GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Synode-Indrukken.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Synode-Indrukken.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

IIL

De zaak-Dr A. Noordtzij.

Een der eerste zaken, waaromtrent de Generale Synode een beslissing nam, was die aangaande Dr Noordtzij.

De kerk van Doom verzocht, dat door de Synode voor bijzondere gevallen aJs dat van Dr Noordtzij een uitzondering op den regel zou worden gemaakt.

Terecht luidde de konklusie, «iat het karakter van het praeparatoir examen moet worden gehandhaafd.

Het praeparatoir examen toch stelt een candidaat beroepbaar tot den Heiligen "Dienst des "Woords en der Sacramenten in onze Kerken en geeft hem daartoe het recht in de kerken, zoo deze hem daartoe uitnoodigen, een stichtelij'k woord te spreken.

Nu heeft jirof. Noordtzij wel het praeparatoir examen afgelegd, maar naar het ambt van "Dienaar des Woords in één onzer Kerken staat hij' niet.

Daarmee vervalt 'elke grond om hem langer toe te staan proposities te houden.

Daarenboven had de commissie ook gelijk in haar "konklusie, dat 3e noodzakelijkheid niet kan worden ingezien om voor bijzondere gevallen afzoDiderlij'ke bepalingen te maken. Dit is zelfs zacht uitgedrukt. Er is eenig gevaar aam verbonden, om dien kant op te gaan. Het leven is zoo gevarieerd, dat hijna alle gevallen tot de bijzondere kunnen worden gerekend. Zoo zou er van een dergehjke bepaling, als waarom de kerk van Doorn vroeg, licht misbruik kunnen worden gemaakt. En waar er de laatste jaren in onze Kerken een streiven is, om in deze de pimtjes op de i's te zetten en meer de kerkrechtelijke banen te bewandelen', zou zoo'n bepaling de uitspraak van de Synode van Groningen weer op losse schroeven stellen.

Met "deze konklusies konden we dan ook geheel takkoord gaan.

Wel hadden we bezwaar tegen een uitdrukking in het rapport, n.l. deze, dat de commissie geen weg wist te vinden, waarlangs Dr Noordtzij zou kunnen gaan om voor de kerken een stichtelijk woord te spreken.

Ik wees er heel even op, dat zulk een weg wel bestaat. Hij kan den kerkelijken weg inslaan om als „oefenaar" op te treden. Nu heeft het woord „oefenaar" een zekeren bijsmaak. Maar het behoeft dien niet te hebben. En wanneer een man als prof. Noordtzij in die kwaliteit een stichtelijk woord sprak, zou niemand hem daarom lager schatten. Men kon slechts wenschen, dat alle oefenaars waren gelijk hij.

Hiertegenover werd opgemerkt, dat een kerk bijl de classis, waaronder zij ressorteert, de begeerte moet kenbaar maken om hem voor zich te zien optreden en dat andere kerken in haar classis dan hetzelfde moesten doen.

Haast had ik hierop geantwoord „ik weet het ook wel, zwijg gij stil".

Immers, niet prof. Noordtzij wendde zich tot de Synode, maar de kerk van Doom. Aaïi die kerk had bescheid gegeven kunnen worden, dat zij zich' tot de classis Utrecht met zoodanig verzoek kon wenden. Natuurlijk moest zij daarvoor overleg plegen met prof. Noordtzij. Want indien deze zulk een oplossing niet wenschte, zou het geen zin hebben. Wilde hij echter dien weg wél inslaan, dan zou de classis Utrecht moeilijk bezwaar kimnen maken. En waar er in het voorstel van de kerk van Doom gesproken werd van het „door vele kerken begeerd en gewaardeerd optreden" van prof. Noordtzij — wat stellig niet zonder grondl werd beweerd — zouden andere kerken ^venzoo hebben kunnen handelen.

Dan — we stonden aan het b'egin van de Synode. Ik achtte het niet gewenscht, dat de Synode zich lang met deze en soortgelijke kwesties zou bezighouden en bepaalde er mij toe te verklaren, dat ik niet overtuigd was, maar van het woord afzag, omdat de Synode meer te doen had.

Strikt noodig was een uitspraak der Synode in deze niet. De kerk van D|oom kan ook nu nog met een verzoek als boven door mij werd uiteengezet op de classis Utrecht komen.

Onjuist is echter wat in een onzer Maden — en dan nog wel als „rectificatie" — werd opgenomen, dat art. 3 van onze kerkenorde zich tegen den weg, welken ik wees, verzet.

Dit artikel bevat geenerlei uitspraak omtrent deze materie.

Wel vindt men in sommige uitgaven van de kerkenorde besluiten van een tweetal S^ynodes inzake oefenaars als aanteekeningen bij dit artikel vermeld.

Er is reden om te waarschuwen, dat men die aanteekeningen niet met de kerkenorde zelf verwarre.

Maar al te dikwijls gebeurt dit.

Natuurlijk miskennen we de kracht van die 1)6sluiten niet.

Doch zij hebben niet dezelfde kracht als de kerkenorde.

Overigens strookt de hoven gegeven oplossing geheel m'et de bedoelde besluiten.

Inmiddels werd door Ds Boersma in „De Wachter" hieruit munt geslagen tegen enkele litterarische hoogleeraren aan de Vrije Universiteit, die vroeger predikant waren.

Hij schreef:

Een ander punt heeft ongetwijfeld ook uw aandacht getroffen. Ik bedoel dat Prof. Hepp zijn collega aaji de Staatsuniversiteit, Prof. D' r A. N o o r d t z ij, den weg van het oefenaarsohap wil doen betreden, om naar zijn en veler Kerken begeeren weer te kunnen optreden in den Dienst des Woords. Ge weet dat Prof. N. indertijd van de Classis het recht ontving, na gehouden praeparatoir examen, om in onze Geref. Kerken op te treden. Waar echter meerdere Candidaten soms verscheidene jaren van dit hun verleende recht gebruik maken, zonder zich zelf beroepbaar te stellen, heeft de Gen. Synode terecht besloten dat zulke candidaten telken jare bij hun Classis opnieuw handhaving van dit recht moeten aanvragen. Dr N. schijnt bezwaren te hebben om hieraan te voldoen. Dat de huidige Synode besloot geen regeling voor uitzonderingsgevallen te kunnen treffen, is alleszins duidelijk. Maar dat mijn oudleermeester. Dr N., destijds Lector aan onze Theol.

School, door een collega-professor aan de V. U. tot den weg van het oefenaarschap wordt verwezen, vond men op de Synode terecht onmogelijk en ik vind het zeer oncollegiaal.

Toch begreep ik een paar dagen later eenigszins beter de mentaliteit van Prof. Hepps advies. Ik las n.l. van twee profs, aan de V. U., Dr Vollenhoven en Dr van Schelven, dat zij herhaaldelijk optreden in onze Geref. Kerken, hoewel beiden „tot een anderen staat des levens zijn overgegaan". Dit geschiedt dan onder den naam van „lezing eener leerrede".

Hier wordt dus tegen de Kerkenorde en tegen het besluit van de Synode van Leeuwarden in 1920 ingegaan, door niet-theologische profs, der V. U. toch in „oefenaars"-richting te laten optreden. De Synode van Arnhem zal straks ook hieromtrent moeten beslissen naar de conclusie van een rapport der te Groningen 'benoemde Deputaten, dat onverzwakte handhaving van Leeuwardens besluit vraagt. Ook dan geen uitzonderingsgevallen!

Hier wordt de bal een heel eind misgeslagen.

Dit li^t voorzeker aan de geringschatting van elk oefenaarschap.

Hoe men zich toch door een naam van de wijs kan laten brengen 1

Ds Boersma puurt uit mijn voorslag oncoUegialiteit.

Dat is niet fraai.

Ik gun het den kerken zoo van harte, dat zij prof. Noordtzij des Zondags kunnen hooren en toonde de eenige wijze^ waarop dit kan geschieden.

AVat zit daar voor oncoUegialiteit achter?

Dan zou ik ook oncollegiaal handelen tegenover de hoogleeraren Van Schelven en Vollenhoven.

Want wat de Synode later besloot aangaande den status van niet-theologische hoogleeraren, heeft mijn volle instemming.

Ik heb heusch nog wel den moed mijn meening te zeggen zonder aanzien des persoons.

De persoon van Prof. Noordtzij is mij even aangenaam als 'die van mijn collega's aan de Vrije Universiteit.

Maar ter wille van personen zou ik er niet graag toe medewerken, dat van den kerkelijken weg werd afgeweken.

Het recht, oot het kerkrecht, moet zijn loop hebben.

En ik wensch Ds Boersma een sterke aderlating van achterdocht toe.

HEPP.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 september 1930

De Reformatie | 6 Pagina's

Synode-Indrukken.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 september 1930

De Reformatie | 6 Pagina's