatische commissie en het lokaal, waar de kerkrechtelijke commissie vergaderde, dit schenen te symboliseeren.

De belangstelling voor de kerkrechtelijke broeders was doorgaans niet zoo groot als voor de dogmatische" en toch hebben zij niet minder moeilijken arbeid verricht. De broeders zelf spraken van een doolhof van uitspraken, brochures, enz., waarin het moeilijk was den draad van Ariadne te vinden. Evenwel is het hen uitnemend gelukt dien draad in het oog te krijgen en vast te houden. We kunnen de commissie niet genoeg danken voor de nauwgezetheid, waarmede zij gearbeid heeft. Elk, die het rapport onbevooroordeeld leest, moet' een diepen indruk krijgen van het kostelijk begeeren van commissie en Synode, om allen recht te doen, maar terwille van de eene partij nooit de andere te sparen. Het rapport in zijn massieven stijl en prachtige eenheid verraadt de meesterhand en is een model van rapport, dat nog langen tijd als model zal dienen voor hen, die niet gewend zijn te rapporteeren op een Synode der Geref. Kerken. Behalve dat het veel licht werpt over tal van beginselen van het Geref. kerkrecht geeft het ook licht over verschillende artt. der K. O., niet het minst over het onderteekeningsformulier, waarom hét nog dikwijls zal worden geraadpleegd. Bovendien is het een waarschuwing voor de kerken, om bij den inzet van elke kerkelijke procedure het als een baken in zee in het oog te houden. Spr. wenschte de Synode zelve geluk met het binnenhalen van deze kostelijke vrucht. We doen-dit met de bede tot onzen God, om Wiens wille de arbeid verricht werd, of Hij dien arbeid wil zegenen en dienstbaar maken en de oogen dergenen, die onrecht begingen, ook zonder dit te bedoelen, te openen en in onze kerken den vrede te herstellen, waar hij verbroken werd en te verzekeren voor de toekomst.

Nog werd besloten, dat de Synode volgende week Woensdag om twee uur weer zal bijeenkomen.

Deze zitting zal niet openbaar zijn. Donderdag misschien zal een openbare zitting gehouden worden.

Na dankgebed door Ds H. W. Laman werd de zitting hierop gesloten.

Vijftiende zitting.

Te kwart voor acht werd Woensdagavond geheel onverwacht, de vergadering openbaar. Ds J. H. Telkamp van Middelburg rapporteerde namens commissie III (Kerkrechtelijke commissie) over het adres van den heer G. C. van K., lid der Geref. Kerk van Amsterdam-Zuid. De conclusies van dit rapport luiden: a. een schrijven te zenden aan br. G. C. v. K., lid van de Geref.

Kerk van Arasterdam-Zuid als antwoord op zijn schrijven van 7 Febr. 1926 over de vragen I, II en III resp. pag. 2, 4, 1'4, van zijn missive, data 6 Jan. 1926;

b. voor wat betreft vraag S, den schrijver te verwijzen naar het rapport der Synode over de zaak-Dr G. in haar geheel, bijzonderlijk het dogmatisch gedeelte;

c. wat betreft vraag II, hem te melden dat zijn verzoek van te algemeene strekking is, om voor beantwoording vatbaar te zijn en voorzoover hij bepaalde punten aan de orde stelt hem te verwijzen naar bovengenoemd rapport, bijzonder het kerkrechtelijk gedeelte;

d. wat vraag III betreft hem mede te deelen, dat een verzoek om een buitengewone kerkvisitatie, zoo noodig behoort gesteld te worden aan de classis, waartoe bedoelde kerk behoort.

Deze conclusies werden aangenomen.

Namens commissie IV (dogmatische commissie) rapporteerde Dr K. Dijk van 's-Gravenhage over het adres van Dr J. P. de Gaay Fortman e. d. met betrekking tot den uitbouw der belijdenis.

Dit rapport komt tot de volgende conclusies:

In betrekking tot het verzoekschrift (agendum I) van de broeders Dr J. P. de Gaay Fortman e. a. inzake den uitbouw der belijdenis etc, neemt de Synode het volgende besluit.

De buitengewone Gen. Synode van Assen van 1926; a. kennis genomen hebbende van het verzoekschrift van Dr J. P. de Gaay Fortman e. a. met betrekking tot den uitbouw der belijdenis;

b. waardeerende de in dit verzoek tot uiting komende ernstige begeerte om door aan Gods Woord gebonden studie de H. Schrift beter te verstaan;

c. besluit:

ie. aan het verzoek tot vorming van een studiegezelschap, als in het verzoekschrift bedoeld, niet te voldoen, daar zulks niet tot de roeping en de taak der Synode behoort;

2e. door haar deputaten (de curatoren der Theol. School en de deputaten tot oefening van het verband met de Theol. Fac. der Vrije Universiteit) er bij de hoogleeraren in de Theologie op aan te dringen zich met genoemde adressanten in verbinding te stellen, teneinde te komen tot een gezamenlijke bespreking van verschillende vraagstukken;

3e. het verzoek om uitbreiding van de deputaten voor den uitbouw der belijdenis met enkele niet-theologen, door te zenden naar de e.v. Generale Synode, wanneer het rapport van deze deputaten aan de orde komt, en

4e. van deze besluiten kennis te geven aan de broeders Dr J. P. de Gaay Fortman e. a.

Deze conclusies werden met algemeene stemmen vastgesteld.

De praeses deelde mee, dat ter sprake is gekomen, of het niet dringend noodig is, om, in verband met de schrikkelijke verwarring, ontstaan door de zaak-Geelkerken, een woord te doen uitgaan tot de leden der kerken, om licht te ontsteken en te voorkomen, dat er meerderen gaan dwalen en het goede spoor bijster raken. Daarnaast zou een woord tot de classes kunnen uitgaan, om op de zuiverheid der leer ook bij de examens te letten.

Met algemeene stemmen werd hierop besloten een „woord van toelichting, waarschuwing en bestuur", gelijk de praeses het noemde, te doen uitgaan.

Prof. J. Ridderbos las hierop voor een door hem op verzoek gemaakt concept.

Besloten werd na eenige discussie, het concept van Prof. Ridderbos voor te lezen en vast te stellen in een openbare zitting, die van te voren is aangekondigd en waarbij dus publiek aanwezig is.

Ruim negen uur ging de vergadering in Comité-Generaal. Tengevolge van een lichte ongesteldheid van Ds T. Gerber, van Assen, werd in zijn plaats Ds J. G. Kunst van Arnhem benoemd tot lid der perscommissie.

Zestiende zitting.

Donderdagmorgen tien uur werd de i6e openbare zitting der Synode geopend met het zingen van Ps. 102:16, waarna de

voorzitter voorging in gebed. Bij het gehouden appèl nominaal bleek ook nu weer — waarin een afwijking met vorige Synodes is te constateeren — dat allen aanwezig waren.

Br. J. W. Maas, van Nijmegen, die zitting nam als secundus voor ouderling J. M. Flier, van Geldermalsen, die ongesteld is, werd door den praeses welkom geheetcn en betuigde door opstaan instemming met de belijdenis.

Dr G. Keizer las de acta der vorige zitting, die werden vastgesteld.

De praeses constateert, dat het antwoord van Dr G. nog niet is binnengekomen. De Synode ging in comité-generaal.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 maart 1926

De Reformatie | 8 Pagina's

Be Synode van Assen.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 maart 1926

De Reformatie | 8 Pagina's