GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

In de school der wijsbegeerte.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

In de school der wijsbegeerte.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

XV.

De eerste botsing.

Hoe zag de Grie'ksche wereld er uit in Paulus' dagen ?

Deze vraag is niet moeilijk te beantwoorden.

Men kan in het algemeen de eeuw van Paulus karakteriseeren als de eeuw van prachtig verval-Het was een tragische, maar raagnifique, zonsondergang. Een herfst met méér kleuren dan .de zomer.

Op de streng wietensobappelij'ke scih, ool van Aristoteles, waar Imten |h|et uiterste gedaan bad om jiet probieem der kiennis op te lossen, was gevolgd de scbool, die bet zioek'en naar wijsheid verstond in den zin vian een zoékbn naar v r ij h; e id en v e r-lossing.

Moedeloos om' bet niet-berei'ken van bet wijsheidsdoel, om' 'het stuiten op de onmogelijkbeid het geheim van de wereld en bet gebeim van den menscb té verklaren, gooit de Griek bet over een anderen boeg, en zegt: De mtenscb moet niet eerst tracbten met zijn verstand de wereld te verklaxen, maar met zijn wil van de wereld vr.ij té worden.

En hoe? De Stoïcijnen (opkomst 300 V. C, de iiaam afkomstig van een zuilengalerij, de stoa, in Athene) zeggen: Door niets te begeeren. Wie geen behoeften beeft, is vrij.

De filosofie vpiordt dus leviensprajctijk', levenskunst, ethiek.

Het kennen van de wjaarbeid wordt afhankelijk gesteld van de zedelijke gesteldheid des harten.

Een echt-bijbelsche gedachte!

Want Jezus zeide: Zoo iemand wil doen den wil des VaderSi die zal van deze leer bekennen, of zij uit God is" (Job. 7:17).

Het is een feit, dat de Stoïc^nen m, iet bun wijsbegeerte op verschillende punten bet christendom heel diobt naderden. De menschelijke ziel is voor hen een beeld, afdrutk. Van de ziel Gods („wij zijn, van Gods geslacht"). Zij beschouwen daarom' 'alle menschen als broeders. Ze zijn kosmopolitisch en anti-imperialistiscih. Het leven moet 2; ija een onderwerping aan bet voorzienig wereldbestuur Gods. De ziel moet zicib trainen tot eerbied voor God en vertrouwen op God.

De Epiaureërs (naar Epicurus, geb. 341 V. C.) zochten de verlossing uit den klem, van de gebondenheid aan die onbegrepen wereld in tegenovergestelde richting, namelijk door te trachten zOoveel mogelijk bet 1 ij d e n te ontgaan én bet leven zóó in te richten, dat men er het hoogste pro'cent vreugde-lust uit te vooxsChijn baalt.

De Sceptici (volgelingen van Phyrrho-, ongeveer 300 V. G.) slaan nog een anderen weg in, namelijk' van bet berusten in de onzekerheid, het niet meer worstelen met problemen, maar bet aanvaarden A^an bet feit, dat de waarheid voor bet mensebelijk verstand onbereikbaar is.

Natuurlijk w!as voor al deze Grieksche scholen de begeerde verlossing een w; aan, een verfijnd zelfbedrog.

Met het voornemen zich los te werken uit de .onbevredigende wereld zoc'bt'men feitelijk een steunpunt in de wereld.

Geestig ontleedt JKuno Fischer dezie wijsgeerige vergissing 'door te zeggen: De Stoïcijn maakte van de deugd een genot; de Epicurist maakte van bet genot een deugd; en voor den Scepticus werd de tmjfel een beginsel, dus toch een zekerheid.

Daarom koos de vsrijsbegeerte een andere baan (de laatste!) namelijk' den religieusen weg: de „bovennatuurlijke" verlossing uit de wereld. De filosofie werd heilsleer. De stelsels van Pbytagoras en Plato bouwde de Griek' om tot systemen, waarin allerlei mystieke elementen, ook uit de Oostersché heidenwereld, waren gemengd, en de afstand tusschen den mensoh en God door een wijsgeerige Jakobsladder werd overbrugd.

Toen bet ehristendom' met het ktuis voor de poort der iGriek'sche wereld verscheen, was deze religieuse wijsbegeerte nog pas in haar opkomst. Niet Paulus, [miaar de kerkvaders hebben op dit gebied den slag moeten leveren.

Maar wel was de Griéksobe wijsbegeerte reeds in bet stadium van het z.g. Hellenisme overge^ . gaan, dat is, zij had, op het punt van inzinking', zich voor de invloeden van andere volken met bun fantasten en godsdiensten opengesteld en vertoonde een chaos van veelheid, waaruit ieder bet zijne kon kiezen.

Prof. Hoekstra schildert in zijn „Geschiedenis der philosophie" dit stadium der Grieksche geschiedenis in deze woorden: „Na verloop van korten tijd bleek, dat ook de ethiek, die het geluk van den wijze zou beschrijven, geen bevrediging schonk. De Stoïcijn kon het w; are levensgeluk niet in _ de .onthouding, de (Epicureër niet in het genot van de goederen des levens vinden. — Omstreeks een eeuw vóór de geboorte van Christus maalkte een gevoel van onvoldaanhteid zich ineegter van de oude cultuurwereld. — Toen de menscb bét geloof in zichzelf, in zijn kennen en kunnen verloren bad, ontwaakte, al krachtiger, een drang naar verlossing' door hoogere' macht, er werd hoop op redding van boven geboren, öien zag uit naar een betere toekomst, die door de godheid zou worden bereid".

En verder: „In zijn nood verwacht de Griek bulp Van lalles wiat 'ziclb , als religie aandient en haar beeld vertoont. Vandaar een religieus syncretisme (saimensmelting), dat in de igesobiedenis zijn weerga niet heeft. Alle mogelijke reUgies en culten (eerediensten) staan naast elk'aar of worden met elkaar versniolten".

Het begrip „de volheid des tijds" wordt door Hoekstra in deze sterke bewoordingen omschreven: „De volken, die leefden buiten de bizOndere openbaring, waren door de algemeene werking van den Heiligen Geest gepraedi spioneer d (ik sp^tiëer, Wi.) om het Evangelie van den Christus te ontvangen".

Veel moeilijker te beantwoorden is de vraag, in boeverre de apostelen, die tot taak' badden de Hellenistische wereld te kerstenen, van. de Grieksche wijsbegeerte op de hoogte geweest zijn, en welke irivloed deze kennis gehad beeft op hun prediking en geschriften.

De apostel Paulus gebruikt bet woord filosofie slechts één 'keer in z'ijh brieven en wel in de veel (en niet zelden valscbélijk) geciteerde Schriftuurplaats, Col. '2:8.

Daar staat: „Ziet toe, dat niemand u als eenen roof vervoere door de filosofie en ijdele verleiding, naar de overlevering der menschen, naar de eerste beginselen der wereld en niet naar Christus".

Het is haast een gewoonte geworden, in deze woorden een scherpe afkeuring van de filosofiein-het-algemeen te lezen.

„Filosofie” en „ijdele, verleiding" vat mOn op als twee gelijkluidende begrippen.

De waarheid is echter, dat Paulus bier niet doelt op de wijsbegeerte in bjet algem'een, maar op een bepaald soort vrijsbegeerte, dat in Colosse de menschen betooverde.

Onze nuchtere vaderen zeggen dat in de „kantteekening" op dezen tekst heel duidelijk: „Hierdoor wordt niet de rechte filosofie verstaan, die eene gave "Gods is, en zelfs een instruta'ent of middel is, dienstig om Gods Woord beter te verstaan en te verklaren; maar de sofisterij of bedriegelijke schijnwijsheid van eenige heidensche filosofen, gelijk de volgende woorden ij d e 1 e verleiding verklaren".

Om bet gewone misverstand te verkomen, zou het daarom gewenscht zijn te vertalen, zooals Dr van Nes in „Tekst en Uitleg" het doet: „Ziet dan toe, dat niemand u inpalme door het ijdele bedrog der filosofie".

Welk bepaald • wijsgeerig stelsel de apostel op bet oog gehad heeft, is niet met zekerheid te zeggen.

De Kantteekénaren debken aan de Sofisten, de kerkvaders meenden, dat Paulus bier doelt op de Epikureïsche en Stoïsche wijsgeeren, tnet wie hij gedebatteerd heeft op de !m!ark't in Athene (Hand. 17:18), terwijl iHugo Grotius dezen tekst in verband brengt met de wijsbegeerte van Pbytagoras.

Het waarschijnlijkst is, dat de apostel hier doelt op leen soort theosofie (Godsbespiegeling), die in zijn dagen bij de Joden in zwang was. Ten deele droeg deze theosofie een puur Joodsch karakter •^^«^)il»#i!P^«%iiï§^i|H^fiS*»^ï 157 (bij name de Esseeërs waren niet vreemd aan dergelijke speculaties), ten deele beeft 'het Nieuw-Platonisme, door den Alexandrijnsdhen Jood Philo geïmporteerd, hier invloed uitgeoefend, en aan de Joden stof tot fantasieën over engelen èf middelwezens (die een merkwaardige rol spelen in de theosofie) geleverd.

Met bet oog Ibierop zlou Paulus dan spreken van „de eerste beginselen der wereld", in tegenstelling Vian „CJiristus", bedoelende daarmee de natuurmachten, besobermgeesten en sterrenbeelden, die de Jood als middelaars der verlossing aanriep.

In Col. 2:18 zegt Paulus het duidelijk: Dat dan niemand , u overheersche naar zijnen wil in nederigheid (dat wil zeggen: elfverguizing, uitkomend in de leer, dat de mensch niet waardig is God zelf direct aan te roepen, m, aar daartoe middelaars noodig heeft. — Wat Romie 'later oök doet!) en engelen dienst".

We mogen dus gerust besluiten, dat de apostel, ; altharis .op deze plaats, niet tegen de Grieksche wijs^ begeerte als aoodanig in het krijt treedt.

Heel anders staat de zaak, wanneer we letten op bet verhaal in Hand. 17.

Hier heeft iWerkelij'k de eerste botsing plaats tusschen het jong-ontluikende christendom' en de ten a'vond neigende, glorieuse, Griöksche wereld.

In Athene (kwam Paulus in aanraking met. het Grieksche syncretisme, gelijk dit boven is beschreven. Hier vond hij de veniioeide, met hun stelsels ontevredene, Grieken, die „alleszins als godsdienstiger" (d.i. in elk opzicht bijzonder godsdienstig, — Leidsche vertaling) waren. Het waren Grieken, die zelfs opgingen naar de feesten te Jeruzalem, om den Joodseben godsdienst te leeren kennen, en behoefte gevoelden, oan 'Oioik Jezhs te zien (Joh-12:21):

Voor een deel waren het oo'k leege zielen, die „, hunnen tijd tot niets anders besteden, dan om wat nieuws te ^zeggen en te hooren" (Hand. 17:21)^ maar in sommigen flikkerde nog iets na van bet wijsgeerig licht, dat een tijdlang „de wereld" verliabtte.

Twee van deze Grieksche scholen worden met name genoemd.

„Somjmigen van de Epikureïsche en Stoïsöhe filosofen streden piet Paulus (Hand. 17:18).

Hier kruisten dus de echte Griéksc'hé wijsgeeren het zwaard met den „wijsgeer van bet kruis", pn bet was geen spiegelgevecht, geen interessant debat, m; aar waarlijk een felle botsin, g tussebén twee wereldbieschouwingen, die Van nu af om' de wereldheerschappij zullen strijden.

Wij mogen laiarmemen, dat Paulus in de Grieksche gedachtenwereld geen vreemdeling is geweest.

Verschillende Sóbriftverklaarders (o.a. Baljon in zijn oommienta, ar op Handelingen) beschouwen den apostel als een dilettant (oppervlakkig kenner) van de Grieksche filosofie, m: aar zij onderschatten den „geleerden" discipel van Gamialeël.

De apostel doorzlag als een geoefend wijsgeer zoowel de antithese als de verwantschap.

Op dé jverwantscbap beroept hij zich • in zijn m, aigistrale Areopagus-rede, door te. citeeren uit de geschriften van 'iCleanthes, den leerling van den Stoïcijn Zeno, die gezegd had: „Wij staminen van u lajfi, o IMachtigste der onsterfelijkén, eeuwige Heersclher, 'Schepper der natuur".

Met virtuose igevatbeid knoopt de apostel zijn evangelieverkondiging bij dit ééne punt aan, maar tevens weet hij, dat ook bij 'den Griek het bedenken "des .vleesc'bes vijandschap is tegen God, en dat er geen eigenlij'kfe brug is van de wijsheid der Stoa naar de dwaasibeid des k'ruises.

In den diepen grond is ook' deze edele filosofie verheerlijking van den mensoh, miskenning van de genade, weigering tot k'raisiging van bet verstand.

Die Areopa, vloekt tegen Golgotha.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 februari 1923

De Reformatie | 8 Pagina's

In de school der wijsbegeerte.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 februari 1923

De Reformatie | 8 Pagina's