GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

„Zedelijke begrippen”.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Zedelijke begrippen”.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

In het R. K. opvoedkundig tijdschrift „Pharus", dat in Duitschland nog al moetelt, komt in de Februari-aflevering 1927 een aardige enquête voor. Prof. Gunning maakte er op' attent in het laatste nummer van „Paedagogische Studiën" en ik meen, dat het ook voor ons niet ondienstig is, even kennis te nemen van wat uit deze enquête bleek. Het gaat

in genoemde "Feöraari^aflevering bijna• geheel" otBr de zedelijke opvoeding bij het vervolgonderwijs. Ik kan niet nalaten, hier vooraf even op. te merken, dat er iu de paedagogische wereld weer een merkwaardige neiging komt naar de behartiging van de zedelijke opvoeding. Men is niet meer tevreden met onderwijs, met het aanbrengen van kennis en vaardigheid, maar men gevoelt, • dat ieder, die met kinderen en jonge menseben in aanraking komt, _ alleen om ze maar wat te leeren, toch ook medeopvoeder wordt en daardoor een deel van de verantwoordelijkheid voor de zedelijke opvoeding draagt.

Een van de schrijvers nu in bovenbedoelde aflevering. Directeur van een vakschool voor meisjes, de heer H. Graf, stelde bij een 27-tal van zijn leerlingen eens een onderzoiek in naar haar zedelijke begrippen. Hij stelde daartoe een briefje op, dat hij aan de meisjes in handen gaf. 't Was van dezen inhoud:

Lieve Vriendin!

Ku heb ik je een verrassende mededeeling te doen. 't Is mij eindelijk gelukt, 't boek machtig te worden, dat wrj al zoo lang verlangden te lezen. Is dat niet fijn? Kom a.s. Zondag bij mij, dan kunnen wij 't ongestoord samen lezen. Mijn ouders zijn dan n.l. uit, maar ik moet bij mijn kleine zusje thuis blijven. Mijn moeder vindt het wel niet goed, 'dat wij dit boek lezen, maar dat zal wel zoo erg niet zijn. Ik heb 't goed verstopt Laat mij weten of je komt.

Je vriendin,

N. N.

De meisjes mochten nu vrij een antwoord op zoo'n brief zenden. Ze waren over 't geheel wel aardig ontwikkeld en kwamen ook niet uit kringen, waar men zich om de opvoeding van de kinderen volstrekt niet bekommert. Merkwaardig is nu zeker, dat slechts twee antwoordden, dat zij niet zouden komen, omdat ze zooiets verkeerd vonden. Eén wilde eerst aan haar ouders verlof vragen en de overige 24 zouden met vreugde komen en graag zich overgeven aan het genot van het verboden boek. Ze informeeren nadrukkelijk, of het boek toch wel goed verstopt is. Niet allen doen het zonder knaging aan het geweten, maar daar zetten ze zich toch maar over heen. Eén schrijft:

„Ik merk uit je brief, dat je ouders uit zijn. Dat komt wel goed uit. Maar weet je zeker, dat je vader niet onverwachts zal thuiskomen? Mijn vader wil niet, dat ik romans lees."

Een ander:

„Wat zal dat prettig zijn! Ik hoop, dat wij 't zullen kunnen uitlezen. We zullen de deur goed afsluiten, dat niemand ons geheim kan ontdekken."

Weer een ander:

„Heb je 't wel goed verstopt? Als je moeder 't vindt, is alle pret bedorven." Eindelijk:

„De hoofdzaak is, dat je ouders niet thuis zijn. Je kunt mij vertrouwen."

Lit deze en andere uitlatingen blijkt ten duidelijkste, dat de meisjes wel gevoelden, dat ze verkeerd deden, maar ze gingen toch op: de zaak in. 't Is waar, 't bleef hier bij', plannen. Misschien zouden sommigen nog wel teruggeschrikt zijn, wanneer het op de opvoering was aangekomen. Dat ze evenwel zoo spontaan op de zaak ingaan, bewijst wel duidelijk, dat er toch aan de fijnheid van conscientie wel wat ontbrak.

De heer Graf heeft de briefjes, zonder namen ste noemen, op een ouderavond aan de ouders voorgelezen. Zoo kwamen ze dus wel aan de juiste adressen en kon niemand ontkomen aan de klem van de vermaning, die er in opgesloten lag, dat de ouders wel zeer noodzakelijk toezicht hebben te houden op de lectuur van de meisjes. Zoo'n enquête bewijst zeer duidelijk, dat de zucht naar het verbodene in de harten onzer kinderen woont. Van veel belang acht ik het ook, dat huis en school hierin Samenwerken. De school verschaft in vele gevallen niet alleen lectuur aan d© kinderen, maar vindt ook vaak ongezocht de gelegenheid, er adhter te komen, wat de kinderen zooal lezen. Ze kan dan de smaak in goede lectuur prikkelen en werkt zoQ' zonder twijfel mee aan de bevordering van gezonde „zedelijke begrippien".

We wisten deze dingen wel, maar zoo'n enquête, al is het dan maar op zeer bescheiden schaal, bevestigt ons nog weer eens in onze overtuiging, staaft de waarheid ervan zelfs met getallen.

G. MEIMA.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 oktober 1927

De Reformatie | 8 Pagina's

„Zedelijke begrippen”.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 oktober 1927

De Reformatie | 8 Pagina's