GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Ideëel en reëel - pagina 22

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ideëel en reëel - pagina 22

Rede bij de overdracht van het rectoraat aan de Vrije Universiteit

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

• 20

heidenen en Christenen, ik noem onder hen slechts den vroomen Engelschen bisschop Berkeley, altijd wijsgeeren geweest, die het bestaan van de stoffelijke wereld buiten ons ontkenden. Men versta echter deze idealisten wel. Laat mij daarom van den meest consequenten onder hen, Berkeley bedoel ik, zijn eigen woorden aanhalen: » Dat de dingen, die ik met mijne oogen zie en met mijne handen betast, bestaan, werkelijk bestaan, betwijfel ik niet in het minst," zegt hij. »Het eenige waarvan wij het bestaan ontkennen, is dat, wat de philosophen materie of lichamelijke zelfstandigheid (»matter or corporeal substance") noemen". Die dingen zijn voor hem ideëen, die alleen in den geest bestaan, ofschoon zij van dien geest geheel verschillend van aard zijn. De voornaamste grond van zijn stelsel is de onmogelijkheid dat men zou kunnen begrijpen hoe ooit stof op geest zou kunnen werken, daar zij geheel en al verschillen in wezen en natuur. De geest kan alleen ideeën waarnemen; welke grond zou er dus kunnen zijn, om aan te nemen dat er iets is, dat toch nooit op onzen geest kan werken, waar we nooit kennis van kannen krijgen, terwijl alles wat er is, even goed, zonder de stof te onderstellen, kan worden begrepen en verklaard ? God is het die alle ideeën voortbrengt en in stand houdt. Ik merk nog op dat reeds de kerkvader Augustinus leerde: »men moet niet gelooven, dat het lichaam in eenig opzicht op den geest kan w e r k e n . . . . Het beeld van een lichaam wordt niet door dat lichaam in den geest gewerkt, maar de geest zelf werkt het in zich i ) " . In dit opzicht is Bentley consequenter en juister dan Augustinus. Alle idealisme heeft zijnen oorsprong in het nadenken over de wijze waarop wij tot onze kennis komen en den aard dier kennis. Het gaat uit van ons bewustzijn en zijnen inhoud, als het voor ons denken eenig en onomstootelijk vast staande gegeven. i)

De gen. ad litt. X I I i6.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 20 oktober 1896

Rectorale redes | 84 Pagina's

Ideëel en reëel - pagina 22

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 20 oktober 1896

Rectorale redes | 84 Pagina's