GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

JAARWISSELING

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

JAARWISSELING

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Daar ligt ia ons leven de neiging tot het doen komen van een tragische spanning in de levensverhoudingen,

Hoe meer we liefhebben, hoe meer we op weg zijn om de breuke te brengen,

Hoe meer we van iemand verwachten, hoe eerder we geneigd zijn om door de veelheid onzer verwachtingen hem te dooden.

Hoe meer das de liefdesbinding en de band van hoop en blijde verwachting sterk wordt, hoe eerder en hoe meer het gevaar er is, dat da liefde teleurgesteld wordt, en dat verwachting en hoop ijdel blijken.

Het beladen van het voorwerp der liefde met telfceas-fflbie.«-we plichten is een typisch mensehelijke eigenaardigheid.

Zoo doet een volksdeel gemakkelijk met zijn leiders, ZOO' doen onze christenen gemakkelijk met die hen v^oorgaan.

Omdat zij hen liefhebben, verwachten zij veel van hen, omdat zij hen vertrouwen, leggen zij telkens nieuwe lasten op hun schouders.

Maar terwijl het voorwerp van hun liefde, d© persoon, die zij vertrouwen, beladen wordt hoe langer hoe zwaarder, nadert ook het uur, waarop de persoon van hun vertrouwen moet teleurstellen.

Is hij sterk genoeg, dan weet hij „neen" te zeggen. Dan weigert hij langer zich te laten beladen met lasten te zwaar om te dragen voor hem. Maax op het oogenblik waarop hij „neen" zegt, dreigt ook het gevaar van de teleurstelling, dreigt het gevaar van de verwijdering ook.

, 0f wel, hij zegt niet „neen", maar werkt door tot hij bezwijkt, en dan is er de teleurstelling toch ook, want men had zooveel van hem verwacht, en ziet, hij blijkt eindig in zijn vermogen.

En zoo doen we met hen, die voor de toekomst veel beloven. We bouwen luchtkasteelen en we zeggen tot elkaar wat we alzoo van deze, nog ternauwernood opengebloeide, Imoppen, verwachten aan vrucht. Maar we vergeten, dat de begaafden van ons geslacht op die manier schier nimmer verrassingen, en schier nimmer voor het volksdeel, dat vol hoop tot hen opziet, meer kunnen geven, dan de strak gespannen verwachting veronderstelt.

Maar kinderspel is de tragedie, die over menschen komt vergeleken bij het schrikkelijke, dat op die manier jaist op Oudjaar ons aangrijpt, want met Oudjaar breekt het tragische, dat zich ten opzichte van de enkelen met mate ontwikkelt, ten volle door.

We hebben het heengegane jaar liefgekregen. Zouden we ook anders kunnen? Immers, we zijn met alken vezel met den tijd van dat jaar verweven, en we zouden dien tijd willen vasthouden. O, zeker niet alleen dan wanneer we vreugde hebben gehad in dat jaar, ook dan, wanneer smart ons deel werd.

W> e zouden het jaar terug willen trekken om de herinneringen vast te houden aan wat we aan liefs moesten missen. Want och, het is • zoo onnatuurlijk om het te zeggen: „Ik wensch geen stap terug te treden op d'aJgelegde levensbaan".

Maar op die wijze beladen we het afgeloopen jaar zoo heel zwaar. We belasten het met vrachten van vreugde en smart, van blijde-verrassingen en diepe teleurstellingen, en dat jaar dat ons lief is, zien we zoo begraven onder dat wat van ons is, enl als we dan alles wat in dit Jaa.r door ons werd doorleefd punt voor punt langs ons oog laten glijden, dan is het einde, dat dat jaar teleurstelde; zooals datgene waaraan we in liefde al onze zorgen opdragen, tenslotte onder onze zorgen bezwijkt, zoo zinkt ook het afgeloopen jaar weg, en dan was het niet wat we ervan verwachtten, en dan was het toch niet dat, wat wc meenden met recht te kunnen hopen.

En nu beginnen we het nieuwe jaar weer. Daar wordt een nieuw jaar geboren en we zien vol verwachting tot het nieuwe jaar op als ware het een geniaal kijid, dat ons veel, veel brengen zaJ, en we beschouwen het dankbaar en blij, het nieuwe jaar komt, en dat zooveel zal doen.

Maar daarmede ligt in de Nieuwjaarsverwachting telkens weer die bange teleurstelling besloten: dat het nieuwe jaar nooit ons brengen kan wat we ervan hopen, zoodat als we het jaar beginnen vol verwachtingen, juist in de verwachting de voorwaarde voor de bangste teleurstelling ligt.

Begint het dan niet met vervifachting... Maar als ge het niet met verwachting begint, dan begint ge het juist niet, dan kunt ge en dan durft ge het niet te beginnen.

Dat is de tragiek van het leven, als we de spanning van het verwachten niet kennen, dan durven we niet beginnen, en als we durven beginnen, omdat de verwachtmg sterk is, dan weten we dat we beginnen om teleurgesteld te worden.

Zoo kan het oude jaar zijn eigen lasten niet dragen en het nieuwe jaar zal de verwachtingen, die we hebben, ook niet toedragen kunnen. Neen, dat alles za.1 niet kunnen.

Want het nieuwe jaar dat is de tij d, en het oude jaar dat is de tijd, en achter al onze wenschen voor het nieuwe jaar, staat de hang naar Gods eeuwigheid, en achter alle tasten naar de voldoening over het oude jaar, staat de zucht naar het contact met de eeuwigheid Gods. En daarom verwondert het ons niet, dat jaarwisseling vieren als we het doen aJs kind van den tijd, zoo bitter teleurstellend werkt. Jaarwisseling vieren kan alïeen dan, wanneer we het doen zoekend en vindend de aanraking met de eeuwigheid zelve, want dan alleen worden we opgeheven boven het bange glijden, van den tijd.

Dan alleen zien we vastigheid, indien bij het ov«rglijden van het ééne jaar in het andere, onze God naast ons staat, neen meer, wanneer in die ure van overgang onze God ons draagt.

Maar als we met onzen God jaarwisseling doormaken, dan staan we ook in Zijn licht, en dan begrijpen we ook, dat de lasten, die we op het jaar willen leggen, onze lasten zijn, dat de teleurstellingen, die we in het afgeloopen jaar als teleiurstellingen van dat jaar zien, onze schulden zijn. En dan nemen we die schulden weer op, en we zouden bezvrijken, indien onze God ons met onze lasten en zorgen niet zelve droeg, en indien onze schtdden niet gedragen waren aan het kruis van Golgotha.

En als we vooruit zien naar het jaar dat komt, dan begrijpen we dat de verwachting niet gericht mag worden, niet gericht kan worden op dat jaar, maar dat we alleen dan verwachten mogen, iudieia we door het gewicht onzer verwachtingen dichter gedrukt worden tegen Hem aan, die ons draagt op zijn schouders.

Dan kunnen we jaarwisseling beleven; dan gaan we met God en dan is, wat er ook gebeurt, het nieuwe jaar goed.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 december 1930

De Reformatie | 8 Pagina's

JAARWISSELING

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 december 1930

De Reformatie | 8 Pagina's