GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Op het Vogeleiland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Op het Vogeleiland.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

(Een nieuw natuurboek.)

Ergens las ik, dat men in stoffenfabrieken en weverijen de verschillende figuren en figuur-combinaties der patronen vindt door middel van den kaleidoscoop, den kijker, waarin bij rustig-draaiende beweging vele losse bestanddeelen door ver^lijding zich vormen tot een veelkleurige eenheid.

Of het juist is, weet ik niet. Maar de gedachte zelf voelde ik aanstonds als van toepassing op deze rubriek van ons blad. Voor den regelmatigen lezer is ze immers een soort van kaleidoscoop, waarin de losse bestanddeelen, n.l. de onderwerpen die naar aanleiding van de boeken aan de orde komen, door wekelijksche wisseling een veelkleurigheid vormen, die, als bespreking van boeken, toch weer een eenheid is. En zooals het met dien kijker voorkomt, kan het ook hier het geval zija: de opvolgende figuur kan van de voorafgaande weinig, maar soms ook heel veel verschillen, vaak zelfs een totaal andere zijn naar vorm en perspectief.

Voor deze laatste situatie staan we in dit artikel. Spraken we eenige weken achtereen over boeken, die de geestelijke dingen tot inhoud en achtergrond' hebben, thans is aan de beurt van behandeling een boek, dat ons brengt op het terrein der natuurhistorie en van vogels en planten vertelt. Van het zuiver literaire komen we zonder overgang, op het biologische; van den dichtbundel en den roman, die ontwikkeling van het psychische leven doen zien, worden we in ééns geplaatst voor de teekening van het jDhysische., van het natuurlijke leven. Een totaal andere stof dus, of, om nog, even te blijven in het gebruikte beeld, een gansch andersoortige figuur, die ontstaat door het één keer verdraaien van den kijker. Maar — en dat is het wat zulk een andersoortigheid rechtvaardigt — die verglijding ligt in het karakter van den kijker, of anders, het is de aard van deze rubriek, dat ze van zeer afwisselenden inhoud is.

Het boek, dat dan voor heden op het programma staat, is een nieuwe bijdrage tot de serie standaardwerken over het natuurleven, die de Uitgever A. G. Schoonderbeek te Laren brengt: met fotographieën en penteekeningen rijk geïllustreerde boeken in groot formaat, die, in populairen vorm, belangstelling wekken voor de flora en de fauna, het plant-en dierleven, van ons mooie vaderland. Reeds verschenen ^„Zon op de golven", „De Roep der velden", „De Tooi der getijden", „Sprake en Sproke van het jaar", die we alle hebben aangekondigd, en thans is er het nieuwe deel: Op het Vogeleiland, door G. van B.eusekom, F. P. J. Koopmans, M. Rutten en N. Tinbergen, met een inleiding van Dr Jac. P. Thij'sse.

Over de waardij van deze boeken heb ik een en andermaal geschreven. Maar telkens als een nieuwe proeve van het soort is verschenen is er weer de behoefte om het nog eens te zeggen van hoeveel belang ze zijn. Tot de literatuur in den strikten zin behooren ze niet, behoort ook dit nieuwe deel nie|, maar toch zijn ze, en is ook dit, een artikel onder de rubriek „Literatuur en Kunst" waard, omdat ze van de eerste tot de laatste bladzijde handelen over het schoone-en dienovereenkomstig verrijkende! lectuur bieden. En tegenover de vele moderniteiteia^ vooral ook op het gebied der literatuur, die we niet anders dan als bewijzen van moderne verwording kunnen aanmerken" zijn ze uitingen van mo^deme opvattingen, die ten volle onze sympathie verdienen. Een naderen toch tot de levende natuur als tot een altijd weer verwonderingwekkende bron van schoonheid, een bezien van en met groote toewijding indringen in den rijkdom, die in de plantenen dierenwereld ten toon gespreid wordt of, even veelvuldig, verborgen ligt, is een arbeid, die waardeering afdwingt en dat met name doet, wa, nneer, zooals in, deze boeken steeds het , geval is, deze arbeid gepaard gaat met eerbiedigiiig van. ordening en wet in het natuurleven.

Ten dezen in het bijzonder zijn deze boeken getuigenissen van de moderne opvatting. De nieuwere bestudeering van het leven der natuur beschouwt de natuur om baars zelfs wil, zoekt naar de verschijnselen, tracht die, in hun schier eindelooze verscheidenheid, te groepeeren en vooral, streeft naar psychologische doorvorsching. De oudere opvatting, die alleen beoogde te leeren kennen het nut dat de mensch uit het dieren-en plantenrijk trekken kan, heeft afgedaan; het jagen —• ik zei het reeds eerder — is geworden een jagen met het phototoestel in plaats van met het geweer. Daarmee in overeenstemming is de houding van den mensch tegenover het leven der natuur veranderd. Eerbiediging wordt verlangd, tegen geweldpleging opgetreden in woord en daad, tegenover vroegere onverschilligheid bewondering gekweekt. Van dit alles dan spreken deze boeken. En daarom gaat hun beteekenis in tweeërlei richting. Ze doen zien de schoonheid en de wetmatigheid van het groote zoowel als van het kleine in de natuur en brengen daardoor — dikwijls onbedoeld, want helaas wijzen ze daarop in den regel niet — tot een bewonderen van de wijsheid en majesteit van den Schepper, ' die dat alles zóó, en tot in de fijnste bijzonderheden geregeld, tot aanzien heeft gebracht. Wie als Christen deze boeken leest en telkens zich gewezen ziet op de doelmatigheid in het organisme van planten en dieren, vindt er de prediking in van Gods grootheid. En degene die niet leeft uit de christelijke overtuiging doch denkend leest, zal zich iet kunnen losmaken van den indruk, dat achter et kosmische wonder, dat hjj te aanschouwen krijgt, een allesregeerende Kracht staat, die —• en dat is het belangrijke — niet maar mechanisch erkt en gewerkt heeft, doch scheppend, ordenend aar wijs inzicht en tegelijk die ordening bindend aan vaste wetten, dat wil dus zeggen, een Kracht die een Persoonlijkheid is. En waar hij dan van elders weten kan, dat geloofd wordt in God, die alle ding regeert, zal zich zijn denken met dat weten kunnen verbinden en alzoo óók tot hem uitgaan de prediking van Gods grootheid.

Dat is het eerste element van de beteekenis dezer boeken. En het tweede is, dat ze o.pvoeden'd! werken, dat ze den mensch, dien ze brengen tot bewondering voor het natuurleven, ervan doordringen, hoe hij zich temidden van en tegenover dat natuurleven heeft te gedragen. Want niet altijd is het vernielzucht of baldadigheid, als planten worden beschadigd en nesten worden vernield^ het is dikwijls ook onwetendheid of zelfs uitin^g van .oprechte, maar ongecultiveerde belangstelling. Deze boeken leeren hem dan, hoe hij handelen moet en. wijzen tegelijk den weg aan, die tot bevrediging van deze belangstelling leidt, maar nu zoo-, dat hij werkelijk ziet, wat hij zoekt, zonder dat hij beschadigt en vernielt.

schadigt en vernielt. En dan dragen de illustraties tot deze tweeledige beteekenis een belangrijk deel bij. Vooral geldt dat van de foto's, die, met de grootste zorgvuldigheid! genomen, de planten in hrm schoonheid en de dieren in hun natuurlijkheid doen zien. De dierfotographie is hoe langer hoe meer een afzonderlijk vak geworden, dat van allerlei vernuftig gevonden hulpmiddelen zich bedient, om de karakteristieke en voor het menschenoog veelal verborgen levensgewoonten van de dieren, te treffen en weer te geven. Het doorbladeren van deze boeken, alleen maar met het oog op de illustraties, is opzichzelf al een werkzaamheid, waaruit de winst der tweeërlei beteekenis voortvloeien kan.

* En. nu dit nieuwe boek zelf. Het brengt den lezer naar een van Nederlands natuurmomenten, „de Beer", een eilandje aan den overkant van den Nieuwen Waterweg bij Hoek van Holland, behoorend tot de Kroondomeinen en daarom onder voortdurend toezicht gesteld Door deze bewaking, die tegelijk is kundige verzorging, kan zich de duinflora er voorspoedig ontwikkelen ©n vinden er de vele en vaak zeldzame watervogels een rustige woonplaats. De schrijvers en fotografeerders, die daar toegang hebben verkregen en er gaandeweg bekenden zijn geworden, zoodat ze vrij hun gang konden gaan, hebben het eilandje in alle richtingen doorkruist, overal met behulp van „schuilhutten" die ze bouwden, waarnemingen gedaan en opnamen .gemaakt van het leven der vogels, de planten bestudeerd en gezocht naar de verhoudingen tusschen planten-en dierenrijk — en van dat alles vertellen ze, smakelijk, leerzaam en met groots kennis van zaken. Niet beter kan ik doen, om eeiï indruk van het geheel te geven, dan de titels der verschillende hoofdstukken opnoemen. Het zijn er 21 en dus wordt het een heele opsomming. Maar, gezien het voorafgaande, zal de lezer er toch de kleur van het mooie boek in kunnen vinden en de titels spreken bovendien, op een enkele na, voor zichzelf. Na de inleiding van Dr Thijsse en een woord vooraf van de auteurs, waarin ze vertellen hoe z^ tot de publicatie van hun werk gekomen zijn, komen de navolgende bijdragen, meest van Van Beusekom en Tinbergen (Rutten heeft voornamelijk de foto's geleverd): De eerste kennismaking. Als de vischdieven bruiloft vieren. Bij de scholeksters op bezoek. Als de vlieren bloeien. Een stervend Landschap (over de stuifduinen, dat zijn duinen „o.ntstaan op het strand, waar de helm het stuivende zand opvangt en vasthoudt en zich er boven uitwerkt", die nog slechts op een drietal plaatsen in ons land te zien zijn). De Dwergsterns, Naar de Kluten, Een plantenwandeling, Het Gezin van den Stormmeeuw, Een strandwandeling. Langs den Waterweg, Waar de Meeuwen slapen, In een Koksmeeuwendorp, Hoeksche Roofridders (bedoeld zijn de bruine kiekendieven). De Groote Trek zet in, Trekvogelfotografie, Naar het Wijde Slik (de zuidpunt van het eiland, een broedplaats van alle mogelijke vogels). Drukke Dagen (de laatste Octoberdagen, als de trekkers druk in de weer zijn). Na den Storm, Winterdag, Avifauna van de Beer.

Wie zich voor het vogelleven interesseert heeft uit deze titelreeks voldoende kurmen opmaen, dat dit boek voor hem wat waard is en als hij' het dan ter hand neemt, zal hij bemerken, dat het nog veel meer geeft, dan hij verwachtte. Want er is geen vogel van de Beer en ^een plant uit de duinen, die niet besproken wordt. Voeg ik hier nu nog aan toe, dat de (blijkbaar nog jonge) auteurs een groot enthousiasme bezitten en met een fleurige blijheid van hun zwerftochten en ondervindingen vertellen, dan kan het duidelijk zijn, dat dit nieuwe deel van de serie een uitnemende uitbreiding beteekent en waard is, met aandacht gelezen te worden.

Jammer is, dat ook hier niets doorklinkt van een hoogeren toon en dat de voortdurend omhooggerichte blik niets meer ziet, dan de vogels en de

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 oktober 1930

De Reformatie | 8 Pagina's

Op het Vogeleiland.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 oktober 1930

De Reformatie | 8 Pagina's