GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Alleen wonen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Alleen wonen.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ziet, dat volk zal alleen wonen, en het zal onder de heidenen rjjet .gerekend worden. Numeri 23 : 9.

Men verliest wel eens uit het oog, dat dit woord genomen is uit ©ene zegenspreuk, en derhalve eene genadeweldaad Gods over Zijn volfc inhoudt.

Gewoonlijk leest men er slechts het aangeven van een toestand in, en eene daaruit volgende roeping om dien toestand te handhaven. En ongetwijfeld houdt Bileams woord dit alles ook in. fiij zag van de berghoogte Israels tentenkamp in de wijde vlakte liggen als ©en afgezonderd geheel; en God maakte van dien aanblik gebruik om hem voor aJle eeuwen te doen uitspreken, dat Israël, en daarin de Kerk des Heeren, in het midden der wereld „alleen wonen" zou, & & ae afgezonderd groep 2S0U zijn, met eigen leven en eigen karakter; gelijk ook inderdaad altijd het geval geweest is. Het is dus de uitdrukking van een bestaanden toe^ stand. Dezelfde die Jezus aanwees door tot de Zijnen te zeggen: „Gij zijt niet van de wereld". En daaruit volgt als vanzelf de roeping voor 's Heeren Kerk om deze eigenaardige positie te bestaadigen. Hoewel zij met die wereld heeft om te gaan, en op haar heeft in te werken, — zij heeft haar eigen karakter te bewaren; zij moet alleen blijven wonen, ©a mag zich met d© heidenen niet rekenen. -

En toch, — ho© waar deze gedachten mogen zijn, — men hebbe er toch oog voor, dat hier een zegen Gods uitgesproken wordt; en eerst aldus komt de diepe gloed in dit woord.

Bileam wordt door God gebruikt om de weldaden van het genadeverbond over Israël uit te spreken. Tot vervloeken was hij gekomen, maar om te zegenen zet de Heer© hem op de hoogte. Wie dit voorbijziet verzwakt den wAren zin van het Godswoord door Bileam gesproken, en doet onrecht aan het grootsche feit, dat God hier het kwade omkeert in zijn tegendeel, en vloek verandert in zegen.

„Dat volk zal alleen wonen, en het zal ondor de heidenen niet gerekend worden" — het is niet allereerst een toestand of eene roeping, maar het is vóór alles een zegen des Heeren.

Deze zegen is bewarend en beschermend van bedoeling; en het war© te wenschen, dat hij meer beseft ffli gewaardeerd werd; want menigmaal vinden-wij dien zegen lastig.

Het „alleen wonen" immers, gelijk God het hier bedoelt, is voor het vleesch niet aantrekkelijk. Het houdt in, dat wij andere beginselen hebben dan de wereld, ander© zeden en gewoonten, ander© idealen en vermaken, andere vrienden, andere lectuur, andere vereenigingen, — kortom, ©en ander leven. En dat wil het yl©esch niet. Het wil met de wereld samenwonen.

Onze kinderen schokschouderen gemelijk, wanneer hun niet toegestaan wordt, wat zij bij hun wereldsch© kennissen zoo aantrekkelijk vinden. En wij pogen hen te doen inzien, dat deze onthouding een zegen is; want dat zij anders met de wereld mee zouden afglijden, en in haar zouden opgaan, en straks, van het heilig beginsel vervreemd, met de heidenen zouden gerekend worden. Het „alleen wonen" is een zegen voor hen.

En zóó nu wil het onze God en hemelsche Vader. Hij kent ons dwaalziek hart en weet ho© klein wij zijn van krachten. En nu zegent Hij ons, door ons alleen te doen wonen, door ons af te zonderen, ©n een eigen milieu ons te geven. Hij verbiedt ons der wereld gelijkvormig te worden, en allerlei levensvorm van die wereld over te nemen. Hij geeft ons een eigen huis, van waaruit wij wèl met d© wereld in aanraking komen, omdat wij in haar midden wonen, maar waarin wij toch ons eigen leven leiden in all© godzaligh©id en ©©rbaarh©id.

En dat doet de Heere om ons te zegenen. Dat is eene genadeweldaad uit de liefde van Zijn Vaderhart. Dat is de trouw van den God des Verbonids, die de Zijnen mede daardoor wil bewaren van den booze, en onbesmet doen blijven in deze wereld. „Ziet, dat volk z; al alleen wonen, en het zal onder de heidenen niet gerekend worden", — het is een zegenende ordinantie des Heeren.

Dat wij dien zegen dan erkennen, en, ook wanneer ons vleesch er tegen opkomt, dien zegen dankbaar aanvaarden en betrachten. En wij zullen dat, zoo wij het „alleen wonen" niet slechts als ©ene roeping beschouwen, maar hóóger nog, h©t als eene heerlijk© w©ldaajd Gods ontvangen, waarmede wij als dankende kinderen tot onzen Wijzen ©n Trouwen Vader in de hemelen terugkeeren.

Wèl kan hef „aUeen wonen" zeer moeilijk en zwaar zrjn. Maar véél erger is, te wonen in de tenten der goddeloosheid. En tenslotte zal dat volk, hetwelk hier met zijn 'God heeft willen alleen wonen, in het eeuwig oordeel met d© wereld en de heidenen niet gerekend worden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 augustus 1930

De Reformatie | 4 Pagina's

Alleen wonen.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 augustus 1930

De Reformatie | 4 Pagina's