GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

EVEN PARKEEREN.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

EVEN PARKEEREN.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Slapende geloovigen.

De gemeenten, aan wie de Brief aan de Efcziërs geschreven werd, vormden ten deele ©en ECCLESIA DORMANS, een slapende kerk! Paulus doet lot hen de roepstem uitgaan: Ontwaakt gij die slaapt en staat op. uit de dooden! (Efeze 5:14). Wanneer men dezen tekst niet als mottO' gebruikt, ook niet ais evangelisatie-imotto, maar in verband met den gelieelen brief beziet, dan is zij als alle Wraord Gods actueel en concreet.

De hier aangesprokenen waren geen klanten van de derde gaanderij, zij vormden niet de zelfkant van de gemeente, maar zij konden er wezen'- Zij sliepen niet onder de preek! Want Paulus gaat in dezen brief lieel diep, hij schrijft zmnen die men wel driemaal moet overlezen om de rijke beteekenis eenigszins te vatten. Zoo zou Paulus niet geschreven hebben aan menschen, die van de geloofswaarheden niet zeer goed op de hoogte wai-en. Zij gingen niet ter kerk voor een populair •preekje of een stichtelijke toespraak, maar het was daar een kerk van koppen!

Maar zij deden niets met die godsdienstige kennis. Zij legden die in een vakje voor godsdienstigie dingen. Zij hadden daar oen dag voor: den Zondag! Zij hadden daar een plaats voor: de kerk! Maar de consequenties voor hun leven beseften zij niet. Zij theologiseerden graag, maar met de praktijk der godzaligheid was het niet best gesteld.

Eens was het anders geweest, in den tijd der eerste liefde tot Christus. Toen was heel hun leven op God en Zijn Kerk geconcentreerd! Bij alle dingen, die zoo in het leven voorkwamen, vroegen zij: Mag dat wel van den Heere Jezus? Als zij een vriend of vriendin moesten kiezen, was hun eerste vraag: Heeft hij of zij den Heiland wel lief? Als een jongeling een meisje zocht, was zijn allereerste gedachte: Zou zij den Heere wel waarlijk vreezen? Zoo in den winkel en in het volksleven, legden zij aan alles den toetssteen aan; Vindt God zoo iets goed? Als zij met iemand in aanraking kwamen, dan wilden zij gaarne, al was het stotterend en met een kleur, belijden: ik ben van den Heere Jezus!

Maar toen de liefde insliep, kwamen van lieverlede al hun oude levensgewoonten terug. Des Zondags ging het nog wel. Maar in de gezinnen moest men niet komen. Daar heerscilite een toon als in de wereld, daar speelde de vrouw den baas over den man en zetten de kinderen een grooten mond op tegen de ouders. Als men zoo'n gezin binnenkwam, kreeg men niet den indiruk: Hier woont de Heere Jezus! Daar hoorde men niet den toon: Lieve kinderen, vreest God en houdit Zijn geboden, maar vele wereldsche practijken vonden hier ingang. Het christelijk leven verloor zijn eigen stijl. Het circus en de arena kwamen weer in trek. Zoo' in een park eens naar zoo'n priesteres van Venus te kijken, daar zag men geen bezwaar in! En in hun zaleen en in het bestuur van hun stad, hadden zij de groote waarheid vergeten: God zegent! Daarom dreven zij him zaken en voerden hun politiek zooals de heidenen deden. Het schenen in heel hun levenscpractijk: natuurlijke menschen PLUS hun geloof.

Maar met dat al waren zij van den Heere Jezus, zij bleven Gods Eigendom. Paulus zegt dan ook niet dat zij dood zijn, maar dat zij slapen. Dat zij als een slapend mensch de beheersching over htm handelingen hebben verloren. Van hun levenspractijken zegt hij: Broeders, dat doen doode menschen! Dat is toch niets voor u! Met zulk een verdeeldheid, met zulk een halfheid, neemt uw God geen genoegen. Uw Koning zegt: Gij zijt van Mij, met uw gezin, met uw zaak, met uw vereenigingsleven, met uw stembiljet. Ér is wel aanleiding om deze opwekldng van den apostel in herinnering te brengen. Het christelijk gezinsleven heeft veel van zijn eigen stijl verloren. Het orgel is naar den zolder gedaan, de piano^ kwam en en radio-misbruik ontstond. Pretjes en uitjes kregen een onevenredige plaats in het leven. Voor de catechisatie was geen tijd, tegen het afleggen van de belijdenis kon men wel een stoomcursus volgen.

Het fcerkgaan verslapte en de kerkfiets deed' haar intrede!

In de politiek gingen geloovigen leven bij het apostolaat van Karl Marx en legden zelfs een krans bij het mausoleum van Lenin. Of in plaats look in het politieke te wortelen m Hem, den Tweeden Adam, Die geworden is tot een Levend- Tnakenden Geest, ging men overhellen tot een theorie van ras, bloed en bodem!

refor­ Er is alle reden om aan te dringen op matie van het christelijk leven.

Paulus roept het ook óns toe: Komt daar eenis gauw van het kerkhof af, broeders, wat doen levenden daar onder de dooden!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 februari 1937

De Reformatie | 8 Pagina's

EVEN PARKEEREN.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 februari 1937

De Reformatie | 8 Pagina's