GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De zegen blijft.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De zegen blijft.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

En Hij leidde hen buiten tot aan Bethanië, en zijn handen opheffende, zegende Hij hen. En het geschiedde, als Hij hen zegende, dat Hij van hen scheidde, en werd opgenomen in den hemel. Lucas 24:50 en 51.

(Hemelvaart).

Met deze sobere woorden ehidigt het Evangelie Tan Lucas.

En toch ligt er oyer deze eenvoudige mededeeling een glans van stille majesteit. Het is alsof de evangelisten er van doordrongen zijn, dat menschenwoorden de wondere grootheid van het feit niet kunnen uitdrukken. Marcus zegt het nog korter: De Heere dan, nadat Hij tot hen gesproken had, is opgenomen in den laemel en is gezeten aan de rechterhand Gods.

Zoo wordt alle aandacht, ook op den Olijfberg, op Jezus alleen gericht.

Er blijft niets anders over dan de absoluutheid van het feit, dat geloof eischt: Deze Jezus is opgenomen in den hemel.

Tegenspraak wordt niet geduld; vragen worden niet beantwoord.

Wie twijfelt, komt niet tot aanbidding.

Alleen wie gelooft, ziet de zegenende handen van Jezus over zich uitgebreid.

Hij kan aanbiddend neerknielen op den Hemelvaartsberg en met groote blijdschap weerkeeren naar zijn Jerusalem.

Jezus begint met zijn discipelen uit te leiden, tot aan Bethanië.

Terwijl hij dus op weg is naar zijn troonsverhooging, blijft hij nog de Herder der schapen. Hij wist dat zijn ure gekomen was. Hij zag van ver de kroon en den troon blinken. Maar hij heeft zijn discipelen, die nu zijn apostelen, zijn uitgezondenen worden, lief tot het einde. Daarom vergadert hij ze. Ze hebben zijn diepe vernedering aanschouwd, nu mogen ze getuigen zijn van zijn gloriegang. Eerst is de Herder geslagen en werden de schapen verstrooid; nu verzamelt hij ze, nadat hij uit de dooden opgestaan is, tot een onlosmakelijke eenheid. Nu is het weer één kudde onder één herder. Bij zijn opstanding mochten zij geen getuigen zijn; nu, bij zijn hemelvaart wel.

Voor de laatste maal staan de voetstappen van Jezus in de bloedstad Jerusalem, welker poort kort tevoren wijd geopend werd om hem met palmen en psalmen binnen te halen.

N\i daalt hij met de zijnen het pad in het Kedrondal af, totdat de weg klimt tegen de helling van den Olijfberg. Nog vóór Bethanië, op den eersten bergtop, houden ze halt. 400 schreden beneden hen ligt Gethsemaneh; toen hij dien hof betrad, werd de smartenbeker hem op de hand gezet, en "de wijn was beroerd en vol mengeling; nu zal hij bij d kelk des heils den naam des Heeren aanroepen.

Nu is de ure gekomen, waarop Jezus zijn jongeren zoo vaak had voorbereid, de ure der scheiding, die voor hen zoo nuttig zijn zou.

Had hij het niet duidelijk gezegd: Het is u nut dat ik wegga; zoo wanneer ik henen zal gegaan zijn en u plaats zal bereid hebben, zoo koan ik weder en zal u tot mij nemen, opdat ook gij zijn moogt waar ik ben. '"

Daarom geeft Jezus aan zijn afscheid zulk een vorm dat er duidelijk in uitkomt dat het geen scheiding beteekent.

Zie, , daar heft hij zijn doorboorde handen statigzegenend op. In dien zegen eindigt hij zijn werk op de aarde. Hij doet dit als Hoogepriester, die het offer gebracht heeft en nu den zegen legt op het volk. Over al zijn kinderen op de gevloekte aarde breidt hij zijn handen in zegen uit. Alle werk der zonde en des Satans eindigt in een vloek, maar ml Christus den dood heeft overwonnen, nu is er e& Rzegen, die nimmermeer eindigt.

Na alles gezegd en alles gedaan te hebben, na; zijn woorden betuigd en zijn wonderen betoond te hebben, kan de Middelaar zijn zegen geven, niet als een afscheidsgroet of een heilbede, maar als een ambtszegen, krachtens zijn eeuwig priesterschap.

Toen Mj op aarde kwam, hebben de engelen het vredelied gezongen; nu hij heengaat is hij alleen, maar nu is het ook al volbracht, en geven de kruisdoorhoorde banden het teeken van den zegen. Ook dit is openbaring van zijn liefde.

Zóó zegenend is uw Heiland heengegaan, opgevaren tot de heerlijkheid des Vaders. De zijnen J blijven achter, op aarde, in den strijd, maar niet alleen, want hij, die opvoer, is door tijd noch eeuwigheid te scheiden van zijn gunstvolfc.

Alleen is de zondaar, die dezen zegen van Jezus versmaadt, omdat hij zijn bloed niet ter verzoening over zijn onreine ziel. heeft leeren inroepen, en nu overal op deze aard den verterenden vloek vindt; die vloek kleeft hem aaa en laat niet los, zelfs niet in den dood, vooral niet in den dood. Want vervloekt is een iegelijk, die-niet blijft in al hetgeen geschreven is in het boek der wet om dat te^doen.

Maar als ons leven, door genade aan dezen Christus is verbonden, als hij' leeft in ons en wij in hem, dan blijft de-zegen van zijn heengaan een bron die nooit uitdroogt.

Dan Icunnen we nergens komen of' blijven, of de zegenende handen van Jezus zijn boveii ons uitgebreid. Ook al zien wij; ze n-iet.

In dien zegen houdt hij het contact voor eeuwig vast.

Die zegen predikt dat God. vóór oos; is.

Wie zal dan tégen, ons zijn?

Zegenend werd Christus opgenomen in den hemel.

Gezegend blijven de zijneo op aarde achter.

Maar niet voor altijd;

Die zegen van hun verhoogden Keer trekt hun hart naar boven.

Zij gaan ten hemel in. en: erven koainkrijkeai.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 mei 1931

De Reformatie | 8 Pagina's

De zegen blijft.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 mei 1931

De Reformatie | 8 Pagina's