GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

HET APOSTOLAAT (V)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HET APOSTOLAAT (V)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

De situatie in de Ned. Herv. Kerk is thans zóó, dat de breede middengroep, gevormd door hen, die het voetspoor van Karl Earth volgen, in eerster instantie gewonnen spel heeft. Immers, de Kerkorde, die door de Synode met algemeene stemmen is aangenomen, vertoont onmiskenbaar het Barthiaansche stempel.

Dat komt ook uit in den voorrang, aan het „apos--tclaat" verleend boven de belijdenis. Het „apostolaat", zoo bleek uit de discussie rond het „Ontwerp", is met het „belijden" der kerk goeddeels identiek. De kerk vervult haar apostolische opdracht in de wereld als Christus-behjdende geloofsgemeenschap. En gelijk jnen belijden moet niet alleen b u i t e n de kerk, maar ook i n de kerk, zoo is „de heele kerk in al haar geledingen, en niet alleen in haar speciale apostolische organen apostolisch bezig Alle ambten en alle ambteUjke vergaderingen, alle organen van bijstand en alle bedieningen, alle gemeenten en alle gemeenteleden zijn apostolisch van aard en wezen”31. )

Maar al liggen nu „apostolaat" en „belijden" vlak bij elkaar en gaan ze zelfs in elkaar over, des te scherper moet men in 't oog vatten, zoo heeft men gezegd, het diepgaand en geen oogenblik te vergeten verschil tusschen „belijden" en „belijdenis”.

In de eerste plaats mag voor de kerk de belijdenis nooit zijn een statisch begrip. Want mèt de wereld is de kerk in beweging en mèt de kerk is de behjdenis in beweging, als het woord, dat in de kerk en tot de wereld gesproken wordt en dat daarom variabel is naar gelang van de stroomingen en dwalingen, die in een bepaalden tijd doorbreken en zich laten gelden. Een onveranderhjke belijdenis is een petrefact, een versteening, een dood ding. De kerk moet hebben een levende belijdenis.

Voorts is lêvenseisch voor de kerk, niet dat* zij een kerk met een belijdenis is, maar een b e 1 ij d e n d e kerk. Zij kan, trots het in eere herstellen der belijdenis, een even doode, verworden kerk bUjven. '^) „Een kerk heeft geen beginselen, noch waarheden, noch leerstukken te verkondigen, maar Christus en Zijn werkingen. God en Zijn scheppende genadedaden. De verleiding, waaraan elke kerk blootstaat is dat zij, vooral, wanneer zij een lange en rijke geschiedenis heeft, Christus en Zijn werkingen. God en Zijn scheppende genadedaden, in een reeks op zichzelf staande beginselen, waarheden en leerstukken uiteenlegt, waarin men stuk voor stuk heet te moeten „gelooven". ^^) Daarom is niet de eerste vraag, aan een kerk te stellen: hebt ge een belijdenis? Maar: be-1 ij d t ge? En vandaar, dat dan ook in 't Ontwerp het „apostolaat" moest voorafgaan aan de „belijdenis". Wie nu aandachtig artikel 10 van het „Ontwerp" leest, ziet dat bovengenoemde gedachten daarin tot uitdrukking komen. Het opschrift spreekt niet van „de belijdenis" maar van „het belijden" der kerk. De eerste aUnea stelt weer het belijdenis doen (de daad) vóór den belijdenis-inhoud: de kerk doet belijdenis, in gemeenschap met de belijdenis der Vaderen, van de zelfopenbft, ring van den Drieëenigen God. De tweede alinea somt op wat in de belijdenis der Vaderen is vervat: de drie oecumenische belijdenissen, de drie 'formulieren van eenigheid en de catechismus van Geneve. Dan volgt: In haar verantwoordelijkheid voor het heden en levende ih de uit de Schrift geputte belijdenis der Vaderen, belijdt de kerk telkens opnieuw in haar prediking, getuigenissen, herderlijke brieven, kerkliederen, gebeden, formulieren, leerboeken en belijdenisgeschriften den Christus als Hoofd der Kerk en als Heer der wereld. Verder: De ambten, vergaderingen enz. zijn gehouden in al hun spreken en handelen zich te bewegen in dezen weg van het belijden der Kerk. Ten slotte: De Kerk weert, wat haar belijden weerspreekt.

Met deze omzichtig gekozen formuleeringen hebben allé leden der Synode hun instemming betuigd. En toch — hoe ver staat men hier van het aloude gereformeerde standpunt af.

De behjdenis een dynamisch begrip? Maar zij is niet anders dan een korte samenvatting van hetgeen de Heilige Schrift, het onveranderüjk Woord des Heeren, ons leert. En wel" spreekt ze ketterijen en dwalingen tegen, en verwerpt die. Maar men houde in herinnering het woord van Dr. H. Bavinck, dat de ketterijen en dwalingen uit de eerste eeuwen der Christelijke Kerk, waarvan de Nederlandsche Geloofsbehjdenis er b.v. enkele noemt (art. 9) op dié van den jóngsten tijd gelijken als twee druppels water. Uitbreiding der belijdenis geschiede niet dan bij uiterste noodzaak: hoe breeder behjdenis, de geschiedenis bewijst het, des te lichter binding boven de binding, die het Woord voorschrijft; hoe breeder behjdenis, des te eerder wordt ze veronachtzaamd en vergeten.

En komt het eerst aan op het b e 1 ij d e n ? Is het behjden primair, maar de inhoud van het beUjden secundair? Men prijst nu van alle zijden en op allerlei wijze het bel ij den aan. De kerk doet behjdenis, heet het in 't.Ontwerp. En: e kerk belijdt, in al haar handelingen, telkens opnieuw. Wat men belijdt, doet minder ter zake, dat komt immers achteraan, 't Is precies alsof de menschen elkander gingen opwekken: e moeten zingen. Br moet meer, en blijder, en beter gezongen worden. Jawel. Maar de hoofdzaak is niet, dat men zingt, maar wat men zingt. Een lied kan zijn een psalm tot eer van God. Maar het kan ook zijn een kreet van haat, van opstand, van Godslastering. De hoofdzaak is niet, dat men belijdt, maar wat men belijdt. De hoofdzaak is niet, dat „de Kerk volbrengt haar apostohsche roeping". Maar dat de Kerk zending drijft en evangelisatie in getrouwheid, in gehoorzaamheid aan Gods Woord. Zoo niet, dan is haar „belijden" ijdel. Schade voor het Evangelie. Al haar spreken en werken is dan belemmering voor het komen van het Koninkrijk Gods. Maar wie zoo den nadruk legt op de behjdenis, loopt hij geen gevaar, inplaats van Gods groote werken, waarheden en leerstukken te verkondigen? Kan men' bij sommigen niet spreken van „behjdenis-kramp" ? We kennen dergelijke aanvallen op de waarheid Gods. Vlak achter ons ligt de tijd, dat aan hen, die aan de Schrift vasthielden als het onfeilbare Woord Gods verweten werd, dat zij van den Bijbel maakten „een papieren paus". Doch wie zich üi waarachtig geloof aan de HeiUge Schrift als magistra et norma et iudex (leermeesteres, maatstaf, rechter) onderwerpt, die belijdt ook den inhoud de, r belijdenis. Met vreugde. Met volkomen instemming. Van harte. En die kent ook de onderscheiding tusschen het „gelooven" (b.v. ik.^geloof een heiUge, algemeene CliristeUjke. Kerk) enliet „gelooven in" (den Vader, den Zoon, den Heiligen Geest) zonder zich daarin te vergissen. Voorts: iemand ontkent, dat er hypocrieten in de kerk zijn. Maar deze menschen verdwijnen of veranderen niet, als men voor „belijdenis" zet: belijden". Men vergete toch niet, dat de Schrift altijd weer vermaant, de leer niet te verloochenen, de gezonde leer niet los te laten. En de formuleering van het gsloof is niet esn uitvinding van later eeuwen, gelijk , men 't wel voorgesteld heeft - we verwijzen b.v. naar 1 Tim. 4:6: e woorden der^g^oede leer, welke uitdrukking „terstond doet' denken aan min of meer vast geformuleerde en gefixeerde uitspraken" ^^) - ook denken we aan Hebr. 6:1, 2.

En welke waarde is nu toe te kennen aan uitdrukkingen in het aanvankelijk aanvaarde Ontwerp als: „de kerk doet belijdenis in g e m e e n s c h a p met de belijdenis der Vaderen"; „levende in de uit de Schrift geputte belijdenis der Vaderen beüjdt de kerk Christus als Hoofd der kerk en als Heer der wereld"; „zich bewegen in dezen weg van het belijden der kerk"; „de kerk weert, wat haar belijden weerspreekt”.

Wat staatnu vast bij deze „pilaar en vastigheid der waarheid"?

Waar is hier de metalen klank van den aanvang der Nederlandsche Geloofsbelijdenis: „Wij gelooven allen met het hart en behjden met den mond” ?

Waar bhjkt hier, dat de belijdenis aanvaarden en dus handhaven, ^en kwestie is van leven of dood, gelijk het w a ^ en straks weer blijken zal?

Waar is hier de afspraak, die men als kerken heeft te maken, dat men in de behjdenis de waarheid van Gods W[oord wil en zal volharden, en dat men daarvoor staat, ondubbelzinnig en ten volle?

Waar is hier het gezag van de belijdenis als norma normata (een norm, die haar maatstaf vindt in Gïods Woord en daaraan dus appellabel is) en van de onderwerping aan dat gezag?

Bekend is, dat een vrijzinnig man als Dr. Banning, zich goed in de formuleering van dit artikel kon vinden. Hij achtte zich „ in den weg van het belijden der kerk te bewegen" als hij kalm op zijn vrijzinnig paadje bleef doorwandelen — hij achtte in gemeenschap met de belijdenis der Vaderen, behjdenis te doen van den Drieëenigen God en van Christus als Hoofd der kerk en Heer der wereld, ook al aanvaardde hij b.v. de Bijbelcritiek en loochende hij de leer der Schrift aangaande het eeuwig Zoonschap van Christus.

Men weet deze dingen, en desondanks laat men de fraaie woorden, die den oppervlakkigen orthodoxen lezer een gevoel van geruststelling geven, staan.

En terwijl men de leer der Schrift in naam hoog houdt, doet de leer van den valschen profeet Karl Barth in een officieel kerkelijk statuut haar intrede in de kerk.


31) Dr. A. A. van Ruler, Het Apostolaat der kerk en het Ontwerp-Kerkorde bl. 75. 32) Dr. H. Kraemer, De Kerk In beweging, 1947, bl. 191. 33) Idem, bl. 153.

34) Dr C. Bouma, Kommentaar Rottenburg, bl. 158. Vergelijk ook Idem bl. 389: De absolute tiltdrukklng: de leer, wijst reeds op een aanvankelijke vaststelling en formuleeriug van de leer in de eerste kerk zóó algemeen bekend, dat Paulus zonder meer er zich op kon beroepen. 93

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 11 december 1948

De Reformatie | 8 Pagina's

HET APOSTOLAAT (V)

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 11 december 1948

De Reformatie | 8 Pagina's