GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

DE MIDDELBURGSCHE UNIVERSITEITSDAG.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE MIDDELBURGSCHE UNIVERSITEITSDAG.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Middelburgsche Universiteitsdag zal later worden aangemerkt als een dag van historische beteekenis.

Wie den indruk heeft opgevangen èn van dezen èn van den vorigen Universiteitsdag zal zonder twijfel ~ toestemmen, dat de bezoekers Middelburg met een gevoel van hooger bevrediging hebben verlaten dan Arnhem.

Waaraan dat te danken is?

O.i. hieraan, dat te Middelburg van de groene tafel een vast plan werd bekend gemaakt en te Arnhem niet.

Te Arnhem werd meegedeeld, wat er ter oplossing vati het konflikt was gedaan, maar hoe het resultaat , tevergeefsch was geweest. Er werd geen perspektief geopend. De aanwijzing, waar het heen moest werd niet gegeven. Dat bracht hoogspanning in de vergadering. Zekere nerveusiteit was onmiskenbaar. Er werd gewacht op voorstellen van de leden. Deze kwamen en werden tot één voorstel saamgesmolten. Doch het was vanzelf improvisorisch werk. Psychologisch beoordeeld, was het wellicht het beste, wat op dat moment verkregen kon worden.

Maar wie hoopte, dat door het voldoen aan de algemeene opdracht, welke toen werd verstrekt, het geschil uit de wereld kon worden geholpen, moest wel worden, teleurgesteld.

Wij hebben dit niet pas als ons gevoelen neergeschreven toen het rapport der Commissie werd uitgebracht, maar vóór en aleer de Commissie met haar arbeid begon.

Wij meenden tegen overdreven verwachtingen te moeten waarschuwen.

Wij zeiden .het openlijk in ons blad, dat de moeilijkheden niet door een algemeene uitspraak konden worden opgeheven, .maar alleen door incident e e 1 e behandeling.

Daarom achtten wij het ook zoo onbillijk, dat men het de Commissie verweet, dat zij nóch in haar rapporl, noch in haar konklusies eea uitweg wees.

Dat was van haar niet gevraagd.

Daar zat zij niet voor.

Zulk een kritiek kon alleen hen treffen, die niet het voorstel waren gekomen om zulk een opdracht te geven.

Het getuigde echter van wijs beleid, dat te Middelburg vóór de bespreking van het rapport aan de orde werd gesteld, door den voorzitter van de vergadering het volgende werd bekend gemaakt:

In opdracht van Curatoren en'Directeuren deel ik aan de vergadering mede, dat de beide colleges unaniem Instemmen met de conclusies en de slotalinea van tiet rapport.

Hieraan l< an ik toevoegen dat de colleges aan de hoogleeraren hebben gevraagd hoe zij tegenover de ccnclusies van het rapport staan;

dat — daargelaten de vraag omtrent de bevoegdheid tot het stellen van die vraag — alle hoogleeraren op een tweetal na zich met de conclusies hebben ver eenigd;

dat met dit tweetal nog nader door Curatoren zal worden gesproken, aangezien één antwoord niet bevredigend voorkomt en het andere antwoord nog nader moet worden onderzocht;

moet worden onderzocht; dat wanneer niet wordt verkregen een instemming met die ccnclusies, Curatoren daarin aanleiding zullen vinden tot een onderzoek of hier een concreet geval aanwezig is, dat behandeling vereischt.

Hieruit bleek, dat men aan, de bestuurstafel wist, wat men wilde. fS^'sJwiV

Er werd een vaste gedragslijn uitgestippeld.

Dat gaf aan de vergadering onmiddellijk zekere rust.

En die rust bleef den geheelen dag de debatten kenmerken.

Hadden de konklusies van het rapport aan scherpe kritiek bloot gestaan, nu werd er schier niet meer over gesproken.

En nu toch waren zij definitief geworden.

Zij waren door Curatoren en Directeuren unaniem voor hun rekening genomen.

Alle hoogleeraren op twee na hadden er zich mee vereenigd.

Zij hadden thans een "officieel karakter verkregen.

Thans bleef de kritiek op de konklusies echter goeddeels achterwege.

Slechts wilde Mr Knibbe er een amendement op voorstellen, wat terecht niet toelaatbaar werd geacht. Hij kon met een. nieuw voorstel komen. Hij kon een motie lanceeren. Hij kon een uitspraak der vergadering uitlokken. Maar aan konklusies, welke Curatoren en Directeuren getrokken hadden, koii niets worden veranderd'. De verg.adering kon die voor kennisgeving aannemen, er haar goed-of afkeuring over uiten. Ze geheel op zij schuiven desnoods. Maar ze te wijzigen was uitgesloten. Als ik na onderzoek tot zekere konklusie kom en dat bekend maak, dan kan men niet met meerderheid van stemmen beslissen: die konklusie w-illen wij anders laten luiden. Dan is het mijn konklusie niet meer.

Jammer was het ook, dat mr Knibbe de Synode van .Vssen er bijhaalde en eigenlijk de vergadering wilde verleiden" om de uitspraken van Assen in behandeling te nemen.

Maar hij was dan ook de eenige, die de konklusies zelf aan kritiek onderwierp.

De andere opmerkingen raakten alle de officieele mededeeling van Curatoren en" Directeuren.

Dat de kritiek, welke gedurende verscheiden weken in de pers aan het woord was, zoo plotseling verstomde, mag voorzeker voor een deel woorden toegeschreven aan het uitnemende pleidooi, dat prof. Dr J. Ridderbos aan liet begin van de vergadering ten gunste van het rapport hield.

Hij liet alle argumenten daartegen door de kerkelijke l)laden aangevoerd de revue passeeren.

In een rustig en glashelder betoog weerlegde hij ze.

Hij vond zoo goed als geen bestrijding.

Naar onze meen.ing ligt dat inzonderheid daaraan, dat 'zij, die bezwaren hadden, vroeger hun kritiek niet goed .hadden gemikt.

Hun kritiek ging buiten de konklusies om, gelijk we reeds een maand geleden uiteenzetten..

Zij werd waardeloos nu Ds Ferwerda had bekend gemaakt, wat Curatoren dachten te doen.

Want het ligt' in de bedoeling van Curatoren te onderzoeken of er konkrete gevallen aanwezig zijn, waarin behoort te' worden ingegrepen.

Daarover ontspon zich dan de eigenlijke discussie.

En men kan prof. Ridderbos niet genoeg dankbaar zi; jn, dat hij bij het verloopen van het getij do bakens verzette en daarop attendeerde.

Geestig, klemmend en toch met een bonhommie, waardoor geen debater zich gekwetst kon gevoelen, verdedigde hij de houding van Directeuren en Curatoren.

Toen dan ook Ds J. L. Schouten van .Amsterdam een soort motie van vertrotiwen voorstelde, werd deze met algemeene stemmen op twee na aangenomen.

Hieraan is te meer waa.rde te hechten, omdat de vergadering in de rustigste sfeer, welke denkbaar is, verkeerde.

Van overrompeling, gelijk bij zulke gelegenheden heel dikwijls het geval is, was hier geen sprake.

Niemand kan zich verontschuldigen: ik heb mij door den indruk van het oogenblik laten mee^ sleepen.

Over Arnhem zou men kunnen napleiten.

Men kan zich afvragen of dat heele onderzoek naar de interpretatie van art. 2 wel noodig is geweest en of Curatoren ook zonder de vastgestelde konklusies niet hetzelfde hadden kunnen doen, wat zij nu zullen doen.

Die vraag laat zich verschillend beantwoorden.

Dan — hierover te disputeeren heeft geen zin. En ook zij, die meenen, dat de arbeid van de Cominissie voor art. 2 best achterwege had kimnen blijven, zullen toch gaarne toegeven, dat hij m ieder geval wel eenig hcht heeft ontstoken, afgezien van' het voordeel, dat ook de tijd kalmeerend heeft gewerkt.

Maar napleiten op het Middelburgsche besluit zoti niet redelijk zijn.

De zaak, waarover de beslissing viel is zó; > van alle kanten bezien, dat het niet van vertrouwen in Curatoren zou getuigen, indien men ; ichteraf nog aan, het kritiseeren toog.

Was in de pers de gedachte geopperd, dat zij, die in deze de verantwoordelijkheid droegen, blijkbaar wilden schipperen, geit en kool sparen, van Iviree wallen eten enz., de voorzitter, Ds Ferwerda, wierop deze beschuldiging verre van zich. Hij verzekerde, dat a.an zoo iets in de vergaderingen van 'Directeuren en Curatoren zelfs niet was gedacht en er dus nog minder over gesproken. Zij, die deze beschuldiging, zij het ook veronderstellenderwijs hebben geuit, zouden zich eeren, waanneer zij na deze verklaring hun excuus aanboden.

Het verdere beleid ligt nu geheel in handen van Curatoren.

Daarmee zijn wij in het goede spoor gekomen.

Curatoren zijn in deze de aangewezen personen.

Men late hen in stilte arbeiden en valle hen niet lastig door ongeduldig informeeren.

Worde hun in milde mate gegeven de wijsheid, die van boven is. .. \ ['

AVie onze Vrije Universiteit uit principe liefheeft, kan haar geen beteren dienst bewijzen dan voor haar zonder ophouden den' genadetroon te zoeken.

HEPP.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 juli 1928

De Reformatie | 8 Pagina's

DE MIDDELBURGSCHE UNIVERSITEITSDAG.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 juli 1928

De Reformatie | 8 Pagina's