GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Het woord, zijn oorsprong en zijne uitlegging - pagina 64

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het woord, zijn oorsprong en zijne uitlegging - pagina 64

Rede gehouden bij de overdracht van het Rectoraat aan de Vrije Universiteit

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

58 uitlegger moet staan, zoo hij ten volle het doel van zijnen arbeid wil bereiken. Het behoeft niet gezegd te worden, dat de uitlegging, zóó opgevat, een onbereikbaar ideaal is, maar dat neemt niet weg, dat aan dit ideaal moet worden vastgehouden door een ieder, die vrijwillig de taak op zich neemt, de volkomenste openbaring van het menschelijke geestesleven te doorgronden en voor anderen in helder licht te stellen. Wie zoo de zaak van den uitlegger verstaat, zal zich niet kunnen neerleggen bij uitspraken als die van Cobet, waar hij zegt: „de lierdichters en de treurspeldichters in hunne koorliederen hebben somtijds dit eigenaardige, dat in hunne hooge bezieling en dichterlijken gloed hun van tijd tot tijd iets ontvalt, wat een kalme en rustige geest niet kan doorgronden" *'). Dat de eene geest zich meer tot Pindarus of Aeschylus, de ander tot Aristophanes voelt aangetrokken, laat zich begrijpen; ook behoeft niet iedere philoloog de vieze geestigheden van Aristophanes uit te leggen of de diepzinnigste plaatsen van Pindarus te vertolken. Maar dat een philoloog verklaart, dat hij dat niet zou kunnen, dat toont een te betreuren gebrek aan diepte van opvatting en psychologische kennis. Bij Cobet hangt dit onvermogen klaarblijkelijk

samen met den grondslag zijner

hermeneutiek; zij moet, volgens hem, wil zij gezond zijn, steunen op de grammatica, maar die grammatica is, naar zijne opvatting, slechts de wetenschap, die zich bezig houdt met de kennis der woorden, waaruit de taal van een volk bestaat •''*). Ik wil niets te kort doen aan de hooge waarde en de noodzakelijkheid der grammatische interpretatie; de strekking mijner rede is allerminst, haar ook maar eenigszins op zijde te schui-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 20 oktober 1908

Rectorale redes | 84 Pagina's

Het woord, zijn oorsprong en zijne uitlegging - pagina 64

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 20 oktober 1908

Rectorale redes | 84 Pagina's