GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De beteekenis van Pennings werk.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De beteekenis van Pennings werk.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

V. De stofkeuze.

De beknopte bibliographische schets van Pennings geschriften, die ik in de voorafgaande artikelen gaf, moge allereerst dienstig geweest zijn voor degenen, die dienaangaande eenige vraag tot mij richtten, ze is ook van groot belang voor het verdere van deze artikelenreeks. Want zij levert al het materiaal, dat we noodig hebben om ons een juisten indruk te vormen van de beteekenis, die Pennings arbeid beeft gehad.

Bij allerlei gelegenheid is daarover gehandeld en vele malen is het herhaald, dat de boeken van Penning vooral als christelijke volkslectuur zoo uitnemende waarde hebben. In verslagen van zijn lezingen werd daarop gewezen, in besprekingen van nieuw uitgekomen boeken werd het gezegd, in 'artikelen over Penning en zijn geschriften (b.v. de juhileumbijdragen in 1924 en de „In Meraoriam"-stükken) werd er de nadruk op gelegd. En dat alles was niet slechts bewering zonder meer, want gewoonlijk werd, korter of uitvoeriger al naar het momenteel verband toeliet, daarvan het bewijs-in-woo-rden geleverd. Intusschen kan men toch eerst tot een recht begrip' van die beteekenis komen, als men Pennings werk als geheel overzien kan. Daartoe dan is ons de bibliografische schets van-nut. Uitgaande daarvan, wil ik dan enkele laatste artikelen wijden aan een beschouwen van de. beteekenis, die Pennings werk onmiskenbaar heeft gehad in 't bijzonder als christelijke volkslectuur. Wat dus meer dan eens werd gezegd en beredeneerd, wil ik trachten aan de hand van de feiten der bibliographie aan te, toonen.

De-beteekenis van Pennings boeken is gelegen in de stofkeuze, de bewerking der gtof en in den vorm van die bewerkiirg.

Allereerst in de stofkeuze.

Overziet men de breede rij van Pennings verhalen, dan valt het vóór alles op, dat de stof van bijna ieder Ijoek een historische stof is. Wel speelt bij de omkleeding daarvan de fantasie steeds een rol, (ik kom daarop terug), maar de achtergrond en veelal de .basis, wo-rdt toch gevormd door het historisch gebeuren. Daarin nu ligt een eerste element van beteekenis der boeken. Want er is, in 't algemeen, geen rijker vrucht .van lectuur, dan verrijking en verdieping van het denken, ' dan versterking van volkskracht en verlevendiging van volksbewustzijn. En tot dat alles kan een heenwijzen naar de historie in 't bijzonder leiden. De geschiedenis toch is „de leermeesteres der volkeren", maar ook van den enkelling, die geplaatst wordt voor het beeld, dat zij geeft. Immers, zij schetst invloeden, denkbeelden en daden, maar tegelijk ook de doorwerking, de uitkomsten en de gevolgen daarvan en alzoo is zij èen spiegel voor ieder, die to-t haar wordt gebracht. Daarom gaat vormende kracht uit van boeken, die over 'historisch gebeuren verteHen, veelmeer, dan van inelkaar-gezette verhalen van schrijvers-fantasie.

Te meer is dat het geval, wanneer uit die geschiedenis worden belicht het leven en de verrichtingen van groote persoonhjkheden, die in hun tijd centraal zijn geweest en voor latere tijden hun bieteekenis"hebben behouden, of, als de aandacht wo-rdt gericht op belangrijke beginselen en ideeën, die de menschen van eenige periode hebben beheerscbt •§n tot groo-te ontplooi'ing geïnspireerd.

En zie nu eens naar Pennings boeken. Die zijn vrijwel alle van dit soort: vertellend van groote mamien of verhalend van groote beginselen en hun doorwerking. In de bibliographie vonden we boeken over Jacob ée Rijk, J. Pz. Coen, Gustaaf Adolf, Frederik Hendrik, de Ruyter; over de Makkabeörs; over Calvijn en Luther; over de historische figuren uit den Zuid-Afrikaanschen oorlog, allen persoonlijkheden, wier invloed verder heeft gereikt dan over hun eigen tijd alleen. En wat het tweede punt betreft, de bibliographie is vol van verhalen, die de inspiratieve kracht doen zien van beginselen en ideeën: de Zuid-Afrikaansche verhalen, vertellend van den geestdrift voor vrijheid en recht, die een klein groepje van militairongevormden den strijd deed aanbinden en volhouden met het machtige Albion; de Makkabeërboeken, beschrijvend den bezieïenden heldenmoed van enkelen in een tijd van verval en inzinking; de verhalen uit en rondom het jaar 1813, teekenend de opveering van energie, toen verlossing daagde uit ijzeren overheersching. Verreweg het grootste deel zelfs van de in de bibliographie genoemde boeken behoort tot deze categorie. En dan zijn nog vele afzonderlijke verhalen als „Om Gelre's Hertogskroon", „Naar Huis", „De Trompetter van Gorkum", „De Broeders van St.-Jan", e.d. van dit type.

De stof van Peimings boeken is dus wel vóór alles historisch! En dan is dat begrip historisch nog nader te begrenzen: in de geschiedenis trekt in 't bijzonder het actieve den Auteur aan.. De daad van moed, dapplerheid, voortvarendheid staat bij hem bovenaan; het persoonlijk-'doortastende, het beslist-doelbewuste, het heroïsche wekken altijd weer zijn ongeveinsde bewondering. Daarover schrijft hij, onvermoeid, dat. zoekt hij ook steeds naar voren te brengen bij zijn stofkeus, 't zij dat hij vertelt van den tijd van keizer Diocletianus („Het Kruis in de Wolken") of van de dagen der Hongaarsche Commune („Ten dage als ik riep"); en dan heeft hij meer dan eens vervolgdeelen noodig, om anderen zijn held te doen zien, zooals hij hem zelf ziet (De Makkabeërserie, De Wesselsserie).

En naast dat persoonhjk-actieve, het bewegelijke in 't algemeen. Hoeveel verhalen handelen niet over belegeringen, bestormingen, koene ondernemingen, stoute stukken („Het beleg van Gorkum", „De Bestorming van Arnhem", „Het Boerencommando", „Vredeburg") Pennings verhaal-figuren zitten nooit stil, zoomin als hij zelf zonder actie kon zijn: ze staan boven op de wallen of jagen te paa.rd door de vlakten — ze leven, in den meest letterlijken zin van het woord. Daar waar 'het 'gedruisch is, het fel-actieve, het zichtbaar-spannende in de historie, daar is Pennings belangstelling, daar leeft bij zelf midden in en dus ook', daarvan vertelt hij. Zelfs in boeken als „Ons Oude Nederland", „De Oorlog in Zuid-Afrika", „De Geschiedenis der Chris­ telijke kerk", die geschiedb eschrij ving willen geven, overheerscht bet actieve volkomen. Dat hoorde bij de Penning-figuur en dus ook bij het Penning-boek.

Een tweede element van beteekenis ligt in bet actueel e van Pennings verhalen. De gebeurtenissen van den dag, de quaesties van den tijd (maar dan ook weer de actieve), dat, wat de publieke belangstelling had, leverden hem stof tot schrijven. Toen de harten warm waren voor de Boeren, kwam hij met zijn Transvaalsche boeken, .het eene na het andere; toen allerwege feestelijk het vrijheidsjaar 1813 werd herdacht, had hij pakkend'e verhalen uit den tijd. Toen ieder met spanning den loop van den wereldoorlog volgde, wist hij allerhande bijzonderheden van hier en ginds en over de Revoluties, die na den oorlog elks interesse hadden, kon hij de menschen nauwkeurig inlichten, 't Is zeer merkwaardig in dat opzicht den gang van de bibliographie eens te volgen. Wie dat doet zal zien, dat elke gebeurtenis van eenig belang, iedere nationale herdenking, die binnen de jaren van Pennings schrijverschap viel, in die lijst staat geraarqueerd. Zelfs de ramp van Borculo en de viering van de vrijwording der Surinaamsche slaven, gaven hem stof tot schrijven.

In deze stofkeuze nu, die men aan de hand der ' gegeven bibliographie naar believen met voorbeelden illustreeren kan, ligt allereerst de beteekenis van Pennings werk, speciaal als volkslectuur. Immers, al de hier genoemde effecten zijn die, welke liggen binnen de belangstelling van het lezend publiek. Heldendaden, dappere stukken, die van 'durf en vastberadenheid getuigen, maar tegelijk van overleg en bekwaamheid, praestaties vooral, waar romantiek in leeft, dat waf bewondering afdwingt en geestdrift op'wekt vindt weerklank bij het volk. Daarvan wil het lezen en — verklaring van Pennings blijvende populariteit, daarvan wo'rdt het ook nimmc'r moe. De belden van Zuid-Afrika konden telkens weer op het tooneel worden gebracht en evenzoovele malen werden ze opnieuw toegejuicht, omdat ze gegrepen waren uit de volle interesse van 'den lezer. Penning was een menscherüjenner, al van de dagen zijner „bakkersreizen" af!

En 'dan ook, Penning wist in welke omstandigheden de menschen m'oevoelen en meelijde'n. Als hij in zijn verhalen teekende, vaak met donkere kl'euren, de O'Utberingen, 'de moeiten, de angsten, de gevaren, die in tijden van oorlog en rumoer over de vrouwen en kinderen, de vluchtelingen en •enkellingen grijnsden, had hij eVenzeer het oo'r, als wanneer hij van strijdbare helden en pientere Blikoortjes vertelde. D'at lazen d© menschen al evenzeer met stijgende aandacht en nimmer loslatende belangstelling.

En eindelijk, als Penning in schier ieder verhaal de scherpe tegenstelling deed uitkomen van trouw, dapperheid, eerlijkheid en verraad, lafheid, gemeenheid, had hij alweer den volkstoon gegrepen. Wie leest wil partijkiezen, heeft zijn vrienden en zijn vijanden onder 'de boefcenfiguren en in dat opzicht gaf Penning steeds zijn lezers het volle pond.

Maar — en dit is het voo'rnaamste — in al zijn boeken, welk ook, spirak Penning tot het hart van zijn lezers. Hij schreef voor het christelijk' Nederland en achter alle daden van mO'ed, achter elke beweging van kracht, deed hij zien 'de bron van allen moed en kracht, het geloof, het Godsbetrouwen, de nimmer falende zekerheid der Godsbeloftc', 'de nooit wijkende of begevende Vadertrouw. Daarin ligt allermeest de beteekenis van Pennings stoflieuze: hij vertelde altijd van dat historisch gebeuren, teekende steeds die verhoudingen in het bonte bewegen der geschiedenis, die hem in staat steldc'n op het Godsbestuur te wijzen en dé leidingen 'Gods te doen zien. D'e karakters uit Pennings boeken, d e helden, strijders, overwinnaars zijn altijd belijders van Goids Naam, werkers, maair ook bidders. D© verhoudingen, derifcbeelden, ideëen uit' zijn verhalen worden altijd beheerscht door het christelijk denken, de cliristèlijke idealen, het christelijk levensbeginsel. En door zulke voorbeelden, door zulke drijfveeren, in Pennings boeken eventalrijk schier als de boeken zelf, wordt verdubbeld de kracht, ' die van historische-sto'f-keuze uitgaan kan.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 april 1927

De Reformatie | 8 Pagina's

De beteekenis van Pennings werk.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 april 1927

De Reformatie | 8 Pagina's