De wetenschap van den Logos - pagina 43
Rede bij de overdracht van het rectoraat der Vrije Universiteit
37 hier zou vragen, welke gemeenschap met den Geest de goddeloozen hebben, die van God ten eenenmale vervreemd zijn. Want dat er gezegd wordt, dat de Geest Gods alleen woont in de geloovigen, dat moet verstaan worden van den Geest der heihgmaking, door welken wij Gode tot tempelen geheiligd worden. En nogtans, desniettegenstaande, vervult, beweegt en sterkt hij alle ding door de kracht zijns Geestes, en dat naar de eigenaardigheid van iedere soort, die hij haar door de wet der schepping heeft toegedeeld.
Indien ons de Ileere door den arbeid en dienst der-j
ongeloovigen heeft willen helpen in de natuurkunde, de wiskunde en in de overige wetenschappen van dien aard, zoo laat ons dien , arbeid gebruiken, opdat wij niet, indien wij Gods gaven in deze mannen aangeboden, niet achten, gestraft worden zooals onze achteloosheid verdient." De logos van den gevallen mensch gaat echter niet uitsluitend op in het onderzoek der natuurlijke dingen.
Integendeel, ook nu
nog, zooals Calvyn zegt, „verstaat de mensch, dat hij geboren is ; om gerechtigheid te oefenen, waarin het zaad der religie besloten / is." i)
Ook nu nog ligt het in den aard van den logos uit te/
gaan naar de gemeenschap met God, „om den Heere te zoeken, of zij Hem immers tasten en vinden mochten, hoewel hij niet verre is van een iegelijk van ons", zooals Paulus zegt tot de Atheners." 2) „En voorwaar, dus gaat Calvyn voort, 3) de mensch zoude van het voornaamste gebruik en genot zijns verstands beroofd zijn. consecramur. Neque tarnen ideo minus replet, movet, vegetat omnia eiusdem spiritus virtute, idque secundum uniuscuiusque generis proprietatem, quam ei creationis lege attribuit. Quod si nos Dominus impiorum opera et ministerio, in physicis, dialecticis, mathematicis et reliquis id genus voluit adiutos, ea utamur; ne si Dei dona ultro in ipsis oblata negligamus, demus iustas ignaviae nostrae poenas." 1) Institut. I, 15, 6: „quod se ad colendam iustitiam natos esse intelligunt in quo inclusum est religionis semen." 2) Handel. 17 : 27. 3) Institut. I, 15, 6 : „Et sane praecipuo intelligentiae usu careret homo, si sua eum lateret felicitas; cuius perfectio est cum Deo coniunctum esse. Unde et praecipua animae actio est ut illuc aspiret. Ac proinde, quo quisque magis ad Deum accedere studet eo se probat ratione esse praeditum.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 20 oktober 1891
Rectorale redes | 70 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 20 oktober 1891
Rectorale redes | 70 Pagina's