GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De oorsprong van het kindschap Gods.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De oorsprong van het kindschap Gods.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ziet Ijoe groote liefde ons de Vader gegeven heeft, (nameiyk) dat wij kinderen Gods genaamd worden. • 1 Johannes 3:1.

„Dat wij kinderen Gods genaamd worden" — welk een rijk voorrecht wordt in dit woord aangegeven.

Kinderen des toorns zijn wij van nature; aan allerhande ellendigheid, ja aan de verdo'emenis zelve onderworpen. Van den hemelschen Vader maakten wij door moedwillige ongehoorzaamheid ons los, en verbonden ons aan den vorst der duisternis.

En deze verbinding deed ons onbekwaam worden tot eenig goed, en geneigd tot alle kwaad; ze maakte ons tot vijanden Gods, die straks met de wapens in de hand gegrepen zullen worden, en geoordeeld.

En nu, — zülken .„kinderen Gods genaamd"; die den heiligen God, voor wien zelfs de hemelen niet rein gevonden worden, hun Vader mogen noemen; die op dienzelfden Almachtige, tegen wien zij in opstand waren, met vrijmoedigheid mogen toetreden om van Hem niets dan. goeds te verwachten; die door hun Rechter omhelsd worden, en eeuwig in Zijn Vaderhuis zullen wonen.

Goddeloozen - kinderen Gods genaamd.-Er is in hemel en op aarde geen ingrijpender verandering, geen machtiger weldaad denkbaar.

Hoe is zij mogelijk!? .

Ziet, hoe groote liefde ons "de 'Vader gegeven heeft!"

Hier is de verklaring van dit wonder.

Of liever, niet de verklaring; want voor menschenverstand zal dit heilgeheim nooit begrijpelijk gemaakt kunnen worden; — het is alleen te aanbidden.

De apostel geeft dan ook geene verstandelijke uiteenzetting van dit mysterie, maar een uitroep, een uitroep van knielende bewondering: „Ziet hoe groote liefde!"

Doch in dat woord wijst hij tegelijk den oorsprong aan van het kindschap: Gods, den wortel, waaruit die machtige eu zalige verandering van goddeloozen in kinderen Gods voortkomt.

Die oorsprong ligt niet in den mensch. Niet in zijne ontdekking en zijn gebed. Zijne wedergeboorte, zijn zoeken van God, zijne heilbegeerte en bek'eering was niet de bron van dat kinderschap. De apostel wijst van den mensch, en van "alles aan hem, af, ~ en hij richt ons oog omhóóg, op Gód: ' „Ziet!" zoo breekt hij uit, als overweldigd door de heerlijkheid van wat hij-aanschouwt, j, ziet boa groo'te liefde ons de Vader gegeven heeft!"

Het is de liefde Gods, die hier aangewezen wo^rdt als de oorsprong van het kindschap.

Een liefde, , die niet dooT ons werd opgewekt of verdiend; die niet éérst door den zondaar werd afgesmeekt, en daarna hem betoond; maar eene liefde, die gegeven, om niet gegeven werd. „Ziet, hoe groote liefde ons., 'de 'Vader gegeven beeft!" 'S^P> ',

O zeker, van die liefde Gods kan ''óiok; gezegd! worden, dat zij zich laat inroepen en op het gebed bewezen wordt; zj wordt gepredikt in de wereld, en geschonken aan degenen, die haar zoSken. Ook kan zij door wederliefde tot vernieuwde en verhoogde werking worden gebracht.

Maar in en achter dat alles schuilt het heilgeheim: die liefde is gegeven; ónder al die uitstroomende wateren werkt de eeuwige fontein: het is eene gegeven liefde. •

Zoo die liefde Gods door iets in ons werd opgewekt, zoo zij zich van eenige Voorwaarde in den zondaar afhankelijk stelde, — ze zou lïiet waarlijk „gegeven" zijn; ' ze ware geeai oorsprong, doch slechts eene goddelijke golf uit menschelijke bron.

Doch neen, - dat deze liefde gegeven is, zegt ons, dat ze vrij is, dat zich niets achter haar verbergt, dat zij zélve bron 'is, oorsprong van alle heil, dat zij enkel rekent met welbehagen, souverein welbehagen, dat zij zich geeft, waarachtig gééft, gelijk alleen liefde zich geven kan.

"\Vaarlijk, de apostel mocht uitroepen: Ziet hoe g r ó ó t e liefde!

Eit nu, mijn broeder en zuster, zult ge nu zien? Zult ge het oog nu volstandig houden op den oorsprong van het kindschap Gods?

Ach, hoe dwaalt onze blik' vaak af!

Ach, hoe dwaalt onze blik' vaak af! Dan zien we alleen de zwarte lijst onzer zonden, en het onverwinbaar bederf in ons liart.

Dan turen we op de mismaakte trekken van het Godsbeeld in ons. Dan zien we de machten der hel ons afhouden van het Vaderhuis, en hoeren hoe de aanklacht onzer conscientie ons den toegang tot God betwist. Dan aanschouwt Jozua alleen zijne vm\e kleederen en Petrus slechts den wind en de golven.

Dan.laten wij het kindschap. afhangen van het kind, en niet van den Vader. Dan zoeken wij den oorsprong van kindschap in ons zelven en niet in de liefde Gods.

Er is slechts één raad.

„Ziet hoe groote liefde ons de Vader gegeveir

ïseeft!" Ziet!....

Hoe eenvoudig.

Het ligt slechts in ©en enkelen blik, in eene wending van uw zielsoog.

Ziet eens van uzelven af, en wendt uw blik op uwen God, op ^ijne liefde, 'op Zijne groote liefdie. ' '

Ziet, , hoe die liefde gegeven is; hoe ze vrijmachtig' geschonken wordt aan onwaardigen; hoe ze zélf alles medebrengt; hoe ze in Christus ziclizelven gegeven heefc tot wijsheid, rechtvaardigheid, heiligmaking en volkomen verlossing. O ziet, ziet hoe groote liefde ons de Vader gegeveai, heeft!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 oktober 1926

De Reformatie | 8 Pagina's

De oorsprong van het kindschap Gods.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 oktober 1926

De Reformatie | 8 Pagina's