GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De oorzaken van de psycho-pathologische verschijnselen in de moderne romanliteratuur.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De oorzaken van de psycho-pathologische verschijnselen in de moderne romanliteratuur.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

IV. (Slot)

Zagen we in het vorige artikel, hoe het gemis aan eenig leidend literair beginsel mede oorzaak is van de psycho-pathologische verschijnselen in de moderne romanliteratuur, thans hebben we aan te toonen, hoe ook de beginselloosheid in religieus opzicht haar zeer schadelijken invloed heeft doen' gelden.

In een der eerste artikelen over dit onderwerp hebben we gewezen op de bewerking van roman-, gegevens, die liggen op religieus terrein. We hebben daar aangetoond (zie het no. van 22 Jan. j.l.) ho© deze gegevens buitengewoon veelvuldig zijn en in verreweg de meeste gevallen óf de absoluut: individueele omzetting van lundamenteele waarden, óf de door sterk tendenzieuse invloeden beheerschte vervorming van bestaande opvattingen zijii. De uitvoerige bespreking van deze pathologische, wijl van het normale afwijkende, verschijlnselen was gedeelt©lijk ook een verklaring van die verschijlnselen, maar de samenvatting van al deze verschillende elementen komt eerst in h©t onderhavige verband aan de orde. Teruggebracht tot hun oorsprong zijü n.l. al deze zonderlinge effecten te verklaren uit de beginselloosheid der moderne literatuur.

Het is zeer merkwaardig te zien, hoezeer de nieuwere productie gespeend is aan alle werkelijke religie. (Wel is er, gelijk we aantoionden, „religiositeit", zelfs Veelvuldig, maar die staat ver af van echten godsdienst). Al aanstonds is dit karakteristiek voor de nieuwer© strooming, voor wat we dus no^emen de gigenlijke Tachtigersbeweging. Beginselloosheid in religieus opzicht is een der doorgaande kenmerken van geheel de latere kunst.

Gedeeltelijk is hiervoo-r een historische verklaring te geven. De Tachtigers-beweging droeg immers een reactionair karakter, was bepaaldelijk ook ©en zich verzetten van de jongeren tegen den predikanteninvloed der veertiger-jaren en het sterk-belijdende der voorafgaande periode.-Men vindt daarvan' overal de bewijzen in het werk der jongeren van 1880. We herinni3ren alleen maar aan de bekende „Grassprietjes" van Coimelis Paradijs (= Van Eeden). Deze dikwijls onmiskenbaar geestige, maar onzegbaar felle parodie op de literaire kunst van een vorig geslacht, is in dit opzicht al zeer bewijskrachtig. Er zat in deze vijandschap oiok wel ©en element van bravoure (Van Eeden heeft dit immers zelf erkend, toen hij bij' het Ten-Kate-jubileum in 1919 over z'n „Grassprietjes" schreef), maar 't was toch niet alleen ^, durf", die tot zulke uitingen voerde. Ze waren voor een belangrijk deel ook de .consequentie van de a-religieuze opvattingen dezer jongGren. Huldigend de theorie: de kunst om de kunst, verbanden zij iedere godsdienstige gedachte van het terrein der literatuur als onvereenigbaar met waarachtige kunst-schoonheid. Zij waren van oordeel, dat aan de kunst alleen schoonheid mag worden gevraagd en afspiegeling van scheppingsvreugde ©n het eenige, dat, naar hun inzicht, da kunst geven kon, was het hervoelen van de verrukking, die de schepper Van het kunstwerk had gehad.

Nu ligt het buiten 't verband van dit artikel op deze opvatting nader in te gaan. Voor ons is momenteel alleen van belang het feit, dat deze theorie volkomen verwerpehjk is, omdat in gansch de schepping niets om zich-zelfs wille, zonder eenige bijgedachte, bestaat, maar alles moet dienstbaar zijn aan de verh©©rlijking van Gods eer. Blaar bovendien, de objectiviteit, die hier schijnt t© spreken, inzooverre alleen de schoonheid van het erkennings-en herscheppingsv©rmogeh 'wordt aanvaard, is in weslcehjkheid niets dan een vernis, dat' maar heel dun ©en volstrekte subjectiviteit; overdekt. Want ook hier deed de individualiteit van den kunstenaar zich gelden en bij de dikwijls vijandige gezindheid tegen allen godsdienst, werd als vanzel' het a-religieuze tot het anti-religieuze. De begins.elloosheid, die in de theorie „de kunst

om de kunst" lag opgesloten, liet vrij baan aan allerlei persoonlijke ideeën en de, immers overheerschende, individualiteit werkte de verwerkelijking daarvan niet weinig in de hand. Niet heel lang duurde het, of de cynische spo^t en de blakende vijandschap, te voren min of meer reacitieverschijnselen, deden als uitingen der persoonlijkheid van den kunstenaar hun intrede in de literatuur, speciaal in de romanliteratuur, en daarmede kwamen vanzelf de alle-grenzen-vertrappende typen de boekenwereld binnen. En dat „persoonlijke" trok door, naar mate de productie groeide; begrijpelijk, omdat alle yersöhimmeling invretend verder gaat. Als men b, v. eens vergelijkt een figuur als Vincent Vere uit Couperus' bekende boek Eline Vere met een Albering uit den nieuweren roman „De Goden beschikken", of Eline zelf stelt naast Lotte, de hoofdpersoon uit laatstgenoemd boek', ziet men duidelijk, hoezeer de Verzieking 'voortwoekert, als ze er eenmaal is. De beginselloosheid, een passiviteit in zichzelf, heeft werkelijk actief doorgewerkt.

En nu werd deze, als we haar zoo^ noemen mogen, negatieve activiteit bij'zonder begunstigd door de toenemende „religiositeit". Want deze „religiositeit" was immers, .paar we Vroeger omschreven, een streven naar een „beleven" van hoogere, dan al leen materiëele waarden, maar dan los v!an alle „gedogmatiseer", met behoorlijke ruimte Voor vnjheid van inzicht en vrijheid van beweging. In de literatuur, en met name in den roman, kwam en komt steeds meer tof openbaring de behoefte aan levensverdieping, maar dan bevredigend eigen individueel inzicht en dus daarnaar geoiriënteerd. De verwezenlijking van dien wensch nu werd ten zeerste vergemakkelijkt juist dooT de beginselloosheid, door het ontbreken van eenig normatief principe, dat basis zou moeten zijto. voor allen verderen opbouw. Men kon daardoor alles, ook het meestpersoonlijk gevoelen, tot „religie" ptomoveeren en als religieus gevoelen gestalte geven in den roman. Zoo kon de allerwonderlijkste fantasie als „religieus denken" worden aangeboden aan het leesgrage publiek en er was geen enkele begrenzing, "die aan de verdere ontwikkeling een limiet stelde.

Men behoeft niet ver te zoeken in de moderneromanliteratuur, om de bewijzen te vinden voor de op deze wijze zich ontplooiende „negatieve acltiviteit" der beginselloosheid. Het verschijnsel is zoo duidelijk waameembaar, dat ieder, die wa gelezen heeft van de moderne kunst, de voorbeelden voor de hand heeft. Er is, om nog eens te herinneren aan het woo-rd Van pater Gielen, , „een geestelijke beri-beri" in den nieuweren roman, juist omdat er geen werkelijk godsdienst beginsel is, dat den voortgang der literatuur leidt. En de erkenning van dat feit komt waarlijk niet alleen van de zijde der belijdende christenheid. Ook' in de kringen, 'die buiten het christehjk levensbeginsel staan, heeft men VOOT dit verschijnsel een open oog, ziet men het ook als een kwaad, (ik denk b.v. aan een "tijdschrift als „de HoUandscihe Revue"), al verdiept men zich niet in de oorzaak' van dat kwaad.

Voor ons ligt die oorzaak in eerste instantie in het ontbreken van ieder werkelijk-godsdienstig besef en vloeien al de moderne extremiteiten uit dezen toestand in gelijdelijke ontwikkeling Voort. En daarom kan een christen ook maar Van eene zijde verbetering verwachten, n.l. van een algeheele regeneratie der kunst. Gansch de ziekelijkheid, die we in deze artikelenserie bespraken als een Voortwoekerend proces van verschimmeling, zal - verdwijnen, als er komt een aflaten van het aanbidden eener schoonheid, die geen schoonheid is en zijin kan, om plaats te maken voor de aanbidding der heerlijkheid, die einddoel is van al het geschapene, óók van de kunst. Eerst als de kunst gedragen wordt door het besef van haar ideëele roeping, afschaduwing te zijti Van de volmaakte schoonheid, die is in 'God, zal de psychonplathologie verdwijnen, die, nu onrustbarend aanwast.

Hier hebben we wel het beste bewijis Vpxx het bestaansrecht, voor de noodzakelijkheid eener specifiek qhristelijke kunst.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 mei 1926

De Reformatie | 8 Pagina's

De oorzaken van de psycho-pathologische verschijnselen in de moderne romanliteratuur.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 mei 1926

De Reformatie | 8 Pagina's