GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Leestafel.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Leestafel.

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

DR, A. KÜYPER. PREDICATIÈN in de jaren 1867 tot 1873, tijdens *ijn Ptedikantschap in het NEDEBLANDSCH HERVORMDE KERKGENOOT­ SCHAP, gehouden te BEKSD en te AMSTERDAM. Kampeo, ^ J. H. Kok. 1913.

DR. KUYPER, die, sedert hij tot een andeten staat des levens overging, ophield Dienaar des AVoords te zijn, biedt ons hier een stuk van zijn kanselwerk uit de dagen toen hij nog predikantinde NEDERLANDSCH HERVORMDE KERK was.

Op het titelblad van dh lijvig boek van niet minder dan 468 bladtijden, staat het woord: HERDRUK, en dat is in zoover juist, als 21 van de 82 preeken die het bevat, reeds vroeger gedrukt zijn.

Van het in 1869 verschenen EERSTE ZESTAL LEERREDENEN en het in 1871 verschenen TWEEDE ZESTAÏ. brengt deze bundel zelfs een derden druk, en in »jn tweede helft hebben ook een negental andere preeken, tusschen '67 en '73 afzondetlijk uitgegeven, mèt de Afscheidspreek van BEESD, die tot dusver in handschrift was blijven liggen, — onder de rubriek GELEGSNHEIDS-FREDICATIËN een onderdak gekregen.

Deze Kamper-uitgave is te danken aan de omstandigheid, dat naar DR. KUYFER'S sinds lang uitverkochte preeken nog gedurig vraag was en het den heer KOK aUoo gewenscht vooikwam ze nogmaals ter perse te leggen. Gevolg gevend aan het desbetreffend door zijn uitgever tot hem gericht verzoek, wasdeSchrij ver van oordeel, dat ook de zooeven genoemde Afscheidspreek „althans biographisch niet zonder beteekenis", aan de 9 herdrukte „gelegenheidspredicatièn" moest toegevoegd.

Er is meer dan ésn reden om ons over deze uitgave ts verblijden.

Toch mag dit niet verhinderen hier uitteipreken, dat, wanneer man deze preeken naar tijdsorde doorleest, men een vrq groot verschil tusschen de vroegere ea latere ontdekt.

Op zichzelf is dit bij het kanselwesk van 'c prediker van beteekenis een gewoon verschijnsel. M»ar, wijl bij Da. KUYPER het verschil ook hierin uitkom*, dat de vroegere preeken niet, als de latere, in alle opzichten beantwoorden aan den maatstaf dien men bij de bsoordeeling van gereformeerde prediking mag aanleggen, zou dat verschil, althans voor wie met de ontwikkeling van dézen prediker van beteekenis geen rekening houdt, bevreemding kunnen wrikken. En zeker is, om iets te noemen, bij dit vroegere kansel werk het meer naar aanleiding van, dan het uit den tekst preeken en het alzoo onvoldoende verklaren van het Schriftwootd, niet oubedenkelijk. Oak komt, in die oudere preeken, het „onder werpelijke", dat toch naast hei „voorwetpeiijke" onmisbaar is, niet tot zijn recht. Daarbij trof mij bij de leting: BEDE­ STOND OP DEN HERVORMINGSDAG, in 1868 te UTRECHT gehouden, de volkomen negatie van wat in later juen zal heeten: „p: : gsng toi Reformatie door middel van Separatie". En, om van andere dogmatisch min gelakkige uitdrukkingen niet te spreken, noem ik hier die, aan HEGEL ontleende en later door KUYPER zelf zoo streng veroordeelde van: „menschwording Gods", in het thema der te UTRECHT in 1867 gehouden Intrêarede.

Maar hem, die van DR. KUYPER'S ontwikkelingsgang ook maar iets af weet en daarmede hier rekening houdt, zullen deze dingen zeker niet bevreemden.

De auteur spreekt over dit verschil zich onverholen uit waar hij in zijn VOORWOORD zegt: „Vanzelf is in de periode, die van 1867 tot 1873 verliep, mijn geloofsovertuiging eerst van lieverlede tot meerdere vastheid en pie-^ ciesheid gekomen. Niet alles wat in de oudere pirèdicatiën van dezen bundel voorkomt, zou ik nog letterlijk zoo uitdrukken, als 't er nu staat". £^ wanneer hij daarop laat volgen: „Men zal beseffsn, hoe mij dit hindert, maar het toch begrijpelijk vinden, dat ik in dezen herdruk niets gewijzigd heb", — dan zal men dit zijn bieden van een „onveranderde uitgave" des te hooger waardeeren.

Dan, juist in dat *„onveranderde" ligt een der redenen om ons over het uitkomen van dezen bundel te verblijden. Hij toch draagt, zooals in het VOORWOORD terecht staat, een „eigenaardig karakter". Een karakter, dat ik mijn lezers niet beter kan doen verstaan dan door het slot van het VOORWOORD aantehalen: „Ik trad in 1867 te Uirecht op in een periode van geestelijke worsteling ia de Hervotmde Keik, en acht bet daarom het best, dat nu nog ieder zien kunne, in welke phase ik telf aan deze worsteling deelnam”.

Ieder, die zich de moeite geeft de 22 preeken te lezen, niet alleen zooals zij in dezen bunde volgen, maar ook zooals zij naar tijdsorde zijn te rangschikken, zal zich dan ook een vrij duidelijke voorstelling kunnen vormen van de verschillende phasen, die Dr. KUYPER'S ontwikkelingsgang, zoo wat zijn geloofsovertuiging als zijn dogmatisch en kerkrechtelijk inzicht betreft, heeft doortoopen. Heeft doorloopen alvorens dat hoogtepunt te bereiken waarop hij als de gezalfde prediker der onverdachte gereformeerde orthodoxie en betrouwbaar leider in den kerkelijken strijd kwam te staan en zich in] de oudere preeken van dezen bundel, met ­name uit die der Amsterdamsche periode, ook kennen doet.

En dit toch is verblijdend èa omdat daardoor deze bundel eens een kostelijke bijdrage zal leveren voor Dr. KUYPER'S biogtaphie èn omdat ons gereformeerd volk uit dezen bundel nu reeds, althans tot op zekere hoogte, kan zien hoe Dr. KüYFEft „geworden” is.

Dit laatste hier in bijzonderheden aantewijzen is, hoe snttlokkend ook, wijl te ver liggend .bulten het bestek van mijn LEESTAFEL, niet ter Plaatse.

Het zou, om het behoorlijk te doen, een afzonderlijke en breede studie eischen.

Toch wil ik er even op wijzen, dat deze ontwikkelingsgang, blijkens de Afscheidsrede van BEESD, reeds dadr zijn aanvang had genomen. Die preek, — EEN BAND VOOR GOD ONTKNOOPT, met de bede: „Heerel vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren", — als tekst, doet zien dat de prediker van toen reeds „christen" was in den intiemen zin van het woord. Als hij, op den 3en November van 1867, zijn laatste woord aan zijn eerste gemeente doet hooren, ligt reeds achter hem die beslissende verandering in zijn gemoedsleven, welke hem van het modernisme, dat „schuldgevoel voor zelfbedrog hield", zich had doen afkeeren. De jonge prediker wist toen wat zonde en voelde toen wat schuld is. Het oogenblik was reeds vóórlang gekomen waarop hij, zooals het in die preek staat, „met een overtuiging, die niet maar in de hersenen . was uitgebroed, maar in hart en leven tot vastheid en beslissing was gekomen, de dwaasheid des Kruises als hoogste en eenige wijsheid had aangenomen — en met lof en dank voor God in de ziel zich openlijk bij ben geschaard had, die onder de banier des Kruises strijden”.

„Met een overtuiging, die niet maar in de hersenen was uitgebroed", —kenmerkend woord voor den prediker, die straks in UTRECHT zijn, in dezen bundel óok opgenomen, tweepreeken: SCHULDBESEF en DE VLOEK DER VERSTANDS­ RICHTING zou doen hooren en ook later het „intellectualisme" op religieus gebied zou tegenstaan.

Inzonderheid aan „de malcontenten onderde modernen" zij de lezing van dèie Afscheidspreek aanbevolen.

Maar, er is ook nog een andere reden om ons over deze uitgave van DR. KUYPERS preeken te verblijden.

Ik denk daarbij aan het genot van oude bekenden, aan wie wij vriendelijke herinneringen hebben, weer te ontmoeten. Zoo althans ging het mij toen ik, bij het inzien van dè jen bundel, dat EERSTE en TWEEDE ZESTAL en ook GEWORTELD EN GEGROND, die in 1870 te AMSTERDAM gehouden Intiêsrede, weer onder de oogen kreeg.

Als gymnasiast had ik die rede over: „de kerk als organisme en instituut", in de Nieuwe Kerk op den DAM hooren uitspreken. Haar inhoud zou mij eerst later volkomen duidelijk worden. Maar het „stuk van de Kerk" is op dien Augustus-avond, door het machtig, ook in zijn uitbeelding machtig woord van den prediker, voor goed ingedragen in mijn bewustzijn. En van dien, toen nog in al de volheid zijner mannelijke kracht staanden prediker zelf, die mij, op den kunstig-gebeeldhouwden kansel, in de mystieke belichting van door de hooge kathedraalvensters instralende zomeravondzon, al maar herinnerde, met zijn ietwat zuidelijk type, sonore stem, voornaam gebaar en geschoolde elcquentie, aan wat ik wel eens gelezen had van den schitterenden franschen Abbé, had ik een blij venden indruk ontvangen.

Nu ik, na meer dan 40 j«en, GEWORTELD EN GEGROND, — gedurende mijn domineestijd had ik er meer dan eens in gelezen, — in KOK'S herdruk herlees, zie ik weer den prediker van den Augustusavond van '70 en kom ik bij vernieuwing onder de bezielende bekoring van de in deze rede ontwikkelde Kerk-idee.

Toen ik als student aan mijn dissertatie zat kreeg ik kennis aan de twee ZESTALLEN, 'n Goeie vriend van me, 'n Amsterdamsche zakenman, toenmaals esren gioot vereéïder, als later, — wat aan onze vriendschap 'n deuk gaf, — fel verguizer van Dr. KUYPER, had ze me geleend. Zij waren hem een precieuse schat, die twee bundeltjes. Ia rood marokijn had hij ze laten binden, op stês vergulden, de titels er met gouden letters doen opzetten. Met een: „neen maat! ilx moet J3 nu eens lezen; maar je mag het niet Ucg r dan een week houdenI" —had hij ze mij overhandigd. Ik heb ze toen gelezen, uitgelezen in één week, en een gtoote charme ging van deze preeken op mij uit. Vooral van NABIJ GOD TE ZIJN, MARIA BIJ HET KRUIS, Dp TROOST DER EEUWIGE VERKIEZING, en HET ONBEWUST ADVENTSGEBBD. De lezing gaf mij een esthetisch genot, maar ook een religieuse genieting en daarbij een verheldering van inzicht in de gereformeerde gedachte.

Tüans ontmoette ik ze weer en dat wel in het sober gewaad vanKoK's„nid4ringenaaiden" herdruk, doch bij de herlezing heeft de charme, die er, vóór nu 35 jaar, op mij van uitging, niets verloren aan intensiteit. Het genot van oude bekenden, aan wie wij vriendelijke herinneringen hebben, weer te ontmoeten, — ik ben zeker, dat dit door den thans verschijnenden bundel ook aan andeten zal worden geboden.

Naast de bekende twee ZESTALLEN, zullen tij er in vinden, onder de lubiiek GELEGEN-HEIDSPREDICATIËN, behalve de reeds hierboven genoemde, — uit de Uirechtsche periode: HET GRAF, uitgespioken aan den avond van Goeden Vrijdag in de beurt van wijlen Ds. GILDK-MEESTER, en CONSERVATISME EN ORTHODOXIE, Afscheidsrede, uitgesproken in de Domkei k, 31 Juli 1870; uit de Amsterdamsche periode, na de latte ê rede, de twee Oudejaarsavond-pteeken van '70 en '71, verder de twee, voor „het stuk der Kerk" zoo instructieve bevestigingsredenen, de eene, met het thema: VRIJHEID, ter bevestiging van DR. PH. S. VAN RONKEL, de andere, met het thema EENHEID, ter bevestiging van DS. P. VAN SON, en ook de leerrede: ONS HUIS, gehouden in 1873, naar aanleiding van een schenking, bestaande uit het huls met den Sapbyrberg. * * *

Eindelijk en niet het minst hebben wij ons over dete uitgave te verblijden omdat iij de generatie onder ons van na '73 het verstaan van DR. KUYPER'S streven en strijden op kerkelijk gebied en daarmede voor een niet gering deel ook het verstaan der periode, die aan ons tegenwoordig kerkelijk leven naast voorafgaat, kan vergemakkelijken; haar, die zijn hier in dtuk vastgelegde woorden hem niet hebben hooren zeggen, toch van zijn rijke gaven als prediker eenigstins kan doen genieten; en, voor zoover onder deze jongere generatie toekomstige of ook reeds praktiseerende predikers zijn, de^e uitgave aan hèn een, in velerlei opzicht, voorbeeldige homieltische prestatie kan bieden.

„Of later nog een herdtuk zal volgen van predicatièn, die ik, na mijn uitzetting, in enkele Gerefotmeeide Ketken hield, kan ik vooralsnog niet beslissen”.

Aldus DR, KUYPER in zijn hier meergenoemd VOORWOORD. Laat mij er den wensch aan toevoegen, dat het tot deze beslissing in aUhansafzienbaren tijd kome.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 21 september 1913

De Heraut | 4 Pagina's

Leestafel.

Bekijk de hele uitgave van zondag 21 september 1913

De Heraut | 4 Pagina's