GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Schuld der liefde.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Schuld der liefde.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

en wij' zijn schuldig voor de broeders het l«ven te stellen. 1 Johannes 3 : 16.

Wij zijn schuldig....

Hierin ligt het onderscheid met Christus, van wien tevoren gezegd was, dat Hij Zijn leven voor ons gesteld had.

Christus was niet schuldig, dat te doen. Zijn levensoffer was de doorgaande daad van vrijwillige liefde, opkomend uit Hemzelven, door niets van buiten verplicht of beïnvloed. Doch ons stellen van het leven voor de broeders is verplichting. Het is eene met gezag van ons gevorderde taak. Wij zijn schuldig dat te doen.

Deze schuld is eene zeer teedere; immers is ze schuld der liefde.

Wij kennen verplichtingen, die ons door het recht Gods zijn opgelegd. God is de Schepper en Onderhouder van ons leven, en in deze souvereiniteit ligt het heilig recht, dat wij Hem in alles zullen gehoorzaam zijn. Wij zijn gehouden ons naar Zijne ordinantiën te gedragen; en de schuld, die uit ongehoorzaamheid voortkomt, is zwaar, want ze is schuld tegen Goddelijk recht.

Maar pijnlijker is schuld te gevoelen tegen 'de liefde Gods. De Almachtige omringt ons dagelijks met Zijne goedheid. Hij zegent mensch en beest, en doet Zijn hulp nooit vruchteloos vergen. Hoe snood is het, deze goedertierenheid en liefde met ondank, met vijandschap en zonde te beantwoorden. Dit is nog andere schuld dan die tegen het recht Gods; dit is schuld tegen Zijne liefde. En niet ééns nog tegen de hoogste Goddelijke liefde. Want die hoogste liefde verscheen in Christus, en bewees zich aan ons in het offer van den Zone Gods. De apostel heeft even tevoren aan haar herinnerd. „Hieraan hebben wij de liefde gekend, dat Hij Zijn leven voor ons gesteld heeft" En het is uit dit hoogste offer der Goddelijke liefde, dat ook de hoogste en teederste verplichtingen voor ons voortkomen. Christus' liefde schept zich hare vorderingen op ons. Neen, zij komt niet met eene lijst van geboden, gelijk het recht Gods dat doet, — „gij zult".... „gij zult" Het is der liefde niet eigen, om veel te spreken van de vorderingen, die zij heeft op haaivoorwerp. Zij tóónt zich slechts, en ziet ons dan aan, met de stille verwachting in het oog, dat

wij haar beantwoorden zullen. Zoo toont zich de liefde van Christus. Zij heft zich op aan het kruis, en laat haar daad ons zien, - het stellen van het leven voor ons. En dan zegt ze niet veel; ze verwacht slechts; ze verwacht ons antwoord.

Maar dit antwoord mag zij hebben. Wie, die waarachtig op Golgotha stond, heeft niet in zijn hart toegestemd, dat dit offer de heiligste en teederste verplichtingen schept; heilig en teeder, wijl hier niet de gehoorzaamheid aan het recht, maar de dankbaarheid aan de liefde het antwoord had te geven.

En wie, die in dat antwoord zijne tekortkoming zag, heeft niet het pijnlijke van déze schuld boven andere gevoeld. Want het was schuld der liefde. En nu moge zonde tegen Gods recht Hem vertoornen, doch zonde tegen Zijne liefde doet Hem bedroefd zijn. En dit laatste is het smartelijkst.

En daarom, — ja — „wij zijn schuldig" Maar niemand leze Öit woord onnadenkend en onbewogen. Want deze schuld is eene zeer teedere. Deze schuld is die der liefde.

Wat zijn wij dan schtildig> ï«fë«'dèen?

Wat anders flan hetzelfde dat Christus deed voor onsV — immers, dat wij ons leven stellen voor de broeders.

Zijn wij dat schuldig aan die broeders?

Neen; indien dit zoo ware, hoeveel oorzaak zou ons vleesch vinden om aan deze verplichting te ontglippen. Wij zouden kunnen zeggen, dat deze broeders hun leven ook niet voor óns hadden willen stellen; of, dat zij ons offer niet begeerden; of, dat ons leven kostbaarder was dan het hunne; en nog veel meer; — eene wereld van mogelijkheden zou zich hier openen, — o, zulke gewettigde en fijn gesponnen mogelijkheden, — om zich aan den plicht der liefde te kunnen onttrekken.

Maar neen, wij hebben deze verplichting niet aan de broeders, doch aan Christus. Wij staan schuldig niet tegenover hun liefde, maar tegenover de Zijne. En tegenover de Hefde van Christus zijn geen uitvluchten. Tegenover het offer van Christus is geen casuïstiek 'te schrijven. Hier valt slechts aanbiddend te antwoorden; te antwoorden in wederliefde; te antwoorden door ons leven te stellen voor de broeders.

Ons leven.

Men beperke dit niet tot de traditioneele beteekenis, dat wij voor onze broeders moeten willen sterven. Zeker, ook dit behoort daartoe. Maar zoo het dit alleen ware, hoe weinig gelegenheid zouden wij dan hebben deze schuld der liefde a, f té 'doen. 'Eh immers, ook Christus' offer heeft zich niet beperkt tot Zijn kruisdood. Hij heeft Zijn leven. Zijn gansche volle leven met al de daarin werkende krachten ons ten dienste gesteld. En dienovereenkomstig hebben ook wij ons leven te stellen voor de broeders. En hier breidt het terrein van het offer der wederliefde zich breed uit. Dagelijks en overal bieidt God ons de gelegenheid om deze schuld af te doen. Wel wordt daartoe soms zware zelfverloochening gevraagd. Wij moeten onszelven telkens weer uit het middelpunt plaatsen. Wij moeten niet alleen herhaaldelijk onszelven en ónze belangen vergeten, maar wij moeten ook zoo dikwijls veel van onzen brO'eder vergeten, veel dat ons in hem tegenstaat en ons van hem afkeerig maakt. Doch de kracht daartoe ligt altijd weer in de overdenking, dat wij ons liefdebetoon niet aan den broeder maar aan Christus schuldig zijn. Hij is hier het voorwerp onzer wederliefde.

Ons stellen van het leven voor de broeders is een antwoord op Zijn offer. En daarom moeten wij niet alleen onszelven, maar wij moeten óók den broeder uit het middelpunt plaatsen, - en Christus, Christus alleen blijve daar. Het geheim om de schuld der liefde af te doen ligt op Golgotha. Daarheen klimme ieder op, die de kracht ontvangen wil om zijne gaven ten nutte en ter zaligheid der broeders gewilliglijk en met vreugde aan te wenden. Wie aan het kruis het groote offer der liefde van Christus aanbiddend aanschouwt, wie daar zijn eigen leven aan dien Christus gegeven heeft, - die keert terug met een hart vol heilige begeerte om aan deze liefde het antwoord te geven. Die heeft niet noodig om op gelegenheden daartoe te wachten, maar hij ziet overal het gebied om de schuld dezer liefde te betalen. De liefde van Christus dringt hem. Ze dringt hem om, in wederliefde, al wat hij ontving aan Christus en in Hem aan de leden van Christus dienstbaar te maken. Hij weet zich schuldig zijn tijd, zijn gebed, zijn kracht, zijn goed, zijn woord, zijne gedachte, - kortom zijn leven te stellen voor de broeders.

En deze schuld wordt nooit afbetaald. Want de liefde van Christus kan nimmer ten volle worden beantwoord.

Mijn lezer, zoo heel de kerk des Heeren één vollen dag aan de schuld dezer liefde voldoening gaf, — ik zeg u, dat aan den avond van dien "dag de wereld bekeerd zou zijn.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 oktober 1929

De Reformatie | 8 Pagina's

Schuld der liefde.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 oktober 1929

De Reformatie | 8 Pagina's