GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Gegeven, dat Hij openbaar zou worden.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gegeven, dat Hij openbaar zou worden.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dezen heeft God opgewekt ten derden dage, en gegeven, dat Hij openbaar zou worden. Handelingen 10:40.

Nadat de Heere voor Christus de poorten des doods en des grafs had ontsloten, heeft de Vader Hém gegeven, d.i. alle wegen en omstandigheden zóó beschikt, dat Hij in Zijn glorierijke, verrijzenis steeds meer openbaar werd. De ontwijfelbare zekerheid der opstanding werd daardoor aan de discipelen al rijker en heerlijker getoond.

Het woord van Petrus tot Cornelius werpt een treffend licht op de verschijningen van Christus na Zijn opstanding. Deze staan niet los naast elkaar, maar vormen een opklimmende reeks.

Mattheüs zegt, dat de vrouwen naar het graf gingen, als het begon te lichten. En Markus, dat zij tot het graf kwamen, als de zon opging. Dit stelt ons het „openbaar worden" van Christus in een liefelijk symbool voor oogen. "Het licht, dat begon te stralen werd al helderder en schooner. De zon, die opging, klom steeds hooger, zoodat haar glans al verder en al rijker werd gezien. Zoo is het nu ook bij de verschijningen. Door de openbaringen aan afzonderlijke personen (Maria Magdalena, de vrouwen. Petrus, de Emmaüsgangers) betoont Hij zich den goeden Herder, die Zijn verstrooide schapen, den een na den ander, opzoekt en nagaat, om ze weer bijeen te. vergaderen. Daarom, zoo is de avondverschijning, waarbij zij allen, behalve Thomas, tegenwoordig zijn, de kroon van al de openbaringen op den eersten Paaschdag. Toen de zon in de natuur, die 's morgens over het geopende graf opging, weer ondergegaan was, scheen de „Paaschzon" in den discipelenkring in haar volle kracht. Bij deze verschijning openbaart de Opgestane zich den Koning Zijner Kerk, als Hij Zijn discipelen herstelt in hun aposlelschap. „Gelijkerwijs Mij de Vader gezonden heeft, zend Ik ook ulieden", Joliannes 20:21. Zij worden geroepen te bouwen op het fundament, door Hem gelegd. En Hij verleent hun ook de kracht om deze taak te vervullen, als Hij ze de gave des Heiligen Geestes meedeelt, Johannes 20:22.

Christus toonde zich aan hen op steeds duidelijker wijze. „Ziet mijn handen en mijn voeten, want Ik ben het zelf", zoo sprak Hij, Lukas24:39. Herhaaldelijk heeft Hij met Zijn discipelen gegeten en gedronken, om hen toch maar van de reaUteit Zijner verrijzenis te verzekeren. Hoe liefdevol buigt de Verrezene zich tot de Zijnen neer! Toch heeft het uitwendig zichtbare bewijs, de lichamelijke aanschouwing van den Christus, aan de discipelen de volle Paaschvreugde niet bereid. Deze wordt éérst hun deel^ als Hij him verstand opent voor de Schriften, zoodat zij den Christus als den Gekruisigde en Opgestane in het getuigenis van Mozes en de Profeten leeren erkennen.

Al de verschijningen toonen ons éénzelfde gedachte, n.l. dat de Verrezene Zélf de Leidsman is tot het geloof aan Zijn opstanding. Hij verwekte dat geloof bij hen door de Schrift voor hun verstand en hun verstand voor de Schrift te openen. Alleen het geestelijk bewijs der Heilige Schrift bood den discipelen volle zekerheid omtrent de waarachtigheid van Christus' opstanding.

Wij staan dus niet ten achter bij de eerste discipelen, die door Jezus zelf zijn vergaderd. Al de Apostelen en Evangelisten hebben eenstemmig het getuigenis van Christus tot ons gebracht. Wat zij ons verkondigen, dat hebben zij met de oogen gezien en met de ooren gehoord en met de handen getast. Het heeft Gode behaagd, óns het getuigenis van menschen te geven ten aanzien van Zijn Zoon Jezus Christus. En dat niet van twee of drie, waarin reeds alle woord zou bestaan, maar van twaalf Apostelen en van vier Evangelisten, die hun getuigenis onder de leiding des Heiligen Geestes ons overleveren.

De verschijningen in Jeruzalem dragen nog maar een voorloopig karakter. De opgestane Heiland heeft Zijn discipelen naar Galilea bescheiden. Daar zou de plaats zijn der schoonste openbaring. Ze zijn dan ook daarheen gegaan. In den weg der gehoorzaamheid aan 's Heeren Woord mogen de geloovigen nog steeds de toenemende openbaring van Christus' heerlijkheid verwachten.

Aan de zee van Tiberias wordt Petrus in aller tegenwoordigheid in het apostelschap hersteld en geeft de Heer tevens aan hen duidelijke aanwijzing omtrent hun apostolische bediening.

Deze verschijning draagt een symbolisch en profetisch karakter.

Op zinnebeeldige wijze aanschouwen zij daar het historisch verloop hunner bediening. Ook hen zouden de Joden, evenals zij dat Christus zelf gedaan hebben, tegenstaan en verwerpen. Daarom zouden zij bet net des Woords aan de andere zijde uitwerpen. De Evangelieprediking onder de Heidenen zou overvloedige en kostelijke vrucht dragen.

Ook wordt hun duidelijk getoond, de veranderde betrekking van Christus tot de Zijnen. Tot nu toe hadden zij lichamelijken omgang met Hem. Vroeger was Hij met hen in het schip. Nu niet meer. Terwijl zij arbeiden op de woelige zee, beeld van dit tijdelijke en vergankelijke leven, staat 'Christus op den vasten oever, symbool der hemelsche wereld. Van den troon der heerlijkheid bestuurt en kroont Hij van nu aan hun werk.

Zou Hij niet meer als voorheen lichamelijk met hen omgaan, toch is Hij niet verre van hen. Hij blijft hen steeds dicht nabij, zoodat Hij, ofschoon op geestelijke wijze, een zeer nauwe gemeenschap met hen oefenen zal. Aan deze gemeenschap gevoelt hun zwakheid, zoowel als Zijn liefde steeds behoefte. t

Johannes en Petrus zijn kennelijk de beide hoofdpersonen dezer verschijning. Evenwel geldt zij ook voor al de anderen.

Al heerlijker openbaart Christus zich aan de Zijnen. Op bijzonder majesteitelijke wijze verschijnt Hij op den berg van Galilea aan meer dan 500 broederen tegelijk. „Als zij Hem zagen, baden zij Hem aan. En Jezus bij hen komende, sprak: ij is gegeven alle macht in hemel en op aarde. Gaat dan heen, maakt alle volken lot Mijn discipelen". Mattheüs 28:17-19.

En hoe troostrijk klinkt Zijn laatste belofte: „Zie, Ik ben met ulieden lot de voleinding der wereld", (vs 20).

Zoo heeft God Christus, dien Hij als de Borg voor zondaren overgaf tot hel allervreeselijkst lijden, na de opstanding gegeven, in al rijker grootheid en heerlijkheid aan de Zijnen geopenbaard te worden.

Moge ook uw ziel daarvan ervaring ontvangen, nu in 't midden der gemeente de verschijningen des Heeren weer de stof der bespreking en over. weging zijn.

Zij het uw gebed, dat de Heere door Zijn Hei-Ugen Geest moge geven, dat Christus ook door wn woord en wandel in uw omgeving openbaar moge worden.

En verzuim toch de gelegenheden niet, die God u daartoe dagelijks schenkt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 april 1934

De Reformatie | 8 Pagina's

Gegeven, dat Hij openbaar zou worden.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 april 1934

De Reformatie | 8 Pagina's