GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

In de kerk van Zwijndrecht

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam, 7 Maart 1890.

In de kerk van Zwijndrecht zijn groote dingen geschied.

Vooral de afzetting van Ds. Sleeswijk Visser te Rijsoord had eindelijk veler oog voor den verderfelijken invloed van de Synadale organisatie doen opengaan, en den kerkeraad onder de leiding van haar predikant Ds. A. KnoU, bewogen op betere regeering der kerk naar den eisch van Gods Woord bedacht te zijn.

Zonder veel drukte te maken, sloeg daarom de kerkeraad den practischen weg in, hierin bestaande, dat hij stil voortging zijn kerk te besturen, maar zich onthield van alles wat wel de Synodale reglementen geboden, doch tegen Gods Woord streed.

Tevens nam de kerkeraad, door het gebeurde te Rijsoord geleerd, bijtijds zijne maatregelen, om, mochten de Synodalen ook hier de kerk van hare goederen komen berooven, gelegenheid voor de vergadering der geloovigen te openen.

Dit wierd natuurlijk door Synodale vrienden naar het Classicaal bestuur van Dordt en het Prov. kerkbestuur van Zuid Holland verklapt en overgebriefd, en niet lang duurde het dan ook, ot de machthebbers lieten van zich hooren.

Eerst nam men den ouderling A. Pijper onder handen, die pas was opgetreden, en als kerkvoogd nog niet eens een vergadering der kerkvoogdij had bijgewoond. Hem wilde men blijkbaar, ju'st wijl hij kerkvoogd was, eerst onschadelijk maken. Op de kerkegoederen hebben de heeren het altoos het eerst gemunt.

Zoo wierd dan bij een missive van het Classicaal kestuur No. 203 de heer A. Pijper provisioneel geschorst. Niet de overige leden van den kerkeraad, wier zaak bij missive N". 202, onder dagteekening van 24 Januari jl. naar het Provinciaal kerkbestuur van Zuid-Holland wierd verwezen.

Vooraf waren alle leden van den kerkeraad opgeroepen, om voor het Classicaal bestuur van Dordt te verschijnen; maarzij waren niet verschenen, en vonden het beter dit schrijven aan genoemd bestuur in te zenden:

Afschritt.

Aan het Classicaal Bestuur van Dordrecht.

De kerkeraad van Zwijndrecht, heeft de eèr, u naar aanleiding', van eene missive dato 20 Januari, aan elk lid van den kerkeraad persoonlijk gericht, als antwoord daarop het volgende te melden: Dat de kerkeraad niet voornemens is, aan uwe oproeping om aanstaanden Vrijdag 24 Jan. 1890 voor u als zich noemend Classicaal Bestuur van Dordrecht te verschijnen, op grond, dat hij u als zoodanig naar aanleiding van uwe handelingen tegen Gods Woord niet kan erkennen. Gij hebt toch, door er in te berusten, dat broeder Sleeswijk Visser van Rijsoord werd afgezet, wel wettig naar de reglementen, maar niet naar Gods Woord gehandeld ; daar nven volgens dat Woord niemand uit zijn ambt ontzetten mag, dan wegens een ergerlijk leven of dat hij de hoofdwaarheden van Gods Woord loochent, dus alleen om leven en leer. Gij hebt toegelaten, al was het onder protest, dat het beroep van den heer Lieftinck naar Sliedrecht werd geapprobeerd; gij zijt tegen de goedkeuring van dat beroep niet opgekomen, omdat Z.Ew., gelijk genoegzaam uit zijne prediking en geschriften blijkt, de hoofdwaarheden van Gods Woord verwerpt, maar hebt het in den vorm gezochtt De kerkeraad van Zwijndrecht heeft genoegzaam getoond, dat hij van de zich noemende Besturen der Ned. Herv-kerk niet wil weten; hij heeft toch geweigerd; drie attestation in te schrijven, op grond, dat die drie personen zich hadden laten aannemen bij een kerkeraad, die den hoofdinhoud van Gods Woord verwierp; en het btrijdig is met tucht en orde, dat men zich in dezelfde kerk in een andere gemeente mag laten aannemen, hetwelk de gruwelijkste losbandigheid in de hand werkt. Het hoofd van den kerkeraad van Zwijndrecht is niet naar Rijsoord gegaan, om daar in de vacature naar de reglementen, maar gelijk uit bovenstaande is aangetoond, niet naar Gods Woord, te gaan prediken. De kerkeraad liet gedurig, als de eigen leeraar verhinderd was op te treden, predikanten uit de Christelijke Gereformeerde kerk en uit de Nederduitsche Gereformeerde kerken voor de gemeente optreden.

De kerkeraad geeft u door dezen te kennen, t dat hij in hetzelfde voetspoor wenscht voort te wandelen en de gemeente te regeeren naar Gods Woord. Hij is vervolgens niet meer voornemens op eenige missive, die hij van de Besturen van het Nederd. Hervormd Kerkgenootschap mocht ontvangen, te antwoorden, op grond dat al die Besturen toonen geen eerbied en ontzag te hebben voor Gods Woord, doordat zij de reglementen boven het dierbaar getuigenis Gods handhaven. Het is hun uit alles gebleken, dat de Besturen geen rekening houden met Gods Woord, maar iemand alleen uit zijn ambt ontzetten of in het ongelijk stellen naar menschelijke instellingen. Het is de bede van den kerkeraad, dat ook uwe oogen voor deze breuke mogen worden geopend, en zijn zij geopend, dan geve de Koning der Kerke Gods, wiens eere ons boven alles ter harte moet gaan, u kracht en genade om met zulke zondige banden te breken, om niet in te gaan tegen Gods Woord en uw geweten, bedenkende, dat wij allen eenmaal rekenschap zullen moeten doen van al onze handelingen aan Hem, die onze harten kent en een jaloersch Gfod is omtrent zijne eere.

Gedaan in onze kerkeraadsvergadering van 21 Januari 1890.

De kerkeraad,

Ds. A. KNOLL. C. SCHULLER, I W. VLIEGENTHART, I ouderlingen. A. PIJPER, \ t virioON, 1 - ^-^-^

Het Provinciaal kerkbestuur van Zuid-HoUand trad dan ook reeds spoedig handelend op en ging op 24 Februari tot de afzetting van den predikant en al deleden van zijn kerkeraad over.

De schorsingsbul van den heer A. Pijpers luidde aldus:

Ne. 203.

Het Classicaal Bestuur van Dordrecht,

Ontvangen hebbende het bericht, dat te Zwijndrecht pogingen in het werk gesteld worden, om aldaar eene doleerende kerk te vormen, en dat dat streven in de hand gewerkt wordt door de leden van den kerkeraad der Nederduitsche Hervormde Gemeente aldaar.

Gezien dat de heer Anthonie Pijper, die tot het Kerkbestuur van de Nederduitsche Hervormde Gemeente te Zwijndrecht behoort, ook Ouderling is bij die Gemeente,

Gezien het Proces-verbaal van Praeses en Scriba van het Classicaal Bestuur van Dordrecht, dd. 20 Januari 1890, volgens hetwelk genoemde heeren zijn opgeroepen, om op heden voor het Classicaal Bestuur van Dordrecht te verschijnen.

Gezien het antwoord van den heer A. Pijper op genoemde oproeping dd. 21 Januari 1890, gereg. sub. No. 201, dat de kerkeraad van Zwijndrecht van de zich noemende besturen der N. H. Kerk niet wil weten, en dat hij niet voornemens is aan onze oproeping gehoor te geven, omdat hij het Classicaal Bestuur van Dordrecht niet als zoodanig kan erkennen.

Overwegende, dat zulks is verstoring van orde en rust, en verzuim en vergrijp in de uitoefening van kerkelijke betrekkingen.

Gezien art. 47 en 48, Reglement Kerkelijk Opzicht en Tucht,

Schorst provisioneel den heer Anthonie Pijper als Ouderling bij de Nederduitsche Hervormde Gemeente te Zwijndrecht.

Afschrift van dit besluit zal gezonden worden aan den bezwaarde, aan den Kerkeraad en het Kerkbestuur der Ned. Hervormde Gemeente te Zwijndrecht, aan den Burgemeester van Zwijndrecht en aan het Provinciaal Kerkbestuur van Zuid-Holland.

Tegenwoordig waren R. Visscher, Praeses, C. M. van Oosterzee, Assessor, D. van Popta, L. C. Terneden, A. Vogelaar, G. Sillevis en A. W. L. Talma, Scriba

Gedaan in de buitengewone vergadering van het Classicaal Bestuur van Dordrecht op den 24sten Januari 1890 te Dordrecht gehouden.

R. VisscHER, Praeses.

C. M. VAN OOSTERZEE, Assessor, qq.

VAN POPTA, qq.

L. C. TERNEDEN.

A. VOGELAAR PZ.

G. SILLEVIS.

A. W. L. TALMA, Scriba.

Voor eensluidend afschrift,

A. W. L. TALMA, Scriha.

Is reeds dit stuk opmerkelijk om de namen die er onderstaan, dit is niet minder het geval met de atzettingsbul van het Provinciaal kerkbestuur van Zuid-Holland, die in dezer voege sprak:

Afschrift.

Het Provinciaal Kerkbestuur van Zuid-Holland, ontvangen hebbende een afschrift eener uitspraak dd. 24 Januari 1890, No. 202, waarbij het Classikaal Bestuur van Dordrecht, overwegende dat de bezwaren tegen de heeren Anne Knoll, predikant, Casper Schuller en Willem Vliegenthart, ouderlingen. Jan Baan Azn. en Lambertus van Loon, diakenen, allen Kerkeraadsleden der Ned. Hervormde Gemeente te Zwijndrecht, aanleiding zouden kunnen geven tot ontzetting uit eene kerkelijke bediening, de behandeling der zaak schorst en verzendt naar het Provinciaal Kerkbestuur voornoemd, met kennisgeving aan ieder der bezwaarden;

Gezien een proces-verbaal, waarbij het Moderamen des Classikalen Bestuurs verklaart, onder datum van 20 Januari 1890, de leden des Kerkeraads voornoemd te hebben opgeroepen om voor het Classikaal Bestuur te verschijnen op 24 Januari II, en het antwoord des Kerkeraads op deze oproeping;

Gezien het proces-verbaal van een getuigenverhoor; op last der Commissie van onderzoek te Dordrecht gehouden den 13 Februari 1890, door getuigen onderteekend; het antwoord van het Moderamen des Classikalen Bestuurs, dd. 15 Februari, op een schrijven van de Commissie voornoemd;

Gehoord het rapport der Commissie, belast met het onderzoek dezer tuchtzaak namens het Provinciaal Kerkbestuur van Zuid-Holland;

Overwegende wat de feiten betreft;

1. dat de heer Anne Knoll, predikant te Zwijndrecht, in overleg met de leden des Kerkeraads bij leden der gemeente persoonlijk is rond geweest om geld in te zamelen voor het bouwen eener nieuwe kerk, en dezelve uit te noodigen zich bij hem aan te sluiten om het kerkverband met de Nederlandsche Hervormde Kerk te verbreken;

2. dat die predikant met een aantal leden der gemeente eene van den kansel afgekondigde vergadering heeft gehouden, waarin besloten is geene Christelijke Gereformeerde gemeente te stichten, maar zooals werd uitgedrukt, eene Doleerende Kerk;

3. dat de predikant in overleg met en medewerking van de Kerkeraadsleden grond heeft gekocht om een kerk en pastorie te bouwen;

4. dat de predikant op 19 Januari 1890 van den kansel heeft afgekondigd, dat bestek en teekening van de doleerende kerk en pastorie in den loop der week ter visie zouden liggen;

5. dat de predikant van de zich aanmeldende nieuwe lidmaten vergt, dat zij zich bereid verklaren bij de doleerenden zich aan te sluiten;

6. dat de leden des Kerkeraads der Ned. Herv. gemeente te Zwijndrecht, opgeroepen om in de vergadering des Classikalen Bestuurs te verschijnen, een brief d.d. 21 Januari 1890 hebben ingezonden, waarin zij verklaren niet te verschijnen, omdat zij het Classikaal Bestuur als zoodanig niet erkennen; »dat de Kerkeraad van Zwijndrecht genoegzaam getoond heeft, dat hij van de zich noemende Besturen der Nederl. Hervormde Kerk niet wil weten; "

»dat de Kerkeraad gedurig, als de eigen leeraar verhinderd was op te treden, predikanten uit de Christelijke Gereformeerde Kerk en uit de Nederduitsche Kerken voor de gemeente liet optreden";

dat de Kerkeraad te kennen geeft, »dat hij in hetzelfde voetspoor wenscht voort te wandelen en de gemeente alleen te regeeren naar Gods Woord" en »niet meer voornemens is op eenige missive, die hij van de Besturen van het N. H. Kerkgenootschap mocht ontvangen, te antwoorden";

dat het Classikaal Bestuur, in zijne vergadering van 24 Januari U., «overwegende, dat zulks is verstoring van orde en rust, en verzuim en vergrijp in de uitoefening van kerkelijke betrekkingen, en aanleiding zou kunnen geven tot ontzetting uil eene kerkelijke bediening", naar art. 47 Reglement voor Kerkelijk Opzicht en Tucht "de b"ehandeling der zaak'heeft ge-[ schorst en verzonden naar het Provinciaal Kerkbestuur van Zuid-Holland;

dat dit Bestuur, ten einde een laatste poging aan te wenden om deze verkeerdheden in den geest der broederlijke liefde uit den weg te ruimen, de leden des Kerkeraads heeft opgeroepen om voor eene Commissie te verschijnen te 's-Gravenhage, den 19 Februari, des namiddags te twee uur, in de Consistoriekamer der Kloosterkerk;

dat geen enkele hunner aldaar is verschenen, hoewel zij allen den oproepingsbrief hebben aangenomen, blijkens de ten processe aanwezige stukken;

Overwegende in rechten:

dat de handelingen hierboven vermeld sub i> 2, 3, 4, 5 in strijd moeten geacht worden met de plechtige beloften, bij de bevestiging afgelegd, om naar vermogen mede te werken tot den bloei der Nederlandsche Hervormde Kerk met opvolging van hare verordeningen;

dat zij, door Kerkeraadsleden gepleegd, in strijd zijn met de verplichtingen des Kerkeraads om zich in alles naar de reglementen te gedragen en toe te zien dat deze worden opgevolgd;

dat de brief des Kerkeraads, sub No. 6 vermeld, ten duidelijkste toont, dat de leden des Kerkeraads het vaste voornemen hebben genomen, om zich met woord en daad van de Nederlandsche Hervormde kerk af te scheiden en, zooveel het in hun vermogen is, de leden der Hervormde Gemeente te Zwijndrecht in hunne afscheiding mede te sleepen, en alzoo scheuring en verwarring, twist en tweedracht in de gemeente te verwekken;

dat deze handelingen niet anders kunnen beschouwd worden dan als verstoring van orde en rust, en verzuim en vergrijp in de uitoefening van kerkelijke betrekkingen, waarop in de gegeven omstandigheden en inzonderheid wegens de houding van beklaagden, tuchtmiddelen dienen te worden toegepast;

Rechtsprekende in eersten aanleg;

Gezien art. 11 Algemeen Reglement; art. 13 Reglement voor de Kerkeraden; art. 39 Reglement voor het Godsdienstonderwijs; aitt. i, 3, 4. S. 6, 7, 8, 9, 14, 19, 21, 28, 37, 47, 50, 51 Reglement voor Kerkelijk Opzicht en Tucht;

Verklaart de Heeren ANNE KNOLL, predikant, CASPER SCHULLER, WILLEM VLIEGENTHART, JAN BAAN AZN. en Ouderlingen, n-, !, a„o„ LAMBERTUS VAN LOON, ^^laKenen, schuldig aan verstoring van orde en rust en aan verzuim en vergrijp in de uitoefening van kerkelijke betrekkingen;

Ontzet hen uit alle ambten en kerkelijke bedieningen door hen bekleed in de Ned. Hervormde Gemeente te Zwijndrecht en in de Nederlandsche Hervormde Kerk, alsmede van het lidmaatschap der Nederlandsche Hervormde Kerk;

Bepaalt dat afschrift dezer zal gezonden worden aan ieder der beklaagden binnen acht dagen, aan den Kerkeraad der Ned. Herv. gemeente te Zwijndrecht, aan de Heeren Kerkvoogden der Ned. Herv. gemeente aldaar, aan het Classikaal Bestuur van Dordrecht, aan den Heer Burgemeester van Zwijndrecht, aan den Minister van Financiën, en zoodra deze uitspraak kracht van gewijsde zal hebben verkregen, aan de Algemeene Synode der Nederlandsche Hervormde Kerk, en een afschrift geplaatst in de officieele Kerkelijke Courant.

Gedaan in de buitengewone vergadering van het Provinciaal Kerkbestuur van Zuid-Holland, gehouden te Rotterdam, den 21 Februari i8go. Tegenwoordig de Heeren L. Doedes Dzn., President, E. César Segers, Vice-President, Jhr. P. O.H. Gevaerts van Simonshaven, W. Zégers, Dr. J. H Gunning J.Hzn., A. Bosman, J. C. van Slee, Dr. G. J. van der Flier en A. Loeff, adviseerend lid en Secretaris.

{was get.) L. DOEDES DZN, President.

E. CÉSAR SEGERS, Vice-President.

P. O. H. GEVAERTS VAN SIMONS-HAVEN.

W. ZÉGERS.

J. H. GUNNING J.HZN.

.k. BOSMAN.

J. C. VAN SLEE.

G. J. VAN DER FLIER.

A. LOEFF, adv. lid en Secretaris.

Voor eensluidend afschrift.

De Secretaris des Provincialen Kerkbestuurs van Zuid Holland,

A. LOEFF.

Let nu eens op al deze namen, en ge ziet, dat ook hier, we meenen uitsluitend, »orthodoxe" mannen handelend optraden. Zelfs Ds. Van Oosterzee van Sliedrecht. En wat dan te zeggen van een Classicaal be­ t stuur als dat te Dordrecht, dat in de zaak van Sliedrecht klaagt over het Provinciaal kerkbestuur, en jammert dat het» omzetten der Besturen" niet helpt; en thans met datzelfde Provinciaal kerkbestuur saamspant, om een kerkeraad die zijn kerk naar Gods Woord wil regeeren, als kerkelijk des doods schuldig, af te maken.

Moge aan Ds. Knoll en zijn kerkeraad in rijke mate moed en volharding worden geschonken, om zich niet te laten imponeeren, maar, er kome wat erkome, in de kracht huns Gods voor zijn waarheid pal te staan.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 9 maart 1890

De Heraut | 6 Pagina's

In de kerk van Zwijndrecht

Bekijk de hele uitgave van zondag 9 maart 1890

De Heraut | 6 Pagina's