GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Dwergscbolen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Dwergscbolen.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een van de gewichtigste vragem, die bij] ons onderwijs naar voren komen, is die, welke betrekking heeft op de spilitsing der schoten. De dwerg-schooltjes, die we in Nederland kennen, hebben een zekere vermaardheid verkregen. En hoewel we dankbaar kunnen oons'tateeren, dat lang niet altijü, dat zelfs in de meeste gevallen niet de christeüjike scholen het getal van die kleine schooltjes ZOO' groot maken, toch is óók hier en 4aar wel het oprichten van een christelijfce school van bepaalde richting oorzaak geweest, dat er zeer kleine schooltjes ontstonden, of als rest overbleven.

In een onlangs verschenea brochure van groote kwaliteiten, we bedoelen < iie vjan Dr Van der Vaart Smit, werd, zooals te verwachten was, ook deze kwestie ter sprake gebracht. Hetgeeni de geleerde schrijver omtrent deze kleine scholen opmerkt, is veelszins treffend juist.

Te waardeeren is dan ook, dat hiji een ernstige poging doet, om, behalve voor andere vraagstukken, ook voor dat van de dwergschooltjes een oplossing voor te slaan.

Natuurlijk kon de schrijver zijn gedachten niet ten volle uitwerken.

De brochure-vorm, dien hij koos voor zijn studie, belette dat goeddeels. En' bovendien is het de vraag, of het wel mogelijk is, een systeem zoo' door te denken, als dat voor de practische uitvoering toch wel noodig is, wanneer men niet eerst een rijk en bezonnen debat ovier een dergelijke kwestie heeft gevoerd.

Intusschen is het onderwerp , van zooveel gewicht, dat elke poging, die gedaan wordt, om een oplossing te vinden, dankbaar moet worden gewaardeerd.

Natuurlijk moet het wel Vaststaan, dat onderscheiden motieven Oip dit terrein gelijkelijk tot hun recht moeten komen.

Wanneer men voorop stelt, dat het belangrijkste, wat er is, is de voorkoming van de vorming van kleine scholen, dan ziet men steeds 'de dingen eenzijdig.

Naast de stelling toch, dat het allerminst gewenscht is zooveel kleine scholen te stichten, staan ook andere beweringen, die evenzeer recht van bestaan kunnen hebben.

Wanneer toch iemand zegt, dat de eisch geldt, dat het onderwijs zooveel 'doenlijk gegeven wordt in overeenstemming met het beginsel der ouders — dat de ouders, die een bepaald soort van onderwij's voot hun kinderen begeeren recht hebben óp dat onderwijs, of er nu tien of duizend van jde gelijk-voelende ouderparen in een plaats wonen — dan komt er op. die wi|ze al dadelijk een botsing van deze twee stellingen in de practijk.

Meer nog: ik kan me voorstellen, dat er door meer dan één deskundige de stelling wordt verdedigd, 'dat de kleine school, b.v. die met twee leerkrachten op, zeg, een vijftig leerlingen, veel voor heeft bij een school, die vijfmaal zoo groot is.

Ook is het denkbaar, dat men oordeelt, dat een kleine school, die een harden strijd om het bestaan heeft te voeren méér zal leven in de J)elangstelling van d© ouders, dan een groote, waarbij alles als op rolletjes loopt.

Ja zelfs zou er te betoogen zijin, dat in een dergehjke school Vooral het hoofd zal zorgen, dat het peil van het onderwij's zoo hoog mogelijk wordt opgevoerd.

Genoeg voorbeelden, om te doen zien, dat een kwestie als deze niet is af te maken met de eenvoudige bewering: 's lands schatkist laat niet toe zooveel splitsing te hebben of te houden, ergo moet er iets op gevonden worden om de scholen groo'ter te krijgen, of om althans voor de toekomst te voorkomen, dat er bouwsommen voor „snertscholen" worden gevraagd.

Zeker, meoi kan de stelling, dat de kleine scholen op den duur een veel te zware belasting vormen voor de geldmiddelen, handhaven. Maar de oplossing van het vraagstuk wordt nu zeer sterk beïnvloed door de waarde, die men aan andera stellingen hecht.

Wanneer een stuurman Van een boot niet wil, dat zijn schip op de rotsige kust loopt, dan kan hij heel radicaal het schip naar volle zee sturen. Ja, indien tenminste er niet naast de doelstelling van het niet-op-de-kust-loop'en, ook nog een andere stelling ^ijn doen beheerscht. Wanneer die stuurman b.v. zoo spoedig mogelijk' ook nog zijn schiE. in een 'bepaalde haven aan de kust moet binnen brengen, dan kan hij' ongetwijfeld zijn doelstelling; niet op de rO'Sten aan de kust loopen, houden; ' maar toch zal hij niet het land eenvoudig den rug toekeeren. Hij zal dan juist zijn navigatie-kunst moeten toonen.

In het onderhavige geval nu spreekt het vanzelf, dat er méér dan één eisch gesteld wordt aan dte zeemanskunst van hen, die het wagen tot een oplossing een voorslag te doen.

„Oplossen” van de moeilijkheden nu is zeker nimmer de bedoeling geweest van Dr Van der Vaart Smit. Hijzelf zal de eerste zijn, die erkent, dat de aspiraties van den schrijVer zoover niet gaan.

Maar wel doet IjiJ een voorslag, wel meeut hij een oplossing te zien in een bepaalde richting.

Zeker, héél precies zegt hi| niet, hoe de dingen naar zijn inziclit zullen zijn. Maar door de ietwat mistige atmosfeer aan de rotsen-kust ziet hij| toch iü de verte, zij het ook wat onomlijnd, het havenhoofd.

En daarheen wil hij het scheepken van ons onderwijs gestuurd zien.

De door Dr Smit uitgesproken gedachten zijn belangrijk genoeg, om er een paar artikelen aan te wijden.

Dit te meer, waar zij!n poging zeer is te prijzen.

Zeker, het zal blij; ken, dat er vragen overblijven.

Misschien wel zóó, dat we moeten constateeren, dat, wanneer de oplossing gezocht wordt in de richting, waarin Dr Van der Viaart Smit wil, er slechts twee groepen van ons volk voldaan zijki. En dat zij)i juist groepen, waarbij de geachte schrijver niet behoort.

De Roomschen en de „neutralen" zullen waarschijnlijk tegen z^n oplossing geen bezwaren inbrengen.

Maar ernstige bedenking zal er wellicht komen van de ^zijde van h§t protestantsch volksdeel. En 'dan juist van de zijde van hen, die er prijs opi stellen, dat hun kinderen niet slechts naar een school gaan, waar een „christehjke geest" heerscht maar die willen, dat de doopbelofte, dat ze hun kinderen ook zullen doen onderwij'zen „naar de voorzeide leer" wordt ingelost.

Wanneer we het onderhavige onderwerp gaan bespreken, dan willen we onmiddelhjfe vaststellen, dat voorop blijft staan, dat we spreken over deze kwestie binnen het raam van de tegenwoordige grondwet.

Dat deed ook Dr Smit, en dat zeer terecht. Immers het zou niet verstandig zijln zoo te willen, maar het zou ook practisch wel onuitvoerbaar zijfn, een plan te realiseeren, dat gelijk zou staan met een eisch tot grondwetsherziening.

Het grondwetsartikel, dat we hebben, biedt evenwel voldoende ruimte om zich onderscheiden toestanden te denken. De finantiëele gehjfcstelling kan zeer wel worden uitgevoerd op een wijae, die allerminst een waardeerings-gelijkstelling ol een gelijkstelling in de schatting van den wetgever beteekent.

De wegen voor het openbaar en het bizonder onderwijs kunnen nog zoo verschillend zijn. G-elijk dat thans ook nog is. De mogelijkheid van het • „lastig gevallen worden" is er voor het christelijk onderwijs ook thans nog.

En zoo ook is er voor de toekomst allerlei oplossing denkbaar, zonder 'dat ook maar in de verte de gedachte behoeft te zijn aan een verandering in een v; an de meest besproken artikelen van de Nederlandsche grondwet.

Wanneer we nu ons onderwerp, gaan behandelen, iaii beginnen we met een volgeiid maal een flinke ruimte af te staan voor de weergave van het gevoelen van Dr Van der Vaart Smit.

Met het daarbiji verkregen gegeven beginnen we de voorstelling van onze eigen beschouwing — W'aarbij! blijken zal, dat veel van de opmerkingen van den .schrijiver der bekende brochure van tref-fende juistheid zijln, maar andere, en daarbij zieer gewichtige, nimmer ofte nooit onze instemming kunnen hebben.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 september 1925

De Reformatie | 12 Pagina's

Dwergscbolen.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 september 1925

De Reformatie | 12 Pagina's