GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

het evAnqeLie vAn de dooRBRaak of het EVanGELiE van de VRije GenadE.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

het evAnqeLie vAn de dooRBRaak of het EVanGELiE van de VRije GenadE.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

En de dienstknecht blijft niet eeuwiglijk in het huis, de zoon blijft er eeuwiglijk. Joh. 8 : 35.

De Heiland heeft met de Joden een grooten strijd moeten voeren over de groote gave Gods: de vrijheid der heerlijkheid der kinderen Gods. Dat was de vrijheid tot het wonen bij den Vader, tot het dienen van den Vader, tot het in-en uitgaan bij den Vader. Het was de vrijheid van den zoon, van den erfgenaam. Zoo was reeds de belofte aan Abraham. Hij zou vrij zijn, en Sara zou in vrijheid, en tot vrijheid baren: de gemeente van de eerstgeborenen der wereld. Deze vrijheid was vrije gunst, rijke verkiezing, Messiaansche glorie. Zij zette dan ook de wereld in een nieuw licht. In het licht van den zoon, die weer eeuwig bij den Vader woont in den glans van 's Heeren heerlijkheid. En nu is Christus gekomen met dat groote heilsgoed, en Hij spreekt over de waarheid, die hen vrij zal maken. Hij heeft nu de vrijheid der heerlijkheid der kinderen Gods. Maar de Joden verstaan Hem niet. Hoe kan Hij spreken over vrijgemaakt worden? Zij zijn toch immers vrij ? Zij hebben Abraham tot hun Vader. En omdat zij Abraham tot vader hebben, hebben zij ook God tot hun Vader. En wie God tot Vader heeft, die is toch immers vrij. En dat vrij zijn, dat bewijst toch deze tempel, welke is het huis des Vaders, en deze stad, welke is de stad Gods, en de wet van Mozes, welke is gegeven om Hem in vrijheid te dienen? Zij wonen hier toch eeuwig? En als Israël zijn zonde geboet heeft, dan zal toch de Messias komen en aan stad en tempel eeuwige glorie schenken, en de' dooden zullen .opstaan, zoodat-zij hier eeuwig bij den Vader wonen? Hoe kan Hij dan spreken over vrijgemaakt worden? Zij hebben toch het groote goed: de vrijheid der heerlijkheid der kinderen Gods? Zoo lezen deze kinderen van Abraham de wet van Mozes. Als een wet der vrijheid, als een wet van vrije zonen Gods, als een wet, die hun erfrecht in deze wereld geeft. En daarom is ook voor hen deze tempel eeuwig, en dit Jeruzalem eeuwig. Zij denken hier eeuwig te wonen, en zien uit naar een Messias, die dezen tempel en dit Jeruzalem in glorie zetten zal

'Maar zij kennen de wet van Mozes niet meer. Want die wet is niet gegeven tot vrijheid, maar tot dienstbaarheid. Zeker, de belofte sprak van vrijheid: vrij tot het wonen bij den Vader, vrij tot in alle eeuwigheid. Maar als d^ tempel gebouwd is, en zij hier bij den Vader wonen, mogen zij dan in den tempel, in hot huis des Vaders, komen, en Zijn heerlijkheid aanschouwen? Immers neen! En wie kind is, mag hij niet komen in het huis van zijn Vader? Heeft hij niet de vrijheid tot het in-en uitgaan, de vrijheid tot het dienen van den Vader in des Vaders eigen huis? Zoo is het toch ook in deze wereld, en zoo is het toch ook in het huis des Vaders? Als de Heere zegt: Gij zijt kinderen. Ik heb u uitverkoren, hebben zij dan niet de vrijheid der heerlijkheid der kinderen Gods? Maar wat zeide de wet van Mozes? De wet zeide: Gij moogt daar — - in het huis des Vaders ^^ niet komen. De wet zeide: zooveel stappen, en ds.n geen stap verder op straffe van den dood. De wet zeide: Blijft op een afstand staan. Dus de wet zeide: Gij zijt slaven in het huis des Vaders. Gij zijt hier aan de dienstbaarheid onderworpen. De wet maakte van Israël, dat krachtens de belofte tot vrijheid geroepen was, een slavenvolk. Daarom zeide Paulus ook: Zoo langen tijd als de erfgenaam een kind is, zoo verschilt hij niets van een dienstknecht, hoewel hij' een heer is van alles. Hij wordt als een slaaf behandeld. Dat deed de wet van Mozes. Dus de belofte zeide: gij zijt kind, maar de wet zeide gij zijt slaaf. Daarom riep de wet van Mozes ook om verandering. Zij dreef uit tot het gebed: Heere, maak ons vrij van de slavernij der zonden, en alzoo vrij van de wet van Mozes, ojn alzoo te komen tot het groote goed, de vrijheid der heerlijkheid der kinderen Gods. Heere, de wet van ^ozes is zoo benauwend. Zij maakt ons tot slaven in Uw huis. Zij verbergt Uw heerlijkheid voor ons. Och dat Gij de hemelen scheurdet, dat Gij nederkwaamt, en verandering brö, cht, en onze slavendienst veranderde in een vrije liturgie van vrije zonen.

Maar deze taal verstaan zij niet meer. Zij zien hun slavendienst aan voor de vrijheid der heerlijkheid der kinderen Gods. Zij zien dien tempel aan als het eeuwig huis des Vaders, en Jeruzalem als de eeu'svige stad Gods. Zij hijgen naar vernieuwing, naar doorbraak, maar niet naar verandering. Zij willen onder de wet van Mozes blijven. Zij vidllen hier eeuwig als slaven wonen. Zij zeggen de tempel is eeuwig, en Jeruzalem is eeuwig. Er moet alleen vernieuwing, doorbraak komen van Messiaansche krachten.

Maar de Heiland zegt: Neen, de dienstknecht blijft niet eeuwig in het huis, de zoon blijft er eeu'wig. Als gij denkt dat deze tempel het huis des Vaders is, " 3n dat dit Jeruzalem de stad Gods is, dan hebt ge het mis. Want dit huis des Vaders is een slavenhuis, en dit Jeruzalem baart tot dienstbaarheid. Deze tempel gaat weg, want de Vader gaat uitroepen de vrijheid der heerlijkheid der kinderen Gods, den terapeldienst\van Gods vrije zonen. En deze stad gaat weg, want de Vader gaat bouwen de stad der eerstgebore-, nen Gods, die eeuwig bij Hem wonen, die erfrecht' hebben.' En deze straten worden straten van goud. En deze poorten worden poorten van parelen. De wet van Mozes loopt ten einde. En het slavenhuis wordt afgebroken. En de slavendienst houdt op. Het gaat hier alles veranderen. Ik stel mij onder de wet van Mozes. Ik zal den slavendienst verrichten, en den slavendood sterven. En daarmee zal Ik koopen het erfrecht der vrije zonen, der eerstgeborenen naar de belofte. En alleen wie dit erfrecht heeft, die zal hier eeuwig wonen. De Vader wil geen slaven zien, maar vrije zonen, vrijgemaakt door hét bloed des Lams, gewasschen en gereinigd, en met de wet der vrijheid in hun binnenste om als een koninklijk priesterdom Hem te dienen. Dat is het groote goed, dat Hij weggelegd heeft van voor de grondlegging der wereld — het erfrecht der vrije zonen. Een erfrecht niet opkomende uit de wet van Mozes, maar uit de belofte. Een erfrecht, dat niet verdiend is, maar dat geschonken is uit louter genade.

En deze taal van Christus hebben de Joden niet verdragen. Zij hebben gezegd: Hij ^jïil de wet van Mozes wegnemen, en de tempel afbreken, en Jeruzalem verwoesten. Neem weg, kruist Hem. Zulk een taal verdraagt ook het vleesch niet, dat niet van genade wil leven. De wereld, wil wel een Messias, die deze wered in glans zet, maar geen Messias, die van genade doet leven. Wel een Messias, die komt met doorbraak en vernieuwing, maar geen Messias, die deze wereld afbreekt om een nieuwe te bouwen, waarin het welbehagen triumfeert. En daarom mag het evangelie wel zijn een evangelie van vernieuwing, van doorbraak, maar geen evangelie vaji schuldvergeving, van rechtvaardigmaking. Neen, men wil liever slaven zijn, die het zelf verdienen, dan vrije zonen, die God verhoogd heeft uit vrije genade. Maar de dienstknecht blijft niet eeuwig in het huis. Hij gaat er uit, omdat hij geen erfrecht heeft. De zoon blijft er eeuwig, omdat hij erfrecht heeft. En dat in Jezus Christus, die dat erfrecht op Golgotha heeft gekocht. Slaven? De Vader wil ze niet zien.

Kinderen? In hen heeft Hij een welgevallen.

Zij, die vandaag roepen om vernieuwing, om dooi braak kruisigen opnieuw den Heere der heerlijkheid, Die uitroept de vrijheid der heerlijkheid der kinderen Gods als gave Gods, als vrije gunst, als blijde boodschap. '

En wie een ander evangelie verkondigt, die is vervloekt! _ '

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 11 oktober 1947

De Reformatie | 8 Pagina's

het evAnqeLie vAn de dooRBRaak of het EVanGELiE van de VRije GenadE.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 11 oktober 1947

De Reformatie | 8 Pagina's