Over het hoogste gezag - pagina 16
Redevoering bij de aanvaarding van het professoraat aan de Vrije Universiteit te Amsterdam
47 zedelijk gebied. Over de vraag óf er onomstootelijke, vaste wetten zijn, die als openbaringen van hooger orde ons door God zeiven zijn meegedeeld, kan verschil van gevoelen bestaan. Zij die door ervaring of op andere wijze weten dat er zulke wetten zijn, staan daar tegen over evenals de natuurkundige tegenover een vaststaand feit, en kunnen dus de gemaakte tegenwerping niet beamen. Maar zij die beweren dat op het gebied van godsdienst, zedelijkheid en recht de wetenschap nooit van vaststaande waarheden kan uitgaan, maken zich aan eene petitie principii schuldig. Alleen toch wanneer de wetten, die genoemd gebied beheerschen, uitvloeisels zijn van de menschelijke rede, is hun bewering gegrond. Maar juist dit is het wat zij in gebreke blijven te bewijzen. De tweede tegenwerping die hier dient besproken te worden staat tegen de vorige lijnrecht over. De Bijbel, zegt m e n , zou wellicht de grondslag voor wetenschap pelijk onderzoek kunnen zijn, wanneer haar uitspraken duidelijk, althans voor verschil van opvatting niet vatbaar waren. Maar dit is het geval niet. En een onfeilbaren uitlegger erkent de Christen, tenzij hij tot de R. K. kerk behoort, niet. Alzoo worden de uitspraken der Schrift ten slotte toch onderworpen aan de zóó verwerpelijke menschelijke rede, en is deze, niet de Bijbel zelve, de grondslag voor elk wetenschappelijk betoog (24). Ter beoordeeling van het gewicht dezer tegenwerping wensch ik eenige uitspraken der H. S. te bespreken, om te doen uitkomen, 1° dat op de meeste gewichtige pun ten de Schrift zeer duidelijk en slechts voor ééne uitleg ging vatbaar is, en 2° dat, waar dit niet het geval is, waar God dus aan de menschelijke rede meerdere of mindere speelruimte gelaten heeft, de mensen toch niet is overgeleverd aan de uitspraken der bedriegelijke rede alleen. Daarmede zal dan tevens het derde punt dat ik wenschte te bespreken zijn afgehandeld. Ik begin met de duidelijke uitspraken, en wel met de meest, met de alles omvattende: men moet Gode meer
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 juni 1884
Inaugurele redes | 39 Pagina's