GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

HET STAATKUNDIG LEVEN IN 1930.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HET STAATKUNDIG LEVEN IN 1930.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Eene beschouwing over de politiek in liet jaar, dat tot het verleden is gaan behooren, kan moedelijk een opgewekt beeld vertoonen. De feiten geven daartoe, helaas, geene reden. Vrijwel overal treft de onzekerheid, do onvastheid, zoo niet de onmacht.

Tot op zekere hoogte ligt de verklaring hiervan Yoor de hand. Het economisch leven moge van maatschappelijken oorsprong en karakter zijn, het is van zoo groote beteekenis voor het volks-en volkerenleven, hel is zoo met de staatkundige zijde daarvan saamgeweven, dat het daarop zijn invloed doet gelden, wellicht te overheerschender naarmate het zelf met grootere moeilijkheden te worstelen heeft. Do economische wereldcrisis werpt hare diepdonkere schaduwen ook over het politieke leven. Zij heeft gevolgen, welke Reigeeringen en parlementen stellen voor eene bovenmenschelijke taak. De buitengewoon omvangrijke werkloosheid, met hare stoffelijke ellende en zedelijke ontwrichting, '" de slechte toestanden in landbouw, nijverheid en handel, noopten tot politieke daden^ waarvan het doel moest zijn: tempering van den stoffelijfcen nood, het tegengaan van de moreele ontbinding, het bestrijden der werkloosheid en 'die bevordering van het herstel der verstoorde verhoudingen.

Men kaüa niet zeggen, dat de getroffen maatregelen in het geheel geen effect sorteerden, maar het eigenlijke doel werd toch in geenen deele bereikt. De ci'isis werkt snel door en deed veel ineenstorten. Zij bracht telkens nieuwe moeielijkheden en nam van dag tot dag in omvang en uitwerking toe. Hetgeen gedaan is met positieve vruchten werd geheel in de schaduw gesteld door het donkere aanzicht, dat het economisch leven almeer verkreeg. Dan, de maatregelen hadden lang niet altijd het gehoopte resultaat. Z, 6 hielpen vaak het een en... belemmerden het ander. De samengesteldheid van het maatschappelijke leven, de veelsoortigheid en de tegenstrijdigheid van belangeïi kwamen nog weer eens te helderder aan het licht. Tenslotte, vele maatregelen werkten volstrekt verkeerd. Met name de tariefpolitiek van verschillende staten was veelszins uitsluitend gericht op het terzijde stellen van de eigen moeielijkheden, op het dienen van d© nationale economie, zonder rekening te houden met de gevolgen van deze voor de internationale ecoinomie en den terugslag, welke vanzelfsprekend daarvan weer moest worden verwacht op het nationale bedrijfs-en handelsleven. De nationale economische huishouding is nu eenmaal in geen enkel opzicht meer zulk een afgesloten geheel, dat het ongevoelig blijft, of kan worden gemaakt, voor hetgeen in de overige wereld gebeurt. Integendeel, er is eene wereldeconomie tot ontwikkeling gekomen, wier gezondheid en ziekte steeds meer de nationale economie gaat beheerschen.

Voeg daarbij nn nog, dat deze crisis in menige publieke huishouding reeds geleid heeft tot verstoring van het financieel evenwicht, dat te dezen aanzien nog slechts het begin van hare uitwerking is aanschouwd, dat zij daarvan in elk geval voorshands blijft een donker dreigende macht, en het is zeker verklaarbaar, dat alles te zamen genomen onvrede het overheerschende kenmerk werd van het politieke leven. Onvrede als wrange vrticht van teleurgestelde verwachtingen, van het niet meer kunnen leiden en beheerschen der toestanden, van het tekort aan middelen en wegen om uit het moeras te geraken, van het gebrek aan gezindheid om gezamenlijk te streven naar de overwinning 'aer moeielijkheden en gevaren. Het is die onvrede, welke zich ook manifesteert-in de onzekerheid, de wankeling, de onmacht.

Toch zou verkeerd doen wie alleen in de economische crisis en hare gevolgen de verklaring' zocht van den huidigen politieken toestand. Het politieke leven zelf is aangetast door eene zeer gecompliceerde ziekte. De ontv/ikkeling in de verhoudingen op staatkundig gebied heeft met zich gebracht eenerzijds eene toenemende regeeringsbemoeiing, een vooi-tdurend stijgen van het aantal zaken en onderwerpen, waarmede de regeeruigen zich in te laten hebben, en andererzijds, ten deele als gevolg daarvan, eene veelheid van overtuigingen en meeningen omtrent de staatkunde, hare doeleinden en de daarvoor geëigende methoden.

Deze laatste staat zeker in den weg, zoowel aan een krachtig regeeringsbelsid als aan een gezond parlementair leven. De kabinetten worden vrijwel niet meer samengesteld uit personen van eenzelfde, algemeene politieke overtuiging, maar vertegenwoordigen in zich zelf reeds een grootex of kleineir aantal op belangrijke punten divergeerende richtingen. Dit maakt hen vaak kwetsbaar en zwak. Het geeft zekere vaagheid aan het regeeringsbeleid, remt de snelle afdoening van zaken, brengt daarin, de onzekerheid, welke gevolg is van verschil in overtuiging en doel zoeken naar formuleeringen en oplossingen, welke door den volksmond worden getypeerd in de woorden: het sparen van kool en geit. Gevolg op menig aangelegen punt: een niet krachtig, soms uitermate zwak regeeringsbeleid. Dan, dit is niet het eenige bezwaar. De regeeringen kunnen en mogen haar werk niet doen buiten de volksvertegenwoordigingen om, en daarin is de divergatie van meeningen in den regel nog veel grooter. Hierin ligt de oorsprong van vele, soms onoplosbare moeielijkheden. Voor het te voeren re^ geeringsbeleid is in het algemeen noodig de steun van eene meerderheid in de volksvertegenwoordiging. De vraag is dus: hoe moet de zaak geregeld worden om dien steun te kunnen verkrijgen, en kan of mag zij aldus geregeld worden? Het zoeken van hej, antwoord op die vraag brengt in menig geval een moeizamen arbeid met zich. waarvan later blijkt, dat hij geen resultaat geeft. De zaak is niet zoo moeielijk, als het aangelegenheden betreft, waarvan de regeling nog niet bepaald urgent is. Dan kan men zeggen: voorshands laten wij deze rusten, totdat de inzichten dermate gerijpt zijn, dat er kans is pp het verkrijgen van eene aannemelijke regeling. Maar zoo is de situatie dikwijls niet. En naarmate de argentie eener zaak grooter is neemt het gevaar toe voor regelingen, welke ontoereikend zijn en de kiemen van ontbinding in zich dragen, of van conflicten tasschen regeering en volksvertegenwoordiging zonder uitzicht op hunne gezonde ^iplossing. In al zulke gevallen treedt de onmacht helder aan den • dag.

Het behoeft geen betoog, welke funeste gevolgen voor het politieke leven een dergelijke toestand met zich brengt. De ervaringen in het vervlogen jaar hebben dit met genoegzame duidelijkheid bewezen, zoowel met betrekking tot de verbetering van de internationale verhoudingen als voor het voeren van eene krachtige, gezonde nationale politiek.

Ons land moge in menig opzicht nog een gunstige uitzondering vormen, toch doen zich ook hier soortgelijke verschijnselen voor. De verdeeldheid op politiek , gebied is groot. De strijd spitst zich vaak toe op punten, welke, hoe belangrijk ook, in dezen tijd toch niet geacht kunnen worden de meest op den voorgrond staande te zijn. Lang niet voldoende blijkt van de bereidheid om te werken voor hetgeen men toch gezamenlijk nastreeft en om te strijden tegen den gezamenlijken vijand. Ook trai onzent is er eene belangrijke wanverhouding. Een. parlementair kabinet is nog steeds niet mogelijk gebleken. De afstand tusschen Regeertag en Volksvertegenwoordiging is wellicht in het jaar 1930 nog grooter geworden. Tot schade voor eene waarlijk krachtige, gezonde regeeringspolitiek en van een goed, voor zijne historische taak in Nederlandschen zin berekend parlement.

Het kan niet verwonderen, dat onder zulke omstandigheden de staatkunde in Europa, ook in het voorbijgegane jaar, onmachtig was om het Communistisch wroeten en ontwrichten op afdoende wijze tegen te gaan en de fascistische gedachten en methoden verder te keeren. Eene politiek, tot in haar merg aangetast, kan niet de kracht ontwikkelen en de productiviteit vertoonen, welke, daarvoor noodig zijn. Temeer niet, omdat aan beginselen van waarlijk geestelijk-zedelijke kracht in zoo overwegende mate de rug wordt toegekeerd. Allerlei belangen vechten om den voorrang. De stutten, bestaande in het aanvaarden van en hanldhaven der algemeene normen voor gezag eïi gehoorzaamheid, vrijheid en gebondeüheid, huwelijk en gezin, verantwoordelijkheid en plicht, worden in zeer bedenkelijke mate aan het leven ontnomen. De .christelijke levenstraditie is ia breede kringen uitgebannen. Het sloopen gaat voort, en dat nog wel onder de dwaze leuze, dat men juist daarin zijne kracht en macht tot bouwen openbaart. Als Groen in deze dagen leefde, dan zou hij ongetwijfeld tot ons zeggen: zietdaar de wassende stroomen van ongeloof en revolutie.

Onze .beschouwing was niet opgewekt, en tóch ligt ook daarin de stof tot opwekking. V^ie de beginselen der Reformatie huldigt, verstaat dat God regeert. Hij zal Zijne almacht toonen. De schepping is uit Hem, door Hem en ook tot Hem.

De overdenking van het politieke gebeuren in 1930 brenge ons tot belijdenis van schuld en drijve ons uit 'tot het verrichten van onze politieke taak in Godes kracht. Bid en werk'.

J. S.CHOUTEN

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 januari 1931

De Reformatie | 8 Pagina's

HET STAATKUNDIG LEVEN IN 1930.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 januari 1931

De Reformatie | 8 Pagina's