Een en ander.

III.

Samenwerking.

Een - verblijdend bericht bevatten de bladen lietreffende de samenwerkende zendingsvereenigingen in ons larrd.

ïot die corporaties, welke hun centrum in Oegstgeest hebben, is toch toegetreden de Basler Mission. Bekend is, dat deze zending van de Rheinische Mission den zendingsarbeid opi Borneo, heeft overgenomen; en om deze oorzaak sloot zij zich aan bij het bureau te Oegstgeest.

Het zendingsbeleid blijft natuurlijk te Bazel rusten; maar voor de belangen dezer zending in ons land treedt nu Oegstgeest op-. Die belangerr zullen wel in hoofdzaak van finantiëelen aard zijn; bofewonsclit, fïS^w-ëiWKf• ïs met arrdere corporaties, die reeds in Indië arbeiden. En dan zal Oegstgeest ook de Basler Mission vertegenwoordigen in de Commissie van advies èhz.-

Verblijdend mochten wij dit bericht noemen, omdat het zendingswerk der vereenigingen en genootschappen zich op deze wijze hoe langer hoe meerals eenheid naast de kerkelijke zending gaat openbaren, waarbij alle ongewenschte concurrentie is uitgesloten en het gemeeirschappelijk doel kan worden in het oog gevat.

Duitsche zorgen.

Duitschland heeft recht op onze belangstelling. Het heeft het meest geleden door den oorlog. Vel© van zijn zendingsposten zijn verwoest; overal waar de zendelingen arbeidden op entente's grondgebied, zijn zij verdreven.

De dusgenaamde vrede bracht geen uitkomst. Maar achter de schermen is sindsdien krachtig gewérkt. Er komt verandering, d.w.z. verbetering. Prof. Richter schrijft hiervan irr het „Neue Allg., Miss. Zeitschrift".

Tegenover de weinige lichtpunten, b.v. dat sommige zendingen finanoiëelen steurr boden aair de Diritsche, staan vele donkere overwegingen.

Allereerst is de financiëele druk buitengewoon zwaar. De snel voortschrijdende verarming v.an het Duitscho volk is. nog steeds niet tot stilstand gekomen, doch wordt zelfs erger. In den oorlogstijd zijn schulden gemaakt, die moeten woorden afgelost; de koopkracht van het geld op de wereldmarkt, - en ook op de meeste zendingsvelden, is sterk gedaald.

Men lean op de inkomsten van 1924 - wijzen, het jaar na de groote inflatie-catastrofe, toen 31/2 millioen mark werd opgebracht. Doch dat is niet meer dan een derde van hetgeen noodig was in de jaren vóór den oorlog, en deze 81/2 millioen is niet meer ; waard dan 21/2 millioen uit dien tijd!

Daarbij komt, dat er nog steeds te weinig samenwerking is tusschen de - v^ele Corporaties. Duitschland telt niet minder dan 27 zelfstandig werkende vereenigiirgen. Acht daarvan hebben 10 of minder zendelingen. Daardoor zijn de kosten vasi den ai-beid in het moederland onevenredig hoog in vergelijking met de kOiSterr van het werk op de zendingsvelden; warrt iedere corporatie moet to^ch één of meerdere zendirrgsinspectors hebben! Na den oorlog is deze splitsing en verdeeling zelfs nog. verergerd, verzekert Prof. Richter.

Een derde moeilijkheid geeft de vermeerdering; , van arbeidsmogelijkheid. Op zichzelf is dat natuurlijk een a.an, genaa.m versclrijnsel, maar als de draagkracht van het volk ontbreekt, baart het groote zorg.

De BroedergemeenteV^^^heeft slechts 0.; ||j^^ welgemeende toezegging 'van 60.000 M. per "jaa, r" van de reeds "^oo arme zusterzendingen het durven wagen de haar door de Vrij-Schotsche zendirrg a, angeboden Niassa-zending terug te rremen. Bijna elke zending ziet zich voor meerderen arbeid en grootere uitgaven geplaatst. ­

Wordt er dan niet genoeg gegeven? Sohiötj^^fe; : geineen te tekort ? •• •' : •;

Wij wezen reeds op de verarming van het volk.

Daarbij komt, dat het slechts een betrekkelijk klein deel van het volk is, dat de zending steunt. Tegenover de vele honderden millioenen, die uitgegeven worden aan bioscoop, drank, tabak en

auto's, staan de weinige millioenen voor de zending opgebracht.

Zal de Diiitsche zending niet in grooteu n'ood^ •geraken, dan zal zij moeten weten te geloov'eaa en te rekenen.

Zwart en blank in Znid-Afrika.

Het Naturellenvraagstuk in Zuid-Afrika., waarover Prof. Kuyper zoo duidelijk en oriënteeirendi schreef in zijn jongste boek, blijft de aandaicht trekken.

De spanning wordt weer grooter, nu de Boerenregeering van Hertzog gereedstaat bij het Parlement weer eenige wetten dienomtrent in te dienen.

De „Johannesburg Joint Council of Europeans and Natives" publiceert een overzicht van de regeeringspolitiek der laatste 12 jaren, en dit brengt niet veel moois aan het licht.

Om echter de billijkheid niet uit het oog te verliezen, doet men goed de moeilijkheden, waarin • de Boeren verkeeren en waaroip Prol. Kuypier wees, in het oog te houden. En dan vergete men niet, dat de volgende mededeelingen uit Engelschen , koker komen.

In 1913 werd de Native Land Act uitgevaardigd, waarbij scheiding, segregatie, werd bevolen tusschen de Inlanders en de blanke bewoners; , Ide Inlanders werden van hun farmen of boerderijen, waarop zij zoolang geleefd hadden, verdreven. Zij, : die hun vee verkochten en in dienst gingen, werden geruïneerd, en de velen, die naar de steden trokken, schiepen daar een nieuw probleem. Wel werden verschillende landstreken aangewezen, waar ' de • Inlanders zich koaiden vestigen, maar zij waren voor de 41/2 millioen menschen ontoereikend. Trots alle klachten kwam er geen verandering.

In 1918 kwam er een groote staking, vooral ten gevolge van de duizenden, die nu landloos naar de steden waren gegaan. De stakers werden voor het gerecht gebraöht en veroordeeld. Een commissie werd ingesteld, om de rechtmatige klachten te onderzoeken; "doch Verbetering bleet ook nu achterwege.

In 1920 werd het nog erger; 50.000 arbeiders staakten in de mijnen. Het gevaar was nu wel Jieei groof, dat het tot een rassenstrijd zou komen. Maar de Native Affairs Act van 1920 bracht verlichting.

Maar in 1924 kwam de Boerenregeering-Herfzog. En deze nam allerlei maatregelen, waardoor de positie der Inlanders weer zeer verzwaard werd •en ondraaglijk gemaakt. Dat de ontevredenlieid en opgewondenheid toenam, spreekt vanzelf. De verhoudingen deugen allerminst.

De Synode en de Zending.

Ds W. Breukelaar schrijft in liet „Noord-Holl. Kerkblad" over de geruchten, dat de gewone Sjmode in Augustus niet zou worden gehouden, doch uitgesteld b.v. tot het volgend jaar.

Hij maakt daartegen bezwaar met het ooig op de zending. Gewichtige besluiten zullen moeten worden genomen; en hij acht het niet verantwoord het nemen van , die besluiten uit te stellen.

De eenige mogelijkheid zou zijn, dat de zendings-•deputaten op' deze buitengewone Synode volmacht kregen die beslissingen te nemen, die zij in het T^elang der zending achtten.

Wij meenen echter, dat hiertegen wel eenig bezwaar kan gemaakt worden. De macht, of wilt gij, de invloed van die deputaten is raods hiiit^ngewoon groot. De besluiten, die genomen worden, gaan vrijwel buiten de k'jrken om; als regel hoeren wij er pas van uit de Acta der Synode.

Het is mogelijk, dat het moeilijk anders kan. Doch het is toch niet gewenscht verder te gaan dan het hoogst noodige.

Vooral de kwestie van de oprichting eener Hoogere Kweekschool is y'an zeer groot belang, gelijk Ds Breukelaar opmerkt, omdat de drang toeneemt in de kerken, om het onderwijs van de eigenlijke zending los te maken en .aan een vereeniging over te dragen.

Zouden deputaten cleze en^anderè kwesties eerst eens willen publiceeren met breede toelichting, enaan de kerken kunnen vragen om advies? Ook al komen deze zaken op de synodale tafel, dan schijnt het ons toch gewenscht, dat de kerken vooraf er kennis van kunnen nemen.

De Zendingskalender.

Het lijkt vFel wat op mosterd na den maaltijd in de maand Maart nog op den Zendingskialeaider te wijzen. Maar wij doen het op verzoek.

Laten wij dan opmerken, dat het een .groote verbetering is, dat de voorpagina's niet meer zoo vol zijn, en slechts betrekkelijk weinige jaartallen worden vermeld. De meeste gegevens zijn uit den. allerlaatsten tijd en hebben hoofdzakelijk betrekking pp onze eigen zending.

Trouwens, voor heel de samenstellin.g brengen wij gaarne a^an Ds Pol lof toe; het vraagt van hem ieder jaar weer veel tijd en-zorg.

Indien het mogelijk was, zonden wij gaarne de uitgave wat royaler hebben. De lijst van maanopgang en - ondergang vinden wij leelijk op de voorpagina. De cijfers en de namen der dagen achten wij veel te klein gedrukt. En 'als er geen verschillende lettertjrpen meer gebruikt werden (recht en schuin), zouden wij voorloopig onze wenschen vervuld zien.

Natuurlijk kunnen wij niet beoordeelen of het aanbrengen van deze veranderingen de opbrengst van den Kalender te veel zou schaden. AVij meenen echter, dat men gaarne wat meer zal geven, indien de Kalender een sieraad voor de huiskamer wordt.

Nogmaals, onze opmerkingen doen in niets tekort aa.n onze bewondering voor Ds Pol voor de telken jare terugkeerende samenstelling van den kalender. Wij zijn er nieuwsgierig naar, welke baten de verkoop weer voor onze generale kas heeft gehad; het zal \vcl TO^^era^^d^en honderden zijn.

J. D. W.

N. B. Bovenstaand artikel was reeds eenige weken geleden geschreven, maar bleef om plaa.tsgebrek liggen. Dat het daarom door de feiten ten deele reecis achterhaald is_. ligt allerminst aan den schrijver. '

Red.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen