GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

ZENDING EN EVANGELISATIE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

ZENDING EN EVANGELISATIE

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Waarom Zending?

II. Als ondertitel van zijn boekje: „Waarom zending, juist nu? " geeft Dr H. Kraemer: Een studie over het goed recht en de noodzaak der zending juist in den tegenwoordigen tijd.

Wij verlaten hiermee in zeker opzicht den bodem der Schrift, om uit de wereldconstellatie op te maken, hoe de eisch, door God gesteld, in onze dagen wel van heel bijzondere beteekenis is en met meer kracht dan ooit op de ziel wordt gebonden.

Dr Kraemer constateert dit een secundair motief te zijn, en geeft als karakteristiek ervan aan: de enorm-gewichtige prikkeling tot zending, die in de huidige wereld-constellalJe is gelegen.

Wij kunnen ons hiermee gemakkelijker vereeiiigen dan met de omschrijving van de primaire oorzaak, n.l. dalgene wat de zending scheppend voortbrengt; doch wij laten dit rusten, om te zien, hoe de ontmoeting tusschen West en Oost zulke ingrijpende veranderingen in de wereld heeft aangebracht, dat de gemeente des Heeren daaruit afleiden mag, hoe dringend toch de oproep van den Heere is, om het Evangelie ook nü te prediken aan alle volken.

Deze ontmoeting noemt Dr Kraemer het gewichtigste en meest ingrijpende feit der moderne geschiedenis, dus der laatste 150 jaren. Op allerlei wijze heeft het Westen aanraking gezocht en gekregen met het Oosten, met de Oostersche wereld, met Azië en Afrika. Daar zijn de geweldige handelsbetrekkingen en het zoeken van afzetmarkten; en waarlijk niet minder het politieke ingrijpen der Westerscihe mogendheden, die de Oostersche volken met dwingende kracht aan hun Westerschen wil hebben onderworpen.

Maar in deze ontmoeting van Oost en West neemt ook de zending haar plaats in; en een belangrijke plaats is het. Als wij bedenken wat zending eigenlijk is, wat zij wil, welke middelen zij gebruikt, naar welk doel zij streeft, dan voelen wij wel, dat de zending veel dieper ingrijpt, en de onderlinge betrekkingen heel wat sterker begeert te maken dan handel of politiek.

Deze ontmoeting heeft geweldige gevolgen gehad. Inderdaad heeft het Westen talrijke volken aan zich onderworpen, en de landen zich toegeëigend; men heeft enorme gelegenheid gekregen zijn producten kwijt te raken, en op vele andere wijzen enorme voordeelen te halen uit het overwicht, dat het Westen nu eenmaal boven het Oosten had.

Doch er is meer gebeurd.

De onbedoelde en ongewilde gevolgen hebbeai het nagestreefde en verkregen doel verre overtroffen !

Er is een nieuw Oosten ontstaan!

De massa van millioenen is in beweging gekomen; en wie zal hen kunnen keeren? Het Oosten is ontwaakt. Het heeft zich weten aan te passen, en de krachten der Westersche wereld zich toegeëigend.

Dit laatste niet het minst in den meest verderfelijken zin van het woord.

Een enkel voorbeeld hiervan. Bij de 5000 studenten aan de Keizerlijke Universiteit te Tokio werd geïnformeerd naar hun godsdienst. En de uitslag? Slechts 8 hingen den nationalen Japanschen godsdienst aan, n.l. het Shintoïsme, ook acht het Confucianisme, 300 waren Boeddhist, 60 behoorden tot het Christendom, en de overige 4500 waren atheïst of agnosticist! Ontstellende cijfers. Het Westen heeft het Oosten van zijn godsdienst beroofd.

Er is nog veel meer verwoest voor altijd. Maai" tegelijk zijn er nieuwe krachten wakker geroepen, en is er een heropbouw waar te nemen.

Wie kan daarin beter meewerken dan de zending? Is het eigenlijk niet zoo, dat de zending wat heeft om op te bouwen en mee te bouwen?

En nu is het een feit, dat politieke en andere machten juist de zending willen tegenhouden en tegenwerken. Alles mag ten slotte gebruikt worden, om het Oosten te veranderen; maar de eenige macht, die het Oosten kan redden, moet worden geweerd.

Tegen dit geraffineerde handelen komt Dr Kraemer- heel sterk op, en de dwaasheid stelt hij duidelijk in het licht. Maar het meest toornt hij -

er legen, dat „Clirislelijke" menschen eenzelfde standpunt innemen, en nog veel meer, dan wij denken. Hij noemt dit schuldige geestelijke botheid en ontrouw aan Christus.

„Hel kostelijkste dat Europa als geschenk heeft gekregen, is dan het eenige dat men wel overlegd buiten wil sluiten. De zeudmg lieefl, voor het forum van „christelijke" en „niet-chris lelijke" menschen alleen daarom al het recht Ie spreken van haar goed recht en haar noodzaak in dezen tijd, omda\ hel Christendom als behoorend tot het complex van het Westersche leven, dat met de ontmoeting van Oost en West in werking treedt, niet kan en mag builengeslolen worden."

Het is niet aan te nemen, dal er zulke rarie „diristenen" onder ons worden gevonden. Wij gaan dus hierop niet verder in.

Drie punten behandelt Dr Kraemer, om ons loch goed te doen gevoelen, hoe verwoestend de ontmoeting tusschen West en Oosl gewerlit heeft, en hoe ernstig de taak der zending is.

Allereerst verkeeren alle dusgenaamde primitieve of animistische godsdiensten in droevig verval. Zij missen elk universeel besef; wat zij aanvaarden geldt alleen voor hun stam of groep; eri dan is er een onverbrekelijke band tusschen levenden en dooden; de gebruiken zijn ook voor altijd geldend. En nu ontneemt hel opdringende Westen hun den bestaansbodem van het godsdienstige leven.

Hier kan alleen de zending helpen, zooals Dr Kraemer dit formuleert op zijn wijze: „De zending voldoet dus door haar groote werk van Evangelieprediking en levensherbouw onder deze primitieve volken niet alleen aan de goddelijke opdracht voor de Christelijke li^erk; zij voldoet door haar werk tevens aan den heel gewonen zedelijken eisch, die aan het Westen als geheel gesteld wordt, maar die het Westen door zijn geestelijke verwardhcid niet kan vervullen, n.l. waar men vernielt ook de verantwoordelijkheid voor het herstellen op zich te nemen". Zoo doet de zending een plaatsvervangend werk voor heel het Westen.

Ook de groote wereldgodsdiensten maken uit oorzaalc van de aanraking van West en Oost een groote crisis door. Terecht herinnert Dr Kraemer eraan, dat hel hiermee iels anders staat dan met de animisten; deze toch worden slechts gedragen „door een door bloed en bodem beperkt waarheidsbesef", terwijl de wereldgodsdiensten een universeel waarheidsbesef hebben, en veel rijker geestelijken inhoud hebben. Maar toch zijn ook zij „gericht op stabiliteit en onveranderlijkheid der verhoudingen en hebben zich gehuld in een geheel van onmisbaar-geachte vormen en van ritueel, dat ia de moderne wereld totaal onbestaanbaar is".

Het proces der vernieling moge hier niet zoo snel gaan, het zet zich toch door.

En de groote crisis komt aiog voor deze godsdiensten. Het zal nog moeten blijken, of zij zidh' kunnen handliaven, en op welke wijze dit zal zijn.

Ook hier trekt Dv Kraemer idezelfde conclusie ais bij de primitieve godsdiensten: „De zending, staande en werkende temidden van deze wereldgodsdiensten, voldoet daarmede niet alleen aan Üiaai' primaire verplichting lot de gehoorzaaimheid en Irouw aan Cliristus, en aan haar behoefte om in de verwarring en de onzekerheid een weg tot klaarheid en zekerheid aan ite wijzen, zij is, van alle specifiek „Christelijke" factoren afgezien, een der weinige uil het Westen afkomstige invloeden, die hel Oosten in zijn crisis bij het doorleven daarvan tot radicalen godsdienstigen ernst aanmaant".

Zoo staat het uit een gewoon zedelijji oogpunt bezien wel vast, dat de zending haar plicht doet, als zij in het Oosten iwerkl; maar het eigenlijke motief tol haar arbeid ligt in de roeping vaiv (Christus wege. ^

Het is een voorrecht mee ile arbeiden aan de toekomst der volken en 'ze te helpen in hun wederopbouw. Zeer zeker doet de zending reeds veel, in maatsdiappelijk en ander opzicht. Maar is dat vele toch nog uiet weinig? Vergeten wij het niet: de groote crisis moet (nog komen! „Een duidelijk symptoom ervan is de snelheid waarmede b.v. hel kasteloozenvraagstuk in Indië zich ontwikkelt. Het is zeer waarsdhijnlijk, dat binnen enkele jaren milUoenen kasteloozen Christen willen worden, omdat zij godsdienstig, zedeUjk en maatschappelijk hervormd willen worden."

Wat zal de toekomst van het Christelijk Europa zijn? Dr Kraemer wijst erop, dat het in vroegere eeuwen zonder practische beteekenis was, of de Oostersche volken hun eigen godsdienst hielden of een andere Jieidensche religie aannamen; wat heil deed had toch geen invloed op de wereld in haar geheel. Maar dat is nu heel anders geworden. „Europa heeft Afrika en Azië met onweerstaanbare Icracht binnen den stroom der wereldgeschiedenis geslem-d, en het onbedoelde gevolg is, dat het Oosten er nu in staat, en iwat nog belangrijker is, er nu in wil staan'. ... Hot Oosten maakt zich gereed om aan het bepalen van den gang der menschheidsgescliiedeinis beslissend mee te werken, en zal dat in de toekomst steeds krachtiger doen."

Het wordt alzoo tot een levensbelang voor Europa, of het ingeschakelde Afrika en Azië Christelijk zal worden of niet. Want deze volken zullen mee beslissen in den gang van zaken de wereld. in

Het is ZOO', als Dr Kraemer zegt: „De werelidgeschiedenis is „en marclie", en de „wereldreligies zijn „en marche", en beide feilen zullen den toon en den opbouw van het leven van onze kinderen en kinds, kinderen ten «epste beïnvloeden, of wij nu „christelijk" of „niet-christelijk" heelen.

Gezien in dit licht is de zaak van het Christeur dom in het Oosten geen academische kwestie, nocli een hobbj', noch een cultureele fatsoensgevoel-kwelsende aanmatiging, maar een zaak vani wereldbeteekenis, zoowel voor de Westerlingen, die zich „christelijk" als voor degenen die zich „niet-christelijk" noemen.

Voor de Christelijke Kerk is het nog veel meer en nog iets lieel anders. De wijze waarop zij de zending ter harte neemt, (zal namelijk de „test" zijn in hoeverre zij het verstaat temidden van een ongekend groote crisis üi de verhouding van hel leven en van de heele wereld de apostohsclre houding van getuigenis voor Christus en van overgave aan den nood der , wereld Ie openbaren".

Het boekje van Dr Kraemer mag dus wel van belang worden geacht, en wordt ter overweging gaarne aanbevolen.

J. D, Wi.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 december 1936

De Reformatie | 8 Pagina's

ZENDING EN EVANGELISATIE

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 december 1936

De Reformatie | 8 Pagina's