GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

„De zwakke zegge: Ik ben een held”.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„De zwakke zegge: Ik ben een held”.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Slaat Qwe spaden tot zwaarden, en uwe sikkelen tot spiesen; de zwakke zegge: Ik ben eenheid. Joel 3 : 10.

Ge kunt niet te klein en te nederig in uw zelfbesef zijn, maar verwar met die viome nederigheid nooit de onvrome lijdelijkheid. Lijdelijkheid is den biind van gemeenschap met den levenden G3d losmaken. Lijdelijkheid is het stilzetten van de klok, en wachten tot die klok vanzelf weer loopen gaat doordien God den slinger weer in beweging brengt.

Niets is onvromer dan overmoed, het zich inbeelden, dat ge in eigen kracht aan de in u werkende kracht van uw God geen broodsbehoefte zoudt hebben. Maar even onvroom is het, bij de pakken neer te zitten, en geen hand meer uit te steken, altoos lijdelijk wachtende, of de kracht Gods u niet in beweging komt zetten.

Ga ook hierin toch met Gods Woord te rade.

Ongetwijfeld, er moet steeds een inwachten van de genade uws Gods zijn, maar tegelijk moet ge u zelf aangrijpen en uw kracht op 't uiterste inspannen, mits altoos in het zelfbesef, dat de kracht van uw God in u werkt en u daartoe in staat stelt.

De psalmist zegt 't in Psalm 31 : 25 zoo stellig: iji sterk, en dan eerst volgt er: sn Hij zal uüeder hart versterken", altoos onder beding „dat ge op den HEBRE hoopt”.

IQ Psalw 29 : 11 heet't e ven zoo: DsHeere zal zijn volk steikte geven", en in Psalm 27 : 14: Wacht op den Heere", ja, „wacht op den Heere", maar daar tusschen in staat 't weer zoo duidelijk: Zijt sterk en dan zal Hij uw hart versterken”.

Het is hetielfde wat tot Zernbbabel gezegd werd (eie H»ggai 2 : 5), Voorop weer: Wees sterk", tot driemaal toe herhaald: Wees sterk, gij Zerubbabel", dan: wees sterk gij hoogepriestet", en ten slotte nogmaals: Wees sterk al gij volk des lands", en dan pas komt de belofte: W»nt Ik ben met u, spreekt de Heere.”

In dit zichzelf aangrijpen ontwaart de vrome de kracht Gods door hoogere inwerking. Zoo in Daniël 10 : 19, waar de bode Gods tot Daniel zegt, eerst wesr: Wees sterk", en nog eens: Ja, wees sterk" en hierop pas volgt 't geen God doet: En terwijl hij met mij sprak, werd ik versterkt", en bij sprak 't uit: Nu spreke mijn Heere, want Gij hekt mij versterkt”.

En om er nog dit ééae aan toe te voegen, in Zach. 8 : 13 heet 't nogmaals: Vrees niet. Iaat uw handen sterk zijn“.

Nooit een aanbeveling of gebod van lijdelijkheid, maar eer omgekeerd, altoos het geestelijk heroïsme, de heldenaard van een David die den leeuw verscheurt.

Immanuel in ons, tegen satan.

Hoe de heldenaard de kracht verhoogt, komt gedurig ook in het gewone leven uit. Wat bestond niet vaak een onthutste moeder, om 't leven van haar kind te redden? Hoe vaak overwon, wie plotseling werd aangevallen, niet door verdubbeling van kracht? Wat wonderen van dapperheid boekte de historie niet? Hoe menigeen overtrof zichzelf niet in een exploit van overstelpende spanning?

Dat zichzelf overtreffen is juist het karakter van den heldenaard, en wanneer ooit heeft die heldenaard heerlijker uitgeblonken, dan zoo 't een geloofshetoisme in den martelaar was?

Dan is 't geen nieuwe kracht die wordt ingestort, maar een anders schuilende kracht, die nu op eenmaal uitkomt en in't licht treedt. Een kracht die anders sluimert, maar nu op eens wakker wordt geschud en zich uit.

Nu beduidt dit niet, dat wie maar wil, eiken dag zijns levens in zoo verhoogde krachtsuitiog zou kunnen schitteren. Een zich spannen tot op 't uiterste kan uiteraard skchts tijdelijk, een op 't hoogst zich spannen zelfs maar voor een oogenblik zijnj maar 't feit zelf van 't heroieke optreden toont dan toch, dat van twee die gelijk in kracht zijn, de één zich slap kan aanstellen zoodat hij voor alles terugdeinst, terwijl de ander de spier van zijn kracht spant, en het dubbele verricht van 't geen waarop men dorst rekenen.

Dat de één in 't leven zooveel vermocht en de ander zoo gedurig in zijn (schulp - kroop, het ligt aan niets anders dan jaiat aan de kweeking of verwaarloozing van dien heldenaard, waarvoor de gegevens in lederen mensch schuilen, maar gegevens die bij den één verwaarloosd zijn, en bij den ander geprikkeld en gescherpt.

En juist datzelfde nu ziet men ook op geloofsterrein.

De ééne maal, in de Landshistorie, de geloovigen wonderen verrichtend van gebofsmoed en doortastende bezieling, en dan weer een periode, dat alles insliep, wankelde en niet meer uitkwam, en dat men zijn heldenaaid inwisselde voor lafheid en niets doen.

Eerst de leeuw, en dan de wegkruipende hazenaard.

Daarom is dat krasse woord bij Jöd: „De zwakke zegge: ik ben een held", een levenswoord voor de ten leven geroepenen uit alle eeuwen. Het is uit de practijk van 't leven zelf opgenomen. Nooit sterker zelfs dan in de bangste revoluties, bij oproer, en bij volksopstand, is het waar gemaakt. Dan vlamt er op eens een gloed van geestdrift en mannenmoed op. Een ieder grijpt zich aan, en dit zich aangrijpen, verwakkert en verveelvoudigt de kracht. Wie anders niets kan, doet dan alles. Het is deze opglinstering van de heldennatuur in den mensch, die alle historie bezielt en tint.

Doch meer nog dan in 't wereldsche leven is het in Gods Koninkrijk, dat deze mystieke kracht ons boeit, en dit volstrekt niet alleen onder bittere geloofsvervolging, maar evenzeer in 't gewone geloofsbetoon. Denk slechts aan wat de Christelijke liefde vermocht bij dezorge voor kranken en ellendigen, tot zelfs onder de melaatschen, met 't steeds dreigend gevaar om zelf onder de plage der melaatschheid te bezwijken. Ja, niemand rekene zichzelf hier buiten. Ook al roept ons onze levenstaak niet tot zoo buitengewone plichten, ook in het meest ordinaire leven komt 't toch telkens op even feilen strijd aan, op den strijd om door 't geloof zonde en ongerechtigheid te overwinnen, ook in anderen, voorzeker, maar altoos toch 'c eerst en 't meest in ons zelf.

Zelfs kunt ge zeggen, dat bij niets zoozeer als bij dien strijd tegen eigen zonde de onvrome lijdelijkheid den vromen heldengeest van 't geloof poogt te bannen.

Men kent dan zijn zonde zeer wel. Mee weet zeer goed, wat zijn zondige hebbelijkheden zijn. De kanker die aan zijn zielsleven knaagt, is geen geheim meer. En men erkent ook volmondig, dat het er meê uit moet wezen, en dat 't blijven uitglibberen op zoo zondige paden, ons geloof ten onderhoudt en ons van onzen God vervreemdt.

Maar meer dan bidden kan men er niet tegen doen; lijdelijk wacht men d«arom den loop van zaken af; en blijft zoo de oude zondeknecbt tot aan zijn dood toe. £n hiertegen gaat nu juist heel Gods Woord in.

Altoos weer heet 't daar: „Wees sterk". Niet natuurlijk, alsof we ooit geestelijke kracht konden oefenen, zoo God die geestelijke kracht niet in ons schiep en onderhield. Uw zonde op zonde is maar, dat ge kracht, die ge, omdat God ze u schonk, hebt, ongebruikt laat.

En van waar komt dit anders, dan omdat die u van God gegeven kracht alleen in de gemeenschap met uw God haar geestelijk wonder kan uitrichten, terwijl gij met uw zielce lijdelijkheid, en omdat ge zoo gaarne een vrijbrief voor uw zonde in handen houdt, den band met uw God steeds losser maakt, en het dan aan uw God overlaat om den band te zijner tijd weer aan te binden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 28 september 1913

De Heraut | 4 Pagina's

„De zwakke zegge: Ik ben een held”.

Bekijk de hele uitgave van zondag 28 september 1913

De Heraut | 4 Pagina's