GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Engeland. Eene poging tot oplossing der schoolquaestie. Motie voor scheiding van kerk en staat. Een woord van de Christian.

Een nieuwe poging is door het Engelsche ministerie in het werk gesteld om de schoolquaestie tot oplossing te brengen. Een wet werd voorgesteld of liever een enkele paragraaf, die door het Lagerhuis reeds werd aangenomen, waarbij bepaald wordt, dat voortaan in de door den staat overgenonren kerkelijke scholen, de kosten van het Godsdienstonderwijs niet meer uit het geld van belastingbetalers zullen voldaan worden. Als deze kleine „bill" ook door het Engelsche Hoogerhuis wordt aangenomen, zal de lijdelijke tegenstand, die in Engeland hier en daar aan de bestaande schoolwet wordt geboden, denkelijk wel ophouden. Vooral in Wales vindt die tegenstand plaats, welke bestaat in het weigeren van betaling der door de overheid vastgestelde schoolbelasting. In het vorstendom Wales is dit verzet tegen de bestaande wet zoo sterk, omdat daar de meerderheid der bevolking tot de Dissenters behoort. Of de nieuwe paragraaf hen bevredigen zal?

Het Engelsche Lagerhuis nam ook dezer dagen een motie aan, die de strekking heeft, de wenschelijkheid uit te spreken van de losmaking der banden die de kerk aan den Staat verbinden. Deze motie werd voorgesteld door afgevaardigden die tot de Dissenters behooren. Voor Engeland zal die motie voorloopig geen practische gevolgen hébben, daar de regeering zich tot niets heeft willen verplichten. Toch is het aannemen van zulk een motie een teeken des tijds. Wellicht zal het echter in Wales spoedig tot scheiding van. Kerk en Slaat kooien, evenals deze reeds ia Ierland tot stand kwam. In Ierland behoort het grootste deel der bevolking tot de Roomsche Kerk, en het ging op den duur niet aan om de kleine Protestantsche Staatskerk op kosten van het algemeen met uitsluiting van de andere kerken te onderhouden. Hetzelfde is sedert jaren het geval in Wales, en daarom zou het ons niet verwonderen, dat weldra ook daai de finantieele band die de Engelsche Kerk aan den Staat bindt, werd verbroken.

In The Christian vonden wij de volgende opmerkingen, die wel ook in onze kringen mogen overwogen worden. Bij de ciitiek, die dikwijls gemaakt wordt op de kerken en hare roeping ten opzichte van het volk, wordt vaak over het hoofd gezien, dat de maatstaf voor het succes, die in de wereld aangelegd wordt, geheel verschilt van dien welken de Heere zelf heeft vastgesteld.

In „de grondwet van het Koninkrijk Gods", zeide Hij tot Zijne discipelen, dat de weg ten leven nauw is en de poort eng die tot het leven leidt, en dat weinigen dezelve vinden. Zijn eigen optreden onder het volk bewees dit op een treffende manier. Duizenden verdrongen zich om Hem toen Hij uitwendige gaven uitdeelde — een handvol menfchen bleef over, die Hem als ZaUgmaker noodig had. Dit is gedurende de negentien eeuwen van het bestaan van de Kerk van Christus telkens opnieuw aan den dag gekomen. Het is nooit moeilijk op de een of andere manier het volk te bereiken. „Succes" ligt langs de lijn van den minsten wederstand. Maar juist omdat het Evangelie het wederstaan van de zonde en zelfverloochening eischt, is de weg smal en de poort eng. Het is verkeerd een tegenstelling te maken tusschen het „succes" waardoor volksmenigten vergaderd worden met het doel om haar te amuseeren, en de „mislukking" van weinige menschen, die met alle macht aangezet worden om tot eiken prijs den wil Gods te doen. Wij behooren evenzeer te waken tegen de uitersten: het goedpraten der indolentie en het aanvaarden van elk „succes" als een bijzonderen goddelijken zegen.

Men mag geen steen onaangeroerd laten om de menschen door alle wettige middelen onder Christelijken invloed te brengen; maar wanneer dat gedaan is, zal het toch altijd waar blijven, dat de poort tot het leven nauw is".

— Dr. Pierson over het spreken in tongen.

In de laatste jaren zijn in verschillende centra als Los Angelos, Californië, zekere deelen van Indië en Chma, Noorwegen, Zweden, Wales enz. ongewone verschijnselen op geestelijk gebied waargenomen. Sommigen meenden, en hielden dit met veel nadruk staande, dat deze verschijnselen hun oorsprong hebben in een buitengewone gave van den Heiligen Geest, namelijk het spreken met tongen, gelijk dit in den apostolischen tijd te Corinthe gevonden werd.

De bekende Amerikaansche predikant Dr. Arthur T. Pierson, die tegenwoordig in Engeland vertoevende, zich zoo krachtig weert tegen de z. g. nieuwe Theologie, heeft ook gemeend over die verschijnselen zijn oordeel te moeten uitspreken, en daarom begon hij met een ontleding van hetgeen in i Cor. XIV te lezen staat.

Daar in Nederland met name bij de zich noemende Apostolischen ook de bovenbedoelde verschijnselen zich voordoen en deze daaruit meenen te mogen afleiden, dat zij een levend geloof bezitten, terwijl aan andere kerken een dood geloof wordt toegeschreven, zoo is het niet ondienstig om in enkele woorden te resumeeren wat Dr. Pierson uit genoemd hoofdstuk put. Het is voor hen die eenige studie van deze zaak en daarom van i Cor. XIV gemaakt hebben, niets nieuws, maar ter wederlegging van een nieuwe secte die meent deH. Schrift „hout, hooi en stoppelen" te kunnen noemen, wijl zij het goud en de edelgesteenten dagelijks, uit den hemel ontvangt, kan het zijn nut hebben, uiteen te zetten wat Dr. Pierson op grond der Schrift leert.

I. Het spreken in een vreemde tong (de Statenvertaling heeft volgens ons ten onrechte vertaald „taal") is onverstaanbaar voor de gemeente. Als het erht is en niet nagemaakt, is het als zoodanig alleen bekend bij God. 3. Het spreken met tongen is daarom niet stichtelijk voor de'menschen. Terwijl het propheteeren nuttig is tot „stichting, vermaning en vertroosting", zoo kan het spreken in tongen de hoorders slechts doen verbazen.

3. Het spreken in tongen is daarom vergelijkenderwijze ongewensdit en ondienstig. Onder de geestelijke gaven wordt het in i Cor. XII 7—10 onder de laatste genoemd, terwijl zeven gaven des Geestes daarvóór vermeld worden.

4. Het spreken met tongen, zal het werkelijk waarde hebben, is afhankelijk van een andere gave des Geestes, namelijk het uitleggen der tongen (i Cor. XII:10). Er is in het spreken in tongen zonder uitlegging geen heil.

5. Bovendien kan het spreken in tongen ontaarden in een ijdel verhaal van woorden; niemand kan zeggen, wat daarvan gezond en wat daarvan ongezond is en wat daarin valsch en wat daarin echt is.

6. Het spreken in tongen is eerder een middel tot verdeeldheid als tot nauwere verbinding. Toen men in Babel elkander niet meer verstond, werd het menschelijk geslacht verstrooid, en daarom ook, indien ik de kracht der stem niet weet, zoo zal ik hem die spreekt barbaarsch (dat is: een vreemdeling) zijn en hij die spreekt zal bij mij baibaarsch zijn.

7. Zulk een gave is daarom meer een belemmering dan een bevordering van eene gemeen schappelijke godsdienstoefening.

8. De apostel betoogt dan ook dat het spreken in tongen alleen, zonder uitlegging, verkeerd moet werken. Hij zegt o. m.: „Indien dan de geheele gemeente bijeenvergaderd ware en zij allen in vreemde tongen spraken, en eenige ongeleerden of ongeloovigen inkwamen, zouden zij niet zeggen, dat gij uitzinnig waart?

9. Wanneer de gave van het spreken in tongen is geschonken, dan moet het gebruik maken dier gave behoorlijk geregeld worden. Volgens die regeling mogen slechts twee, hoogstens drie personen in de gemeente in tongen spreken, en dan niet te gelijk, maar de een na den ander, terwijl zij die de gave bezitten, moeten zwijgen wanneer er geen uitlegger is.

10. De apostel betoogt ten slotte, dat God geen God van verwarring, maar van vrede is. Daarom, het spreken in tongen moet niet verboden worden, het is niet te begeeren, maar wel dient gestreefd naar de stichtelijke, onderwijzende, verstaanbare uitingen van de leeringen die door den Heiligen Geest ingegeven worden.

11. Voorts toont Dr. Pierson aan dat het spreken met tongen zoo gemakkelijk kan nage bootst worden. De duivel die een meester is in het nabootsen, legt er zich vooral op toe om de openbaringen van den Geest Gods na te doen. De uitlegging kan niet alleen het spreken met tongen stichtelijk maken, maar door haar kan men alleen te weten komen, of zulk spreken door den Geest 5f nagemaakt is.

12. Sommigen meenen dat de uitdrukking van Paulus, „laat de vrouwen zwijgen in de gemeente", speciaal doelt op het spreken met tongen. Zij liepen gevaar toen zij tot de vrijheid die in Christus is, geroepen werden, tot een wild fanatisme te vervallen. Wat moet nu ons oordeel zijn over „het spreken in tongen" in den tegenwoordigen tijd ? In geen enkel geval ging dit spreken vergezeld van de gave der uitlegging; daarom moet het, bij afwezigheid van een uitlegger, onderdrukt en niet uitgelokt worden.

Maar juist het tegenovergestelde heeft in deze dagen plaats. Men zoekt die openbaringen op te wekken door langdurig vasten en gebed, alsof de kracht om te spreken in tongen, al is dit spreken ook onverstaanbaar voor anderen, de groote gave bij uitnemendheid is. Er zijn wilde uitbarstingen van fanatisme geweest, die eene ordelijke vergadering tot een Babel van verwarring maakten.

Toen deze gave der tongen zich het eerst in Amerika openbaarde, leidde dit in een van de grootste kerken van de kust van de Stille Zuidzee tot scheuringen; dit ging vergezeld van zulke uitersten in andere richting dat het behoudende volk van verre stond.

In Engelsch-Indië kwam bij eenzelfde be* weging de eigenwilligheid bijzonder aan het woord. In plaats dat de geest der propheten den propheten onderworpen was, was er een hardnekkig voortgaan op verschillende manier zonder, dat men het oor wilde leenen aan het Woord Gods. In geen enkel opzicht werd het openbaar, dat door deze manifestaties iets goeds werd uitgewerkt. Men was als verplaatst in de dagen toen het Irvingisme voor het eerst optrad. Het is ook uitgekomen, dat vele van die manifestaties niet vrucht waren van fanatisme, maar van bedrog.

N.Amerika. Curiositeiten?

Onder dezen titel vonden wij in de Wcuhter hét volgende:

Het Oosten schrijft: „Heeft men vroeger wel dezelfde ellende, doch onder andere vormen gekend, ook het ongeloof blijft precies eender; alleen maar, het wijzigt zijne vormen.

Rev. Dr. Davis W. Clark president van de Methodistische Predikers unie van Cincinnati, O., sprak enkele dagen geleden de volgende schitterende woorden tot zijne broeders de eerw. predikanten:

„Het koninkrijk Gods is binnen in u. Gij kunt dat niet in boeken schrijven. Dat konink rijk is niets dan ^liefde en dienst en geloof. Onze leerstellingen mogen we als curiositeiten bewaren en een plaatsje geven in een kist boven op zolder. We mogen ze bewaren, net als wij predikanten de ons voorgeschreven regels bewaren. Ook die regels vernietigen we niet, neen, we bewaren ze als een curiositeit, ofschoon we weten dat we die regels niet meer kunnen naleven en ook niet meer kunnen eischen in onze verlichte dagen. Die regels vertegenwoordigen niets meer dan de verouderde ideeën van het verledene."

Is dat geen kluchtige speech van dezen harlekein Theologischen Doctor?

De Methodisten van Cincinnati houden er een koninkrijk op na zonder regels, zonder wetten en zonder koning, met een liefde op eigen houtje, met een dienst naar eigen wel gevallen en met een geloof, dat zich aanpast bij alles, behalve bij den Bijbel. Maar zulk een koninkrijk houden de Nihilisten er ook op na. Die breken insgelijks het bestaande af, om dan het puin tot fondament te gebruiken voor hunne nieuwe stichting.

En wat het ergste is—deze Doctor in de Heilige godgeleerdheid met zijne eerbare luisterende en niet protesteerende zwartrokken, zijn geene curiositeiten. Men vindt deze lieden bij duizenden en hun getal groeit dagelijks in massa aan. Ze overstroomen ons land en dringen de kerken overal binnen, verwoestend en vernielend; echte wolven in schapenvellen gehuld".

Wij vinden dit niet, gelijk Het Oosten, kluchtig, maar diep bedroevend. Welk een zware maar toch heerlijke roeping hebben in de Nieuwe Wereld de Gereformeerde kerken, om te midden van zooveel dwaling en afwijking de banier van de waarheid omhoog te houden!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 19 mei 1907

De Heraut | 4 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 19 mei 1907

De Heraut | 4 Pagina's