GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Leestafel

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Leestafel

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

I. JOH. QÜANDT, Pastor in BIIEMEN, Herr Goit, Dich loben wir! — Gustav Schloesïmann's Verlagsbuchhandlung (Gustav Fick) Hamburg 1908.

De Duitsche predikant JOH, QuASpr, vroeger werkzaam in DEN HAAG, thans, als opvolger van OTTO FUNCKE, in BREMEN, biedt oiss hier eea „Andacütsbuch". Hiertoe opgewekt door zijn, inmiddels overledene, vrouw, opende hij in den zomer van 1907 in het Brenier Kerkblad een reeks artikelen over oude Duitsche ketkliederen, Zooals het dan pleegt te gaan met dergelijke artikelen in de kerkelijke pers, werd ook door de lezers van het Breroèr Kerkblad een afjondetlijke uitgave dezer artikelen begeerd, en de schrijver hsefc toen aan dat verlangen voldaan.

Ten getale van 5 2, geordend naar het in Duitsch land vrij strecg vastgehouden kerkelijk jiar, zijn e QÜANQT'S artikelen nu in een, uit het oogpunt van boekdiukkunst keurig uitgevoerd, bundeltje saaingevat.

Het zijn siichtclijke overdenkingen naar aan­ leiding van 53 geestelijke liederen. Als het ware variaties op bekende melodieën. De opschriften dezer liederen toch vormen bij iedere meditatie tiet „Leitmotiv", terwijl bovendien, tot beter verstand van het lied zelf, een en ander omtrent zijr, dichter wordt medegedeeld. Zoo b.v. bij het ook ten onzent bekende: Ach bleib mit deinem Gnade\ een en ander omtrent JOSUA STEGMANN, den tijdgenoot van PAUL GERHARPT, en KONING GÜSTAAF ADOLF.

Ik kan dit boekje aan wie Duitsch lezen, hartelijk aanbevelen.

En dat niet alleen wijl het de kennis verrijkt van Duitschland's geestelijken liederenschat, maar ook en vooral omdat de inhoud positief christelijk en in den waren zin „stichtelijk, " dat is, „opbouwend" is. Ik ben het goed eens met DR-SCHNELLER uit Keulen, die er over schrijvend, zegt: „wie in den morgen een van deze korte ovefdenkingen, waarin de lof van Gods Genade in Jezus Christus cèk voor zware tijden doorklinkt, geleaen ea gehoord heeft, hem klinkt zulk een lied zeker heel den dag nog ia zijn ziel na." Waar dan nog bij komt, dat even als de opzet dezer overdenkingen van zekere oorspronkelijkheid getuigt, haar inhoud niet alleen vele goede, maar ook enkele nieuwe gedachten brengt,

Ea ook dat nieu? ? e is dan goed.

2. MR. G. T. J. DK JONGH. Rechter te Amsterdam. Bewijs van goed zedelijk gedrag.

Met dit boekje dat, als een incunabel, zonder naam van den drukker en sonder jaartal verscheen, kom ik uit de stichtelijke litera'uur tot wat ik zou willen noemen die over strafrecht en sociale ethiek. Het is toch een praeadvies uitgebracht aan het Nederlandsch Genootschap tot zedelijke verbetering der gevangenen. In een, ten vorigen jare gehouden, vergadering van dat Genootschap is geweaen op de moeilijkheden, waarmede de ontslagen gevangene heeft te worstelen 023 weder een eerlijk stuk brood te verdienen, en hoe zelis de Overheid, door haar afgifte van het „bewijs van goed en zedelijk gedrag", er toe meewerkt hem dien strijd moeilijk te maken,

Hoe de gevangene tegen dien strijd opziet, blijkt uit de mededeeling van den celbsi^oeker, dat hij van hem verneemt:

„Mijn toestand is overigens nog al dragelijk, doch ik denk steeds aan den dag, dat ik dit huis zal verlaten, %vant dan begint pas mijn eigenlijke straf. Dan z*l ik geen werK kannen krijgep. Daa sullen mijo kinderen niet te eten hebben en tot aiia saija dood zal ik geschandvlekt zijn in de oogen van den werkgever, " (p, 8.)

Overtuigd, ea naar het ook mij voorkomt terecht, dat hier „iets gezegd wordt, hetwelk niet in harmorie kan sijn laet humaniteit en Christelijke liefde, dat hier iets detoneert tegen da beginselen van recht en billijkheid", besloot hel Genootschap de zaak van het door de Overheid aftegeven „Bewijs" aan een nadere bespreking te onderwerpen, doch vooraf aan MR. DS JONGH een praesdvies te vragen.

In dit praeadvies wordt de zaak, gelijk te verwachten was, op wetenschappelijke maar toch populaire wij Je in een achttal boofdstukken behandeld.

In het slothoofdstuk vat MR, DE JONGH zijn gedachten in eenige siellicgeu aldus saam. De methode, welke tegenwoordig bij de afgifte der bewijzen van goed zedelijk gedrag gevolgd wordt, is verouderd, Algeheele afschalfiag van dess bewijzen is niet gewecsckt, ' Met hel oog op de belangen van het verkeer, zoomede terbevorde ring van de gedelijke kracht van den ex-misdadiger, is het gewenscht deze zaak vaa Over heidswegs aantepakken ea te regelen, door af gifte van een speciaal extract uit het strafregister voor civielrechtelijke en sociale doeleinden. Op dit extract moeten daa niet voorkomen vonnissen van gerirge beteekenis, die bij beoor deeling van 's mans raoraiiteit van geen invloed kunnen zijn j vonnissen, weike gevolgd zijn door een langdurig tijdperk, waarin geen nieuweveroordeehng voorviel; en evenmin vonnissen waaromtrent het bevoegd gesag heeft geoordeeld, dat vi] te niet gedaan zijn door een notoir goed levensgedrag. Eindelijk, dat dit bevoegd gezag moet worden uitgeoefend door speciaal daarvoor aangestelde Raden (waarin ook leeken zitting nemen), onder goedkeuring van de rechterlijke macht; en, dat dit alles bij een af ionderiijk wetje moet geregeld.

Het Genootschap bovengenoemd heeft goed gedaan, dit praeadvies van Rechter DB JONGH ook in breeden kring te verspreiden. Zoo is er kans, 'dat ten opzichte van deze zaak ook onder bet groote publiek een opinie gecreëerd ^ordt.

3, C. BROUWER PZ. Johannes Calvijn. Mannen en Vrouwen van Beteekenis. No, 2, Rotterdam. J, M. Bredée.

Wie onder ons schrijft nu eens een dergelijk boekje in het Hollandsch tegen 10 Juli? Maar dan met onverholen instemming ook met CALVIJN'S leer van de Voorbeschikking, want in die leer zit de kracht van het Calvinisme.

Dit schreef ik in ds Leestafel van 18 April naar aanleiding van OEHNINGER'S Johannes Calvin, en de heer C. BROUWER PZ, van OUDERKERK A/D IJSSEL, die daar geen gras over net groeien, jrond mij zijn geschiiftje over CALVIJN, Het is No, 2 — No. i gaat over MAARTEN LUTHER — van die seiie: Mannen en Vrouwen van beteekenis weike de heer BREDÉE te ROT­ TERDAM sedert 1902 uitgeeft, E; n serie boekjes waarin naar des uitgevers bedoeling het leven en de arbeid van gtooti mannen en vrouü? en uit het verleden „historisch-trousv, beknopt-volledig, interessant-levendig" moet worden voorgesteld. Een serie, bestemd voor de hoogste klassen der Zondagschool en der lagere Christelijke school.

Het wil mij voorkomen, dat de ijverige Rot tcrdamsche uitgever, door aan den heer BROUWER de bearbeidicg' van het Calvijuboekje opte dtagtn, daar zijn doel mee heeft bereikt.

Wat den inhoud betreft, kan dit werkje de vergelijking met OEHNINGER'S Calvin dan ook doorstaan en in uitdrukkingen a!s op p. 15: „Ds soavereiniteit Gods, d. i, de vrijmacht des Heeren, vyerd de grondtoon van zijn (CALVIJN'S) zieleleven, de basis van üijc wetensctiappelijken arbeid" - komt onverholen instemmiBg met de groudgsdachte van het Calvinisme uit.

Wat er ook in uitkomt is enibusiaime voor den arbeid van Da. KUYPER. Maar hoe sympathiek dit entbusiasme mij ook is, toch ach; \t, dat tegen den slotzin: „de xetei van het Calvinisme IS verplaatst van Kannunikstiaat te Geneve naar de Prins Hèndiikkade te Amsterdam" — een zin, ntleend aan wat de schrijver eens hoorde van en predikant, dis Geneve bsiocht had, —ook Dn. KUYPEB zelf nog een andere bedenking zal hebben dan die, dat hij nu niet meer woont p de Prins Hendiikkade te Amsterdam.

Zoolang er niets beters verschijnt, kan ik dit boïkje, als feestg*ve op 10 Juli aan de kinderen van onze Zoadagascholen en lagere scholen, e! aanbevelen.

Het ziet er prettig uit, en het kost raaat twee diibbeltjes.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 2 mei 1909

De Heraut | 4 Pagina's

Leestafel

Bekijk de hele uitgave van zondag 2 mei 1909

De Heraut | 4 Pagina's