GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Reformatie zonder tolerantie.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Reformatie zonder tolerantie.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Doet de vreemde ïoden weg. Gen. 35 : 2.

(31 Oct.)

Als er ooit een tijd is geweest, waarin het woord van den Heiland: „waakt en bidt opdat gij niet in verzoeking valt", bijzondere beteekenis heeft gekregen, dan is het wel in den tijd waarin wij thans leven.

Het wereldsche leven zinkt in menig land tot dieper niveau; het beweegt zich in de richting van verdwazing of van verwildering.

De mensch zonder God versmaadt hooghartig de eenige wijsheid, die van boven is. Evenmin zoekt hij de gerechtigheid Gods, die alleen de rechte ordening, samenbinding, vrede en welvaart zou kunnen geven.

Men hoopt met den moed der wanhoop op betere toestanden, maar met den Heere wil men niet rekenen, onder Zijn Woord niet buigen. Zijn wet niet gehoorzamen; men roept luide: vrij zullen het zonder God wel redden; wij zelf zijn de scheppers der toekomst. De wereld is wat wij er van maken. Wij zijn de ware reformateurs, niet maar van een verbasterde Kerk, maar van een desolate wereld.

Daarom zal onze glorie groeien hoog boven die van Luther of Calvijn uit, die hun daadkracht alleen in een kleinen cirkel toonden.

Zij hebben maar één kamer in het groote wereldhuis gereinigd. Wij reinigen heel het gebouw. De hervorming der wereld — dat is ons ideaal.

Deernis vervult ons bij een blik op het woelen en werken dezer nietige menschen, die een Babelstoren bouwen - ach zoo klein en zoo laag! De groote God van den hemel komt straks neder, belacht hun raad, verdeelt hun spraak; hun naam en roem vergaat. Vergeefs op bouwen toegelegd, zoo God Zijn hulp aan 't werk ontzegt.

Reformatie, maar met tolerantie.

Verdraagzaamheid tegenover de zonde.

En wat is bij dit alles het meest bedroevende? Dat er zijn, die zich belijders van dezen levenden God noemen, discipelen van Christus, geroepenen om mee te helpen aan den opbouw van den tempel der Christus-gemeente, maar die dezen tempel den rug toekeeren, en steenen aandragen' voor den hernieuwden Babelstoren van het ongeloof, tichelen branden voor de schatsteden der haters Gods.

Wanneer maken we ons aan die zonde schuldig? Als wij in het openbaar of in het verborgen ons buigen voor de goden dezer eeuw.

Als we met ons hart of ons leven, of met allebei — de belijdenis verzaken of verloochenen, die onze mond spreekt.

Als we de vastigheid van het Woord des Heeren loslaten, en ons gebrokene bakken uitbouwen, die geen water kunnen bevatten.

Als we niet voortdurend bidden om 'de kracht en leiding des H. Geestes, om de waarheid lief te hebben en den leugen te haten, en in waarachtige bekeering en heiligmaking des levens vruchten te dragen tot Gods eer.

Als we niet voorzichtig wandelen in de vreeze Gods.

Gods. Als we de wijsheid der menschen vermengen met de ware wijsheid, die van boven is.

Als we niet trouw zijn in het benaarstigen, niet vast in liet vertrouwen, niet warm en bezield in ons persoonlijk geestelijk leven en in ons gebed; niet vurig in de hoop en in de liefde. ' •

Als we onze roeping en verkiezing niet. vastmaken en onze heiligmaking niet voleindigen in de vreeze Gods.

En zegt dan zelf, past niet veelszins de droeve klacht, dat het fijne goud zoo verdonkerd is? 'Wordt de zonde niet al te zeer getolereerd?

Doch doleeren daarover is nog geen r e f o r-m e er en.

Wij moeten de vreemde goden wegdoen.

Toen Jacob Beth-el weer naderde, begon zijn conscientic te spreken. Hij had de vreemde goden maar al te lang in zijn huis en familie geduld.

Nu werden, bij het terugkomen naar de heilige plaatsen-van-vroeger, oude herinneringen in zijn ziel wakker. De zelfaanklachten werden gehoord. Maar daar bleef het niet bij.

Het kwam tot daden, tot reformatie en geestelijke vrijmaking.

Zoo moet het bij ons óók zijn.

Inleven in de historie der Kerk, terugzien op de verlossingen, die God oudtijds wrocht, mag nooit bij ons eindigen in vagen weemoed over vroegere, nu verloren heerlijkheid, of in droef, maar ijdel geklag over de toestanden van thans.

Neen, bij het telkens weer terugkomen tot Beth-el, ook langs de wegen der historie - moeten niet maar enkele heete tranen op de vreemde godenbeelden vallen, maar in Gods kracht moet het tot daden komen, en het energieke bevel kliakgn: , doet weg de vreemde goden!

Reformatie zonder tolerantie!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 november 1929

De Reformatie | 8 Pagina's

Reformatie zonder tolerantie.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 november 1929

De Reformatie | 8 Pagina's